Bijzondere plaatsen

Een tramlijn tussen Turnhout en Zichem: nostalgie of utopie?

Gepubliceerd: 23 februari 2023  |  Door: Jef Aerts  |  Onderox editie: 228

MOL – Jos Foets (77) en Paul Kersemans (71), beiden al op ‘tram 7’, hebben zich verdiept in de historiek van de tramlijn die ooit heel erg belangrijk was op het vlak van personenvervoer en – vooral – vervoer van goederen in de Kempen. Deze buurtspoorweg vormde een belangrijke levensader tussen de spoorlijnen die de ‘Grand Central Belge’ aangelegd had tussen Lier-Turnhout-Tilburg, Antwerpen-Mol-Mönchengladbach en tussen Leuven-Zichem-Luik. De tram reed destijds tussen Turnhout, Retie, Dessel, Mol, Meerhout, Eindhout, Averbode en Zichem. De anekdotische geschiedenis werd gebundeld in een boek en een overzichtstentoonstelling.

Het idee voor het opzet kiemde toen Paul en Jos hun regelmatige wandelingen maakten. Neen, de tram konden ze niet meer nemen, maar her en der vonden ze nog wel een authentieke herberg om over die tramlijn te mijmeren. Al beseften ze maar al te goed dat er bij velen een vraagteken zou aanflitsen à la stripverhaal. Een tram? Door Mol? Naar Zichem? In Antwerpen, ja. En de kusttram is ook bij menigeen bekend, maar in Mol? En toch is het de realiteit: in 1895 stoomde de eerste tram over de Kempische sporen. Aan de destijds razende vaart van maar liefst tien kilometer per uur. Daken dreigden in brand te vliegen en de koeien gaven… azijn!

Jos, ondergetekende heeft de ‘marchandise’ nog weten rijden, dus jij ongetwijfeld ook? Heb je zelf nog meegereden? 
Jos Foets: “’t Zal nog niet zijn! Dat was ook niet moeilijk. Wij woonden langs de Turnhoutsebaan, aan het kruispunt richting Sluis en Achterbos. Daar passeerde de tram elke dag. En het was vaste prik dat je telkens weer de ouderlijke raad kreeg ‘pas op voor den tram’. Dat oppassen voor de tram zat er ingebakken. Logisch ook, want het was een log gevaarte dat je niet meteen tot stilstand kon brengen. De begeleider toeterde geregeld op een hoorn om de mensen te waarschuwen. En ja, ik heb zelf nog meegereden. Naar Turnhout: als er een dokter-specialist nodig was. En later van Turnhout en dan naar Antwerpen met de trein, want daar woonde mijn bomma.”

Waarom en hoe is die tram er eigenlijk gekomen?
“Je kent ongetwijfeld het begrip de Stille Kempen. Wel, einde negentiende eeuw was dat echt nog zo. De wegen waren onverhard, ofwel slijkerig ofwel stofferig. Vervoer gebeurde met paard en kar, of met een ossenkar. Zelfs met hondenkarretjes. Er konden wel flink wat landbouwgoederen geleverd worden: varkens, koeien, kleinvee, melk, boter en… patatten. Maar de grote spoorlijnen waren haast onbereikbaar. Zo rijpte het idee van een tweede, aanvullende spoornet. Nogal wat gemeentes drongen aan op de snelle aanleg van een dergelijke spoorbaan. Volksvertegenwoordiger Charles de Broqueville was een grote voorvechter. Het kwam zelfs geregeld tot een aanvaring met Geel, waar men ook wel zin had in dergelijke verbinding, maar de Broqueville haalde zijn slag thuis. Er kwam een verbinding tussen Turnhout en Zichem.”

Waarom tussen Turnhout en Zichem?
“Op die manier werden de grote spoorwegassen met mekaar verbonden en werd het netwerk veel kleinmaziger. Het sociale leven verbeterde, de boter- en veemarkten kenden een grote bloei en de bedevaarten naar Scherpenheuvel beleefden hun hoogtepunt. Met de tram vorderde men traag maar men moest niet meer te voet! Al boezemde de stoomtram velen nog angst in. We hebben het verhaal van een man uit de Nieuwstraat in Mol-Ginderbroek, die niet durfde te slapen vooraleer de laatste tram voorbij was. De gensters uit de schouwpijp moesten zijn strooien dak maar eens in brand steken.”

Ik kan me voorstellen dat er op termijn andere energiebronnen gebruikt werden om de tram te laten rijden?
“Na WOI kwam er een comfortabeler rijtuig en werd de mazouttram ingereden. Maar stilaan werd de tram als personenvervoer vervangen door autobussen, die nog veel vlotter locaties konden aandoen. Want daarvoor had de automobiel al zijn intrede gemaakt. In 1955 reed de laatste reizigerstrein van Mol naar Turnhout.”

Het goederenvervoer daarentegen…
“In de buurt van Mol-Donk was er een fikse industriële site. Daar bleef de marchandise vlot rijden. Op een vierrailig spoor .De tram trok de wagons op zijn eigen spoorbreedte. De wagons hadden de breedte van de treinsporen om op het treinnetwerk te kunnen. Van 1970 tot 1977 nam zandontginner Sibelco het vrachtvervoer over. Daarna was het gedaan. De sporen bleven nog een tijdje liggen, maar bij de verbreding van de Turnhoutsebaan zijn ze verdwenen. Het laatste restantje ligt nog aan de Keirlandse Zillen aan het voormalige tegelfabriek Helsen.”

Is het een optie om het opzet te herbekijken? Je zou er massaal veel vrachtwagens mee van de weg halen?
(blinkende ogen en brede grijns) “Ik heb al meermaals opgevangen dat er hier een historische vergissing gemaakt is. Het tracé is er nog, maar de onteigeningsprocedure zal ongetwijfeld oeverloos moeilijk en ongelooflijk lang worden. Dus – hoe spijtig ook – ik denk dat het er nooit meer van komt.” 

MEER INFO
De expo in de Oude Alma (Edmond Van Hoofstraat 41 in Mol) is te bezoeken van 22 april tot 14 mei 2023.

Meer lezen van Jef Aerts

Meer Bijzondere plaatsen

Wil je op de hoogte blijven?

Abonneer je op onze nieuwsbrief en ontvang elke maand een overzicht met de belangrijkste nieuwsberichten.