Bijzondere plaatsen

Kronkelen door de Leiestreek

Gepubliceerd: 28 april 2021  |  Door: Paul Huysmans  |  Onderox editie: 208

KORTRIJK/GENT – 202 kilometer lang is de Leie, tussen de bron in Noord-Frankrijk en de monding in de Schelde ter hoogte van Gent. Ons favoriete stuk is dat tussen Kortrijk en Gent, waar de rivier alle ruimte krijgt om te meanderen en waar het ideaal fietsen is. Maar voor we op het zadel springen om langs de rivier te trappen, gaan we op verkenning in Kortrijk. De stad heeft een aantal jaren geleden namelijk de Leie in haar hart gesloten.

Een prima uitvalsbasis om op verkenning te gaan door het Kortrijk anno 2021 is Texture. Het museum brengt een ode aan het vlas en het linnen, producten die de Leiestreek tot zo’n vijftig jaar geleden veel welvaart brachten. ‘Nog altijd zijn er in de regio zo’n 55 bedrijven actief in de bewerking van vlas’, vertelt een infobord. Texture belicht zowel het heden als het verleden op vaak een originele en interactieve manier. De benedenverdieping geeft toelichting bij de huidige toepassingen van vlas in bijvoorbeeld isolatie, textiel, olie maar ook in vishengels, skateboarden en koersfietsen. “Deze fiets is gemaakt van carbon”, vertelt een medewerkster terwijl ze naast een koersfiets van Johan Museeuw staat. “De voor- en achtervork bestaat uit carbon die vermengd is met vlasvezels. Die delen moeten meer schokken opvangen en vlas maakt het carbon sterker.”

TOPSTUKKEN
Een verdieping hoger legt een verzameling van teksten, beelden en voorwerpen uit hoe het vlas uitgroeide tot een booming business, hoewel de sector door de eeuwen een aantal ups en downs kende. De bovenste etage toont een reeks topstukken uit de textielcollectie van het museum die in totaal uit 12.000 stuks bestaat. Texture is ondergebracht in een voormalig pand van een Engelse vlasaankooporganisatie en ligt naast de Leie. In de voortuin staan twee hoge stoelen, die je nog het best kan vergelijken met de scheidsrechterstoelen in het tennis. Ze maken deel uit van het project Metamorfosen. Verspreid over de Leievallei zijn er meer dan dertig bijzondere locaties waar je niet alleen letterlijk kan uitblazen op een stoel maar op de achterkant ook een plaatselijk verhaal kan lezen.

STOF GAAN LIGGEN
Zo zijn we dus aan de Leie beland. Die vormde ter hoogte van Kortrijk decennialang een knelpunt voor de scheepvaart omdat ze te smal was om iets of wat binnenschepen te laten kruisen. Na een periode van plannen ging in 1997 de eerste spade in de grond om de stroom op bepaalde plaatsen recht te trekken en te verbreden. Tegelijk moesten nieuwe, hogere bruggen worden gebouwd en werd van de gelegenheid gebruik gemaakt om wandel- en fietspromenades aan te leggen. Intussen is het stof van de bulldozers gaan liggen en ontplooit de site zich in al zijn schoonheid. Als laatste in de rij werd de Budabrug in gebruik genomen, de laatste van zeven nieuwe bruggen. De glanzende, zilverkleurige tafelbrug rust op twee hydraulische peilers waarmee ze twee meter hoger kan worden gepompt om grotere binnenschepen te laten passeren. Tegen de gevel van een aanpalende woning hangen 83 portretten van inwoners van de wijk Overleie, een initiatief van fotograaf David Barbe in het kader van het wereldwijde project Inside Out.

Hét paradepaardje onder de nieuwe bruggen blijft de 200 meter lange, en in een sierlijke S-vorm gedrapeerde, Collegebrug. Een parel van de internationaal vermaarde architect Laurent Ney, die dit zijn ‘meest poëtische realisatie’ noemde.

KONING FIETS
De fiets is koning in Kortrijk. Een deel van het centrum is uitgeroepen tot fietszone en daar moeten auto’s netjes achter de fietsers blijven. ‘Welkom in de fietszone’ lezen we op vlaggen die boven de winkelstraten wapperen.

“Naar toeristen profileren we ons op verschillende manier”, vertelt Johanna Dursin van de toeristische dienst. “We hebben het historische centrum met het begijnhof, de Broeltorens, het stadhuis, de kerken en wat verder de Groeningekouter, waar de Guldensporenslag werd uitgevochten. Daarnaast zijn er de heraangelegde Leieboorden met de nieuwe bruggen en de hippe buurten zoals Buda en de omgeving rond Texture. Als derde peiler promoten we Kortrijk als shoppingstad, onder meer met het winkelcentrum ‘K in Kortrijk’ dat in 2010 de deuren opende.” Helaas liggen winkelcentrum K en ook de andere winkelstraten er verlaten bij tijdens ons bezoek, een gevolg van de beperkte mogelijkheden voor niet-essentiële winkels.

KEMPENS HOTEL
We brengen de nacht door in Hotel Focus, in de buurt van het station. Uitbaters Jan Van Baelen en Paula Mertens zijn respectievelijk afkomstig van Mol-Achterbos en Kasterlee en streken meer dan veertig jaar geleden neer in Kortrijk. Met zijn 67 jaar heeft Jan zijn pensioenleeftijd bereikt, maar aan stoppen denkt hij nog niet. Hoewel. “Vanaf 1 januari 2022 nemen onze kinderen Hanne, Lotte en Maarten over. Dochter Inne woont in Duitsland en voelt zich hier minder betrokken. Nu, in de praktijk blijf ik hen wel helpen hoor. Wat moet ik anders doen? Met mijn lui gat in de zetel zitten?”, lacht hij.

Naast Hotel Focus met 12 kamers heeft het koppel in dezelfde straat een budgethotel voor 76 gasten en een boetiekhotelletje met 4 kamers. “We zijn nog bezig met een nieuw project, een echte longstay met appartementen”, verklapt Jan. Nee, stoppen is voorlopig niet aan hem besteed.

RIJKE STAD
“Kortrijk is een prachtige, rijke en verzorgde stad”, vertelt de Kempense West-Vlaming. “Ik vergelijk ze graag met Mechelen en Hasselt. De stad heeft een regiofunctie en vervult die ook. Voor bezoekers heb je allerlei bezienswaardigheden, winkels en horeca. Vroeger was Kortrijk een stoffige stad, maar met de laatste stedenbouwkundige ingrepen zoals de verlaagde Leieboorden is dat helemaal veranderd.” Wat zijn gasten zeker moeten zien wanneer ze in Kortrijk zijn? “In het begijnhof moet je zeker zijn geweest. En de verlaagde Leieboorden natuurlijk.”

Met Jan kan je uren babbelen maar we kwamen hier dus ook om te fietsen. Wanneer we ’s morgens de kamergordijnen opentrekken, is het wat mistig. Gelukkig trekt die snel op en even later fietsen we in een voorjaarszonnetje. Eerst opnieuw door het centrum om vervolgens via de imposante Broeltorens en het Buda-district al snel de Leie te bereiken. We nemen de sierlijke Collegebrug om aan de overkant te geraken en weg zijn we, richting Gent.

EERSTE BINNENSCHIP
We kozen een weekdag uit, het is rustig fietsen op het jaagpad. Al snel komt een eerste binnenschip ons tegemoet gevaren en zo zullen we er nog meerdere ontmoeten. Ja hoor, de Leie is een bevaarbare rivier moest je je dat afvragen. Autovrij fietsen langs het water is een favoriete bezigheid en we genieten ten volle.

Een bordje laat weten dat we Bavikhove passeren, bekend van de Bavik-pils die in West-Vlaamse cafés veelvuldig wordt geschonken. Een ommetje langs de Brouwerij De Brabandere kunnen we ons echter besparen. In maart 2019 opende de brouwerij onder de naam Het Brouwershuys een bezoek- en degustatiecentrum, maar door corona is dat al meer gesloten dan geopend geweest.

100 JAAR RAVEEL
De eerste grotere stad die we passeren, is Waregem met wat verder Zulte. Voetballiefhebbers weten dat die intussen samen een voetbalclub hebben gevormd. Het is dit jaar precies 100 jaar geleden dat kunstenaar Roger Raveel werd geboren. In Machelen-aan-de-Leie, een deeldorp van Zulte en zijn geboorteplaats, staat het Roger Raveel Museum. Samen met een aantal partners plant het museum allerlei activiteiten om die bijzondere verjaardag te vieren, maar als gevolg van corona staan de meeste voorlopig nog on hold. Daar komen we dan nog een keer voor terug.

We fietsen niet de hele tijd langs het water, maar doorkruisen ook het landschap en een heel aantal dorpjes. In één daarvan scoren we een takeaway koffie. We moeten ook enkele keren de Leie over om aan de andere oever te fietsen. In Astene hebben ze een heerlijk ophaalbruggetje dat uitnodigt voor een fotostop.

LATEM LEVEN
We zijn intussen gevorderd tot in Deurle en Sint-Martens-Latem, pleisterplekken voor het mondaine volkje. De tv-serie Latem Leven gaf een inkijk in het leven van een aantal bekende en minder bekende inwoners. Volgens de statistieken is Sint-Marten-Latem één van de meest welstellende gemeenten van Vlaanderen. Naast dokters, advocaten en rijke ondernemers wonen er ook kunstenaars en bohemiens. Met de Latemse School wordt een kunstenaarsgroep bedoeld die hier in de eerste helft van vorige eeuw neerstreek. Ongelijk kan je hen niet geven. Landelijk wonen aan de oevers van de Leie moet zonder meer inspirerend geweest zijn.

In de verte doemen de drie torens van Gent op, te weten die van de Sint-Niklaaskerk, het Belfort en de Sint-Baafskathedraal. Eeuwenlang al vormen ze de skyline van Gent. Van hieruit bekeken, lijken ze netjes op een lijn te staan. Vooral de Sint-Baafskathedraal interesseert ons, want na een jarenlange restauratie is daar het wereldberoemde Lam Gods van de gebroeders Van Eyck in al zijn glorie opnieuw te bewonderen.

OPPASSEN VOOR TRAMSPOREN
Niet alleen Kortrijk maar ook Gent heeft indrukwekkende inspanningen gedaan voor fietsers met autoarme en fietsrijke straten, alleen moet je hier oppassen dat je met je voorwiel niet in een tramspoor terechtkomt. Tot die bedenking komen we wanneer we de Korenmarkt bereiken en waar tramsporen een ingewikkelde tekening in het wegdek maken. 2020 moest een groot Van Eyck-jaar worden in Gent, maar daar stak corona een stokje voor. Vandaar dat de activiteiten onder de titel ‘OMG! Van Eyck was here’ doorlopen in 2021. Eén van die initiatieven is een Van Eyck-shop in de Lakenhalle onder het Belfort. Meer dan 70 Gentse makers kregen de vraag om een product te ontwerpen dat geïnspireerd was op het Lam Gods. Dat resulteerde in een grote diversiteit. “Juwelen, hoeden, koekjes, bier, tapijten, sjaals en ga maar door”, somt Els Robberechts op, die de shop runt. Je vindt het winkeltje trouwens via de drie schaapjes aan de voordeur. “Bij elk product krijg je vervolgens een kaartje met meer uitleg over de maker”, toont ze. De shop is tevens het vertrekpunt van de Seven Senses Tour, een zintuiglijke stadswandeling die je door de ogen van Jan Van Eyck naar de stad laat kijken.

STUKJE WERELDERFGOED
Genoeg over Van Eyck gebabbeld. Nu willen we het Lam Gods zelf wel eens bekijken. Bij de ingang van de Sint-Baafskathedraal hangt een bord dat waarschuwt dat je enkel toegang krijgt tot het meesterwerk via op voorhand bestelde tickets. Valt dat even tegen. We stappen de kathedraal binnen en die is op dat moment helemaal leeg. Het is te zeggen: we zien geen levende ziel. We wandelen langs kapellen, laten ons de grandeur welgevallen, aanschouwen het altaar en stappen dan door een poortje dat half open staat. Nog altijd hebben we niemand gezien. Tot we achteraan zijn en een dame op een stoel op haar smartphone zit te scrollen. En dan zien we in de aanpalende kapel plots het Lam Gods. Helemaal alleen staan we oog in oog met een stukje werelderfgoed.

Het monumentale werk uit 1432 van de gebroeders Hubert en Jan Van Eyck staat anno 2021 opgesteld in een geklimatiseerde vitrine van 6 meter. Het kunstwerk is een veelluik dat kan worden gesloten. Dat gebeurt ook elke avond, maar dan via een pneumatisch systeem zodat niemand de vitrine binnen moet. In de huidige opstelling zie je achter glas ook de achterste panelen, want je kunt half achterom. Minuten hebben we nodig om de details te bekijken en dit allemaal in ons op te nemen. En nog altijd is er geen andere bezoeker de ruimte binnengekomen. Wat een luxe.

Bij het weggaan merken we dat we niet via het halfopen poortje maar via het nieuwe bezoekerscentrum in de crypte het deel van de kathedraal en het Lam Gods hadden moeten binnengaan. In je betalende ticket zit dan ook een Augmented Reality-reis naar de geschiedenis van de Sint-Baafskathedraal en het Lam Gods begrepen. Zoals wij doordrongen naar het heiligdom, was dus niet helemaal katholiek. De volgende keer bezoeken we volgens de geëigende methode. Beloofd!

Meer lezen van Paul Huysmans
Meer lezen over
toerismereizen

Meer Bijzondere plaatsen

Wil je op de hoogte blijven?

Abonneer je op onze nieuwsbrief en ontvang elke maand een overzicht met de belangrijkste nieuwsberichten.