Bijzondere plaatsen

Met de velo door de vallei van de Somme

Gepubliceerd: 27 april 2023  |  Door: Paul Huysmans  |  Onderox editie: 230

ALBERT (FR) — Bij het woord Somme denk je vermoedelijk aan de Baai van de Somme, de riviermonding bij de Atlantische Oceaan. Wat verder het binnenland in meandert de Somme door een mogelijk nog mooier landschap. In opdracht van lokale toeristische diensten maakte de Vlaming Carl Ooghe recent fietsroutes in onder meer het departement Somme en wij mogen die als eerste gaan testen. Carl fietst mee.

Albert is niet alleen de naam van een voormalige Belgische vorst, maar ook van een lieflijk stadje in Noord-Frankrijk. Vanuit de Kempen doen we er exact drie uur over om thuis te vertrekken en onze auto op de gratis parking bij het treinstation van Albert te parkeren. Ongeveer gelijktijdig arriveert Carl. Een eerste vraag die voor de hand ligt: ‘Waarom vragen ze een Vlaming om hier fietsroutes uit te tekenen?’

IN HET NEDERLANDS
“Ik kom hier al veel jaren”, verduidelijkt Carl. Als (fiets)gids en geschiedenisliefhebber specialiseerde hij zich in de Eerste Wereldoorlog. En dat bracht hem naar de Somme-regio, waar in ’14-‘18 hard werd gevochten. “Ik schreef een boek over het westelijk front, ging uit op onderzoek en had contacten met toeristische diensten. De streek wil zich nu meer op de kaart zetten bij fietsers. Toen ze het plan opvatten om extra fietsroutes uit te werken, kwamen ze bij mij aankloppen. Covid-19 bracht wat vertraging, maar sinds kort zijn alle fietsroutes klaar en ook in het Nederlands beschikbaar.”

OOSTERSE BASILIEK
Het is nog ochtend wanneer we onze eerste passen in Albert zetten. Van kilometers ver al zagen we de torenspits van de basiliek Notre-Dame de Brebières, met helemaal bovenaan een verguld beeld van de Maagd Maria die met gestrekte armen haar Kind aan de wereld toont. “Tijdens de Eerste Wereldoorlog werd de basiliek grotendeels vernield”, weet onze gids. “Het bijzondere is dat ze werd heropgebouwd door de zoon van de eerste architect en dus getrouw aan de oorspronkelijke basiliek. Kijk naar de mozaïeken. Ze doen Oosters aan. De architect had voordien vijftien jaar in het Midden-Oosten gewerkt.”

VELODROOM
Albert was sinds de middeleeuwen een bedevaartsoord, maar heeft ook wat met fietsen. “Tijdens de industriële revolutie ontstond hier een bloeiende fietsindustrie. In 1897 legde fietsproducent Rochet een wielerbaan aan langs de Ancre, een zijrivier van de Somme die door Albert stroomt.” Langs de voormalige velodroom – nu een beschermd natuurgebied – fietsen we via de Rue du Vélodrome het stadje uit. Voordien zijn we nog even gestopt bij het treinstation. In de hal is een levensecht vliegtuigje opgehangen van Henri Potez als eerbetoon aan de voormalige ingenieur die in zijn schuur vliegtuigen bouwde met restanten van neergeschoten legervliegtuigen en zo de vliegtuigindustrie naar Albert bracht. Die is nog altijd een belangrijke werkgever, maar daarover dadelijk meer.

BEPERKT KLIMMEN EN DALEN
Eerste vaststelling wanneer we de stad uit fietsen: het is hier niet vlak. Carl heeft een eerste stuk langs de spoorweg uitgekozen, maar zodra we hiervan wegdraaien, begint ook een klimmetje. Voortdurend zal de fietstocht klimmen en dalen, maar de hellingen blijven beperkt. Voor een geoefende gewone fietser vormen ze niet direct een probleem, voor een elektrische fietser al helemaal niet.

AIRBUS-NEUZEN
Na een paar kilometer staan we voor een enorme fabriek met als opschrift Airbus en met voor de gevel de neus van een vliegtuig. “De neuzen van de Airbus-vliegtuigen worden hier gemaakt, inclusief de cockpits”, aldus Carl Ooghe. “Met zijn 3.000 werknemers is de fabriek een belangrijke werkgever, die ook welvaart naar de streek bracht. Voor het vervoer van de neuzen naar de assemblagefabriek in Toulouse werd een reusachtige Airbus gebouwd en vlakbij de fabriek een start- en landingsbaan aangelegd. Ooit was ik hier toen zo’n vliegtuig opsteeg en wist niet wat er gaande was: zo hard trilde de grond.”

INTERNATIONALE HERDENKING
De regio ligt bezaaid met militaire begraafplaatsen. De Slag aan de Somme in 1916 was bijzonder bloederig. In enkele maanden tijd verloren vele duizenden soldaten het leven, zowel bij de geallieerden als aan Duitse zijde. Naast begraafplaatsen staan overal in het landschap herdenkingsmonumenten. Aan de zijde van de Fransen vochten soldaten uit heel het Britse Imperium, wat maakt dat er niet alleen gedenkmonumenten staan voor Britse maar ook voor Australische, Zuid-Afrikaanse en zelfs gesneuvelde soldaten uit het Canadese Newfoundland. Verschillende musea in de streek vertellen het verhaal van de Groote Oorlog. Wij tippen graag Musée Somme 1916 in Albert, dat naast de basiliek ligt en is ondergebracht in een ondergrondse tunnel uit de middeleeuwen en bescherming bood tijdens verschillende invasies door de eeuwen heen.

SOMMEKANAAL
Na ruim 15 km bereiken we de Somme. De rivier is op sommige plaatsen tientallen meters breed en vormt een paradijs voor watervogels. Waar de bedding wat smaller is, nemen we een heerlijk ijzeren bruggetje naar de overzijde. Om scheepvaart mogelijk te maken werd naast de rivier ook een kanaal gegraven, het Sommekanaal, en dit zullen we nu ruim 10 km volgen. Het jaagpad is verhard en een ideale fietsweg. Voor de plezierbootjes is het nog te vroeg op het jaar. Die liggen voorlopig nog aan de ketting langs de kade. Af en toe kruisen we een goed ingeduffelde tegenligger, maar het is op deze frisse voorjaarsdag zeer rustig fietsen langs het water.

SMALSPOORTREINTJE
In Cappy stoppen we bij Le Petit Train de la Haute Somme. “Tijdens de Eerste Wereldoorlog legde het Franse leger hier een smalspoor aan om de troepen te bevoorraden”, vertelt Carl Ooghe. “Na de oorlog werd een deel van 7 km gebruikt door de Sucrerie centrale du Santerre voor het vervoer van suiker, tot ergens in de jaren ’70.” Tegenwoordig rijdt over het 7 km lange traject een toeristische stoomtrein. Twee vrijwilligers zijn bezig met onderhoudswerken en nodigen ons uit om binnen te komen kijken. In een hangar staan oude locomotieven die door vrijwilligers rijvaardig worden gehouden. “Met Pasen ging ons nieuwe seizoen van start en vervoerden we in totaal zo’n 1.000 toeristen”, vertellen ze enthousiast. Het treintje rijdt in het voor- en najaar op zondag en dagelijks in de zomermaanden. Op de site is ook een museum ondergebracht.

PÉRONNE IN ZICHT
Niet met de trein maar met de velo fietsen we verder met bestemming het stadje Péronne. Het laatste stuk doen we dat langs het Canal du Nord, dat werd gegraven om Parijs te verbinden met de graanvelden van het noorden. “Picardië was en is de graanschuur van Frankrijk”, weet Carl. “Via het kanaal werden het graan en andere gewassen en producten naar de hoofdstad vervoerd.” Tegenwoordig heeft het kanaal vooral een recreatieve functie. Péronne bleef door zijn ligging op een heuvel en bijna helemaal omgeven door meren en waterlopen lange tijd moeilijk om in te nemen. In WOI werd de stad daarentegen helemaal in puin geschoten. De stad is het centrum van herdenkingstoerisme. Het museum Historial de la Grande Guerre werd opgetrokken tegen het middeleeuwse kasteel en vertelt het verhaal van zowel de bevolking onder de Duitse bezetting als van de soldaten.

TRAAG TOERISME
Jérôme Chauchard van Somme-Tourisme komt ons vervoegen. Hij is de verantwoordelijke voor het fietstoerisme in het departement en brengt graag de verwezenlijkingen van de voorbije jaren in kaart. “We ontwikkelden verschillende Voie Vertes, groene fietswegen die zoveel mogelijk autovrij of -arm zijn. In het westelijk deel creëerden we een fietsknooppuntennetwerk en daar komen later nog gebieden bij, wellicht al in 2024 of 2025. De Baai van de Somme heeft in juli en augustus te kampen met overtoerisme, dat zelfs een bedreiging vormt voor de bijzondere natuur. Vorig jaar zijn in Saint-Valéry op één dag meer dan 7.000 fietsers geteld. In het binnenland is het veel rustiger. Hier doen we aan traag toerisme”, zo promoot hij het gebied waar we nu aan het fietsen zijn. Jérôme neemt ons mee voor een korte stadswandeling, die ons langs een oude stadspoort en vestingmuren brengt, zo ook langs de Cologne, een zijrivier van de Somme. Nog op het traject liggen een herdenkingsmonument voor de slachtoffers van de wereldoorlogen en de Sint-Jan De Doperkerk, waar net een dienst voor schoolkinderen begint. Péronne is verder een typisch en gezellig Noord-Frans stadje waar mensen komen winkelen en dat enkele restaurants telt. Op de terugweg naar Albert passeren we opnieuw enkele militaire begraafplaatsen, doorkruisen we een landelijk landschap met vergezichten en weldra verschijnt in de verte de toren van de basiliek.

VERRASSINGEN
Carl heeft nog enkele verrassingen voor me. Terug in Albert neemt hij me mee naar een park waar de Ancre een miniwaterval vormt en naar het kantoor van de toeristische dienst dat is ondergebracht in een voormalig ‘bain public’. “Vroeger hadden de mensen thuis geen badkamer en gingen ze zich in het weekend wassen in een openbare badplaats. Dat was meteen ook een plek waar mensen samenkwamen en sociale contacten legden. Kijk, de mozaïeken zijn nog uit die periode”, wijst hij. Hoog tijd om mijn hotel in hartje Albert op te zoeken en ook een douche te nemen. Morgen volgt nog een fietsdag. Onze Vlaming heeft hier in de streek nog meer fietsroutes uitgetekend en eentje daarvan verkennen we dan.

www.somme-tourisme.com

MEER INFO
www.happyweekends.be

Meer lezen van Paul Huysmans
Meer lezen over
reizenvakantietoerisme

Meer Bijzondere plaatsen

Wil je op de hoogte blijven?

Abonneer je op onze nieuwsbrief en ontvang elke maand een overzicht met de belangrijkste nieuwsberichten.