Bijzondere plaatsen

Een Kempense voetafdruk in de bergen van Nepal

Gepubliceerd: 14 december 2023  |  Door: Paul Huysmans  |  Onderox editie: 237

KATHMANDU/SEKHA – Dan bevind je je aan de andere kant van de wereld en kom je een Molse tegen die ruim dertig jaar een horecazaak had op de markt van Geel. Zit je aan tafel naast een Nepalees die van zijn 12 tot 18 jaar naar de Europese School in Mol ging. En word je uitgenodigd voor een voorstelling in een muziekschool die is gesponsord door muziekfestival Tomorrowland. De partij die dit alles samenbracht, is de hulporganisatie Cunina uit Geel. Samen met 15 anderen mocht ik begin november het mooie werk van Cunina in de bergen van Nepal ontdekken.

Na onze aankomst op het vliegveld van hoofdstad Kathmandu stappen we in een busje dat ons naar het hotel brengt. Chaos heerst in het verkeer. Motorrijders slingeren zich langs auto’s en bussen die mekaar voortdurend voorbijsteken. Iedereen toetert op iedereen om te waarschuwen dat je eraan komt. Rijstroken zijn onbestaande. Op sommige kruispunten proberen agenten orde te brengen. Het schelle geluid van hun fluitje komt maar amper boven het motorengeraas uit. Uitlaatgassen verstikken het geheel.

OGEN VAN BOEDDHA
Maar dat neemt niet weg dat Kathmandu een hele bijzondere stad is waar religie een voorname rol speelt in het dagelijkse leven, vroeger en nu. We bezoeken de reusachtige stoepa van Boudhanath. Zo’n stoepa is een bouwwerk met daarin de overblijfselen van een boeddhistische heilige. Rondom staan nissen met tientallen gebedsmolens waaraan gelovigen draaien terwijl ze mantra’s zingen. Bovenop de grote witte koepel zijn de alziende ogen van boeddha geschilderd op een achtergrond van goud. Kleurrijke gebedslinten vrolijken het geheel verder op. Een dag later bezoeken we de oude stad Bhaktapur met ook hier een overvloed aan oude hindoetempels en boeddhistische bouwwerken. De stad staat op de werelderfgoedlijst van de Unesco. Voor we het land een week later weer verlaten, zullen we ook de levendige wijk Thamel nog bezoeken: een wirwar van shops, eethuizen en buitenlandse toeristen. Maar we zijn toch vooral in Nepal om het betoverende binnenland te bezoeken. En dus nemen we het vliegtuig naar Tumlingtar.

MOUNT EVEREST
Over de binnenlandse vluchten in Nepal circuleren macabere verhalen. In januari dit jaar stortte een vliegtuigje neer en daarbij kwamen alle inzittenden om. Gelukkig vliegen wij met Buddha Air en genieten we van de bescherming door boeddha himself. Daar gaan we toch vanuit. Bij aankomst in de terminal in Kathmandu blijkt onze binnenlandse vlucht vertraging te hebben omdat het vliegveld van Tumlingtar onder een mistlaag ligt. Een uur later is die opgetrokken en stappen we het vliegtuig op. Kort na Kathmandu duiken in de verte de besneeuwde toppen van de Himalaya op. Voor me zit een Amerikaan die via een app op zijn telefoon alle namen en hoogtes van de bergen op zijn schermpje krijgt. Welke de Mount-Everest is, vraag ik hem. Die vliegen we wat later voorbij, maar helaas hangen er wolken rond de top waardoor die onzichtbaar blijft. Gelukkig kunnen we op de terugvlucht de hoogste berg ter wereld wel prachtig zien.

SLECHTSTE WEG TER WERELD
Na driekwartier oostwaarts vliegen zetten we weer voet op vaste bodem en meteen valt het vele groen in deze omgeving op. En de zuivere lucht. Vier jeeps staan klaar om ons naar Sekha te brengen, waar we de komende dagen zullen doorbrengen. Het eerste stuk gaat over tamelijk goed berijdbare wegen, maar dan verandert dit drastisch. We belanden op een zandweg vol gaten, bulten, stenen en andere hindernissen. Onze chauffeur probeert aan 10 km/uur het beste traject te vinden. Af en toe moet hij zijn 4x4 aanzetten. Dit moet zowat de slechtste weg ter wereld zijn. De slechtste kasseistroken uit Parijs-Roubaix zijn een asfaltweg in vergelijking met wat we hier voorgeschoteld krijgen. “Dit valt nog mee”, zegt onze chauffeur die aardig Engels spreekt. “Ik kom ook op andere plaatsen in Nepal en daar is het nog erger. Er zijn wegen waar je mekaar niet kunt kruisen. Dan moet je soms een kilometer achteruit rijden tot een plaats waar dat wel kan.”

ECOLOGISCH RESORT
Na twee uur rijden zijn we op onze bestemming: Sekaha Green Village, een ecologisch resort met acht lodges, een restaurant en keuken dat werd gebouwd door Cunina. We worden verwelkomd met sjaaltjes, bloemenkransen en door Sandra Vandoninck. Sandra baatte vele jaren horecazaak Van Gogh uit op de markt in Geel en woont tegenwoordig in Mol. Ze is vrijwilligster bij Cunina. “Tijdens de bouw van dit complex kwam ik hier vijf weken helpen”, vertelt ze. Ze kent de locals en de omgeving en is door Cunina vooruitgestuurd om te zorgen dat alles in orde is tegen dat wij zouden toekomen. We zijn namelijk het eerste gezelschap dat alle acht lodges in gebruik zal nemen en voor wie vier dagen wordt gekookt. “Ik heb mijn hart verloren in Nepal”, lacht Sandra. Dat mag niet verwonderen. We hebben zelf al vastgesteld dat de mensen supervriendelijk zijn, de natuur prachtig en het leven gaat hier veel langzamer.

FUIVEN
Op haar beurt stelt Sandra me voor aan Tashi, een Nepalees die tot mijn verbazing in het Nederlands antwoordt op mijn vraag in het Engels. “Ik ben van mijn 12 tot 18 jaar naar de Europese School in Mol geweest”, legt hij uit. “Mijn vader kreeg de kans om in zijn tijd in België te studeren en ik nadien ook. Ik woonde een tijdje in Hulshout, in Leopoldsburg en ook nog in Geel. Op mijn 18de keerde ik terug naar Nepal. Zijn er nog trouwens altijd van die goede fuiven in de buurt van Mol?” Tashi Sherpa is de directeur van Cunina in Nepal en stuurt naast Sekha nog enkele andere projecten aan.

500 LEERLINGEN
Dat Cunina precies op deze locatie een toeristisch resort oprichtte, is niet toevallig. In hetzelfde dorp bouwde de organisatie jaren geleden een school die tegenwoordig onderwijs biedt aan 500 leerlingen. “Er zijn in Nepal overheidsscholen maar de kwaliteit is ondermaats en mensen moeten hiervoor betalen”, legt Sandra Vandoninck uit. “Veel mensen kunnen dat niet en dus gaan hun kinderen niet naar school.” Daarom zijn voorzitter Sophie Vangheel van Cunina en Pasang Sherpa, de vader van Tashi, hier ruim tien jaar geleden een school begonnen.

TWEE UUR TE VOET
Een dag later zijn we uitgenodigd op die Cunina Boarding School en we gaan er te voet naartoe. De schooluren liggen anders dan bij ons, namelijk van 10 uur ’s morgens tot 16 uur ’s middags en dat zes dagen op zeven. “Sommige kinderen moeten tot twee uur stappen vooraleer ze op school zijn”, legt Sandra uit. “We willen uiteraard niet dat ze in het donker moeten gaan.” De ontvangst op de school is zoals overal in Nepal heel hartelijk. Opnieuw krijgen we bloemenkransen over onze hoofden geschoven. De directeur heet ons welkom maar richt zich vervolgens tot de kinderen die zich in rijen hebben opgesteld en samen enkele gymnastiekoefeningen doen. Daarna zingen ze uit volle borst het Nepalese volkslied en gaan ze naar hun klassen.

TOMORROWLAND
We worden meegenomen naar de Music & Arts School die op dezelfde site ligt en waarvan de bouw en de inrichting zijn betaald door Tomorrowland. Kinderen krijgen hier zang- en dansles en kunnen een instrument leren bespelen. Ze brengen voor ons een show van meer dan een uur die eindigt met een staande ovatie. Nadien worden we uitgenodigd om zelf mee te dansen op de speelplaats. Wat we uiteraard ook doen. “We financieren zelf de volledige werking van de school”, had Sophie Vangheel verteld voor ons vertrek. “Via onze peterschappen kunnen de kinderen naar school komen. Daarnaast betalen wij ook de leraars, directie en de algemene kosten. Het toeristische resort dient om extra inkomsten te verwerven voor de ondersteuning van de school.” Met eigen ogen stellen we vast welk prachtig werk Cunina hier verricht.

SHERPA’S
Hoewel de hoge Himalaya-toppen in de verte liggen, bevindt Sekha zich op slechts 1.500m hoogte, te vergelijken met een berghut in de Alpen. De streek leent zich uitstekend tot wandelen. Gewoon wandelen welteverstaan, niet bergbeklimmen. Voor onze wandelingen hebben we een uitstekende gids. Iedereen noemt hem Everest omdat hij al 7x op de top van de Mount Everest stond. Als sherpa assisteerde hij bergbeklimmers, maar dat doet hij niet langer. “Veel te gevaarlijk”, zucht hij. Wat veel te weinig in de pers komt, is dat op de flanken van de Everest jaarlijks talloze sherpa’s om het leven komen. Zij zeulen met de zware bagage, leggen ladders over levensgevaarlijke ijsspleten en bevestigen touwen op aartsmoeilijke passages zodat de begoede bergbeklimmers hun ding kunnen doen. Om een inkomen te hebben voor hun familie zijn ze gedwongen dit werk te doen. Sommigen bekopen het met hun leven. Onze gids kent persoonlijk verschillende mensen die al zijn gestorven op de flanken van de Mount Everest en de Makalu. Maar de Nepalese overheid laat begaan omdat het big business is. Voor een toelating om de hoogste berg ter wereld te beklimmen, betaal je aan de overheid € 12.000 per persoon. Onze Everest is een grappenmaker die fluitend door het leven, letterlijk. Hij neemt ons mee over bredere wegen en smalle paden door de rijstvelden. Overal verspreid staan woningen, veelal van boerenfamilies met twee geiten, een koe en enkele kippen. Ze verbouwen rijst en gierst. Koken doen ze op een houtvuurtje buiten. “De meesten hebben genoeg om in leven te blijven, maar niets extra. Daardoor kunnen ze ook schoolkosten niet betalen. Veel inwoners kunnen niet lezen of schrijven.” Een vrouw die ons net passeerde met een volle draagmand om haar hoofd, roept ons op haar erf. Ze begint meteen mandarijnen van een boom te plukken en uit te delen, terwijl we ons neerzetten. Tijdens een andere wandeling worden we uitgenodigd om bij mensen thuis een lokaal gestookt alcoholbrouwsel te proeven. De Nepalese gastvrijheid is onbegrensd. Op onze laatste middag in Sekha worden we uitgenodigd om fruitbomen te planten, de symbolische start van een nieuw project. “Mensen verbouwen hier vooral rijst en gierst”, legt Cunina-directeur Tashi uit. “Gewassen die financieel weinig opbrengen. We gaan hier fruitbomen en koffiestruiken zetten, samen met avocado’s. De grond is daar perfect voor geschikt. Van het fruit willen we afgeleide producten zoals confituren maken en de koffie zullen we zelf branden en die lokaal verkopen. Dit zorgt voor extra tewerkstelling en stageplaatsen voor leerlingen van de Cunina-school.” Zelf plantte ik een citrusboompje. Een goede reden om over enkele jaren nog eens terug te gaan en er eigenhandig de vruchten van te gaan plukken.

KROONORDE
Enkele dagen na onze terugkeer in België zien we Sophie Vangheel van Cunina op RTV. Op het koninklijk paleis in Brussel krijgt ze uit handen van Koning Filip het ereteken van Commandeur in de Kroonorde als blijk van erkenning voor haar levenswerk. We weten het nu wel zeker: helemaal terecht!

www.cunina.org

Meer lezen van Paul Huysmans
Meer lezen over
reizenvakantietoerisme

Meer Bijzondere plaatsen

Wil je op de hoogte blijven?

Abonneer je op onze nieuwsbrief en ontvang elke maand een overzicht met de belangrijkste nieuwsberichten.