Bijzondere plaatsen

De Opaalkust bij de twee Caps

Gepubliceerd: 23 november 2023  |  Door: Paul Huysmans  |  Onderox editie: 236

WISSANT – Frankrijk heeft prachtige kusten, maar bij de mooiste hoort de Opaalkust helemaal in het noorden. Met dank aan de majestueuze krijtrotsen, de brede zand- en rotsstranden en de charmante kustplaatsen. Bekende locaties zijn Cap Blanc Nez en Cap Gris Nez. Precies in het midden daartussen ligt het vissersdorp Wissant en dat wordt onze uitvalsbasis om enkele dagen te gaan fietsen en wandelen.

Vanuit België ga je ter hoogte van De Panne de Franse grens over, passeert Duinkerken en nadien Calais en bereikt vervolgens de Opaalkust. Is dat je bestemming, neem dan zoals ik de afslag Sangatte en rij verder over de panoramische route. In plaats van een snelweg volg je dan een kronkelweg langs de kustlijn en door een reeks badplaatsen. De meeste tijd hou je zicht op het helblauwe Noordzeewater, tenminste wanneer je het geluk hebt als ik om hier op een stralende nazomerdag toe te komen.

CAP BLANC NEZ
Het is al namiddag en onze eerste stop is Cap Blanc Nez, vrij vertaald de kaap met de witte neus. Die witte neus slaat op de hoge witte rotspartij die deze locatie markeert. En boven op die rotsen staat een enorme obelisk die je van kilometers ver ziet staan. Een beetje zoals een vuurtoren. De grote zuil brengt hulde aan de Dover Patrol. In de Eerste Wereldoorlog vormde het Nauw van Calais een belangrijke navelstreng tussen twee geallieerde staten, namelijk Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk. Om de doorgang te vrijwaren werd een Frans-Britse legereenheid opgericht en die kreeg de naam Dover Patrol omdat hun meeste schepen in Dover lagen. De belangrijkste opdracht van de Dover Patrol bestond eruit om de schepen die dagelijks de zee-engte overstaken, te vrijwaren van Duitse aanvallen. In totaal stierven hier zo’n 2.000 mannen, vooral door de ontploffing van drijfmijnen die waren uitgezet door Duitse schepen.

WANDELSCHOENEN
Voorlopig genoeg geschiedenis en we binden onze wandelschoenen aan. Vanop de parkeerplaats boven op Cap Blanc Nez vertrekt een aantal wandelingen of ze passeren er. We kiezen er eentje die ons naar Escalles brengt, een dorp dat we beneden al zien liggen. Via smalle wandelpaden dalen we richting de badplaats. Voor ons zien we talloze schepen die vanuit de havens van Calais en Duinkerken naar Engeland varen, of omgekeerd. Of die de zee-engte gebruiken op weg naar Antwerpen of Rotterdam.

INDRUKWEKKENDE ROTSEN
In Escalles nemen we het pad door de rotsen en via een betonnen trap komen we op het strand. Hier beneden zie je pas hoe indrukwekkend de witte krijtrotsen van Cap Blanc Nez zijn. We wandelen nog wat verder over het strand en maken van de gelegenheid gebruik om foto’s te maken van deze prachtige plek. Het is rustig op het strand. Mensen laten hun hond hollen over het zand, de keien en door de plassen. De zon maakt aanstalten om achter de horizon te verdwijnen. In het centrum van Escalles doen we nadien nog een terrasje bij Les Falaises, een horecazaak bij een camping, en we klimmen terug naar onze wagen.

VLAAMSE HERKOMST
Onze overnachtingsplek hebben we bewust gekozen in de badplaats Wissant. Die ligt namelijk pal in het midden tussen Cap Blanc Nez en Cap Gris Nez. Samen vormen ze de regio Les 2 Caps. De naam Wissant heeft trouwens een Vlaamse herkomst, namelijk die van ‘wit zand’. In de twaalfde eeuw werd in deze regio een oude vorm van Vlaams gesproken en werd de plaats aangeduid als ‘Witsant’ of ‘Wisand’. Ons hotel bevindt zich in het centrum. “Bonsoir”, verwelkomt receptioniste Eva ons op een vriendelijke toon. “En of we ook nog wat willen eten?” Ze reserveert meteen een tafel in het hotelrestaurant. De menukaart vermeldt veel gerechten met regionale producten en uit de tapkraan vloeien lokale bieren. Dit appreciëren we ten zeerste.

REGIOPRODUCTEN
Ook bij het ontbijt de ochtend nadien komen die regioproducten terug. ‘Fromages Les frères Bernard’, ‘Yaourt La fromagerie en herbe’ en ‘Jambon Cuit La ferme de Saint Po’ lezen we op bordjes die bij de zuivel en charcuterie staan, samen met de dorpen waar de producenten zich bevinden. Ook de confituren zijn lokaal geproduceerd en de cake is huisgemaakt. Enkel een jonger koppel zit ook al aan het ontbijt en het blijken Vlamingen. “We wandelen de GR 120 en zijn gestart ten zuiden van Boulogne-sur-Mer”, vertellen ze. “Dagelijks doen we zo’n 20 km en dan slapen we. Dit hotel is ons het meest bevallen. Het heeft een authentieke uitstraling en de kamers zijn best in orde, hoewel niet echt luxueus. We hebben gisteravond trouwens hele lekkere vis gegeten.” De twee maken zich op voor hun laatste etappe tot in Calais, opnieuw zo’n 20 km.

CORRECT AFGEPIJLD
Om me nog wat beter te informeren over de fiets- en wandelmogelijkheden in de streek, loop ik ’s morgens binnen in het toeristisch kantoor. Medewerkster Julie is een zeer behulpzame dame die meteen een brochure en verschillende fiches van wandelingen en fietstochten bovenhaalt. De keuze aan wandelingen is groot en volgens haar zijn ze allemaal netjes afgepijld met gekleurde tekens. Ze heeft nog een tip. “In Wissant vertrekt een mountainbikeroute van bijna 17 km. Deze kan je ook perfect wandelen. De route loopt vooral over goed begaanbare, onverharde paden en is een hele mooie.”

PITTIGE FIETSTOCHT
Die houden we voor later, want vandaag wil ik wel eens ervaren hoe het is om hier te fietsen. Julie overhandigt me de infofiches van de fietsroutes die vanuit Wissant vertrekken of er passeren, samen met nog andere fietsmogelijkheden in de buurt. Ik kies voor een route van 35 km met bijna 500 hoogtemeters. Even de kuiten insmeren en de drinkbus vullen, want het belooft een pittige tocht te worden. Gelukkig is de zon van de partij en valt de wind goed mee. Na het verlaten van Wissant moet ik even over de drukke D940, de doorgangsweg naar Escalles, maar al snel wijst het bordje naar rechts en kom ik op een rustige binnenweg. Voorbij Escalles draai ik het binnenland in en begint het klimmen. Vanaf nu is het voortdurend klimmen en dalen. Vanop de hoogtes in het binnenland heb je een prachtig zicht op de zee en de voorbijvarende schepen.

INFOCENTER
Ik passeer de dorpjes Hervelinghen en Adembert en de bewegwijzering is overal perfect. Ik beland in Audinghen, waar zich in een voormalige vierkantshoeve het bezoekerscentrum Maison de Site des 2 Caps bevindt. Lea van het onthaal neemt me mee naar de kleine expositieruimte die vooral informeert over het maritieme en agrarische leven in deze regio. In een aquarium zwemmen vissen die je ook hier voor de kust kunt tegenkomen. Een pop hebben ze originele visserskledij aangetrokken. Eigenlijk geeft deze kleine ruimte heel veel info over de regio waar je verblijft. Ben je helemaal verknocht, dan neem je nog een souvenir mee uit de shop. Voor de lunch stap ik de naastgelegen horecazaak L’Entre-Mer binnen en bestel een salade met vis. Een bier op de tap heet 2 Caps en ik laat er eentje inschenken. De serveuse vertelt dat het in de buurt wordt gebrouwen en geeft het adres van de brouwerij.

DUITSE BUNKER
Zo’n 200m van het bezoekerscentrum ligt een bijzondere locatie. In grote rode letters staat de naam MUSEE op een gigantische bunker met daarnaast een kanonsloop die al even indrukwekkend is. Het bouwwerk werd in 1942 gebouwd door de Duitsers als verdediging tegen mogelijke geallieerde landingen maar ook om van hieruit Engeland te bestoken. Obussen die hier werden afgevuurd, konden tot 42 km dragen, een stuk verder dus dan de 29 km die deze locatie met Dover scheidt.

OMMETJE LANGS BROUWERIJ
Voor de weg terug volg ik het traject van La Vélomaritime, een langeafstandsfietsweg tussen Duinkerken bij de Belgisch/Franse grens en Roscoff in Bretagne. Ik zie een afslag richting Cap Gris Nez, maar dit houden we voor morgen. Voor de Brasserie Artisanale des 2 Caps fiets ik nu wel graag een ommetje wanneer ik het centrum van Tardinghen uitrij. De brouwerijsite lijkt verlaten wanneer ik het terrein op wandel, maar op het bureel tref ik enkele mensen aan. Medewerkster Lena vertelt dat de brouwerij zo’n 20 jaar bestaat en dat ze een 15-tal bieren brouwen. De meest bekende zijn Blanche de Wissant en 2 Caps. Jaarlijks gaat er zo’n 8.500 hectoliter in flessen en vaten en die worden vooral in de eigen regio verkocht. “Iets proeven?”, informeert ze en schenkt drie proevertjes uit. Gelukkig heb ik plaats in mijn fietstassen om enkele flessen mee te nemen.

VISSERSBOOTJES
Bij het opnieuw binnenrijden van Wissant fiets ik voorbij een houten bootje op een rotonde. Het gaat om een zogenaamde ‘flobart’, een typische vissersboot van deze streek. Tot de jaren ’50 waren ze uitgerust met zeilen, later kwamen motors en nog later werd het hout vervangen door polyester. Momenteel vist niemand nog met deze bootjes. Gelukkig is er een erfgoedvereniging die nog een aantal van deze vissersbootjes beheert en jaarlijks in de zomer een Fête du Flobart organiseert. Over de visserij gesproken. Wanneer ik even later de dorpskerk van Wissant binnenloop, vallen de vele herdenkingsbordjes aan de muren op met namen van verdronken dorpsgenoten.

CAP GRIS NEZ
Een nieuwe ochtend, een nieuwe dag en die gebruik ik om de site van Cap Gris Nez te verkennen. Het weer is zonnig en helder zodat je vanop de uitkijkplatformen met het blote oog makkelijk de krijtrotsen van Engeland ziet. Op een bordje lees ik dat dagelijks meer dan vijfhonderd schepen door de zee-engte varen, los van de vissersschepen en overzetboten naar Engeland. Om botsingen te voorkomen is een speciaal verkeersreglement gemaakt. Er blijkt ook veel vis te zitten en dat lokt een aantal andere gasten zoals zeehonden, dolfijnen en zelfs bruinvissen. Een steil paadje leidt naar beneden en zo kom ik op het strand terecht. Van hieruit zie je pas echt hoe indrukwekkend ook deze rotsen zijn. In de verte ligt Cap Blanc Nez. Missie volbracht: we hebben de Caps gekaapt in één beeld.

terredes2capstourisme.fr

MEER INFO
www.happyweekends.be

Meer lezen van Paul Huysmans
Meer lezen over
reizenvakantietoerisme

Meer Bijzondere plaatsen

Wil je op de hoogte blijven?

Abonneer je op onze nieuwsbrief en ontvang elke maand een overzicht met de belangrijkste nieuwsberichten.