Bijzondere plaatsen

De sterre bleef stille staan boven het kersthuis van Ginderbroek

Gepubliceerd: 15 december 2022  |  Door: Jef Aerts  |  Onderox editie: 226

MOL – Het was in 1984 dat, na een eerste experiment met kerstverlichting in de wijk, er gepraat werd over een kerststal in Ginderbroek. Na ampel beraad werd de stal een kersthuis, geënt op de daglonerswoningen die hier rond 1900 schering en inslag waren. Elk jaar opnieuw zijn er heel wat krasse knarren die hier — met de levendigheid van een twintiger — komen boren, schaven, dakpannen leggen,… om Jozef, Maria en het kindeke een stek te geven naast de Leuvense stoof. Met de levende have knorrend, kakelend en blatend vlakbij. Een beter bewijs van een verbonden wijk moet je met een straffe verrekijker gaan zoeken.

Het was de sappige taalvirtuoos Felix Timmermans die ooit Suskewiet, Pitje Vogel en Schrobberbeeck liet opdraven als de Drie Koningen op weg naar een stalleke. Al was dit trio eerder gedoopt in een sopje van marginaliteit dan in een kuip van glanzende monarchie. Louis Van Baelen (74) was in Ginderbroek één van de Founding Fathers voor de bouw van een kersthuis. Een stroom van inzet en vrijwilligheid golfde en golft door de wijk. Maar een instroom van jong bloed en wapperende werkhanden zou het huidige kerstfeest voor de onvermoeibare werkers écht geslaagd maken.

Louis, jij was van in het begin betrokken bij de opbouw van het kersthuis?
Louis Van Baelen: “Het zit zo, enkele handelaars van Ginderbroek verzorgden al jaren de kerstverlichting in de wijk. Al waren de gekleurde lampjes al snel een gegeerde prooi voor het jonge volkje. Tot een burgerwacht een fiks pak slaag uitdeelde. Maar goed, het idee rijpte om het verenigingsleven aan te zwengelen door het plaatsen van een kerststal. Al werd het bij ons een kersthuis. De drie comités deden elk een duit in het zakje en we hadden een startkapitaal. In 1984 was hout nog goedkoop en we hadden in de wijk twee schrijnwerkers die graag aan de slag gingen.”

Gedurende al die jaren hebben jullie voortdurend gesleuteld aan uitbreidingen en verbeteringen. Er kwam altijd maar werk bij?
“In de wijk stonden er vroeger veel daglonershuisjes. Dat wilden wij als kersthuis. Die huisjes waren wit geverfd met een zwarte teerband onderaan. Want ze hadden een pannendak, maar geen dakgoot. De binneninrichting wilden we zo authentiek mogelijk hebben. En op termijn kwam er een schapenstal bij. En een waterput met een putwip, ook wel een putgalg genoemd. Dan kwam er een afdak bij waar de wanmolen onder kwam te staan. En dit jaar hebben we een kippenren voorzien. Er is altijd levende have geweest. Ook aan de binneninrichting werd en wordt elk jaar gesleuteld. De figuren zijn mannequinpoppen die we her en der gekregen hebben. Een aantal vrouwen zorgden ervoor dat ze de gepaste kledij kregen.”

Jullie haalden ooit een uitzending in het destijds vermaarde Boeketje Vlaanderen?
“Het was een periode dat de kerststallentochten toeristisch erg populair waren. De uitzending moet indruk gemaakt hebben, want nadien stopten er enorm veel autobussen en auto’s om het kersthuis te komen bekijken. Er kwamen zelfs autobussen vanuit Nederland. Door corona zijn we twee jaar niet actief geweest, maar ik heb er voor dit jaar veel vertrouwen in.”

Jullie zijn dan wel vrijwilligers, maar koken kost nu eenmaal geld en voor al die verbouwingen zijn er elk jaar centen nodig?
“We konden rekenen op Marja De Motte die kerstkaarten tekende, die werden in de wijk deur aan deur verkocht. Begeleid door volwassenen gaan de kinderen van de wijk Driekoningen zingen. Het snoepgoed dat ze krijgen mogen ze onder mekaar verdelen, de centen komen in de kas terecht. Elk jaar maken we kosten om het geheel mooier en beter te maken.”

Bij de opening is er ook altijd behoorlijk wat levendigheid te bespeuren?
“Ja, de kinderen van de Rijpadschool zijn al vaak kerstliedjes komen zingen en de zesdeklassers van het College voerden al menig toneelstukje op. We konden ook altijd rekenen op diverse, muzikale intermezzo’s. Om de Kerstman zeker niet te vergeten, die komt wat graag langs aan het kersthuis.”

Vind je het nog altijd even leuk, Louis?
“Ja! Ik heb dat altijd graag gedaan! Jongen, als ik al mijn uren die ik hier gesleten heb moest optellen… Maar het weegt wel, elk jaar moeten we 1.500 dakpannen leggen. Met een ploeg waarvan de net-geen-zeventigers de broekjes zijn. We doen al tien jaar een oproep voor nieuwe helpers, maar die zijn moeilijk te vinden, de respons is nihil.”

En dan is het na Driekoningen weer dagenlang alles netjes afbreken?
“Dat valt dan weer mee, op twee dagen hebben we alles weer perfect opgeslagen. Klaar voor volgend jaar!"

Meer lezen van Jef Aerts
Meer lezen over
feest

Meer Bijzondere plaatsen

Wil je op de hoogte blijven?

Abonneer je op onze nieuwsbrief en ontvang elke maand een overzicht met de belangrijkste nieuwsberichten.