Bijzondere plaatsen

Abstract en figuratief naast elkaar in De Reuzetuin

Gepubliceerd: 28 april 2023  |  Door: Tom Claessen  |  Onderox editie: 230

ARENDONK/TURNHOUT — Ook dit jaar trekt De Arendonkse VZW De Reuzetuin het werkingsjaar op gang met een kunst-event. Drie weken lang vervelt het unieke huis in de Hovestraat tot een kunstgalerij. Dit jaar kiest het met schilder-tekenaar Leo Van Steenbergen en glaskunstenaar Bart Levandesi voor twee erg verschillende stijlen in een dubbel-expo. Maar hoe verschillend de twee heren en hun kunst ook zijn, ze delen de liefde voor glas. “Ook al is glas een dood materiaal, door licht en reflectie gaat het leven”, weet Leo Van Steenbergen. “Ik vind het fantastisch om die speelsheid en levendigheid vast te leggen op papier en doek.”

We treffen de twee heren in De Reuzetuin waar ze hun expo aan het voorbereiden zijn. Na jaren van verwaarlozing heeft een groep enthousiaste buren en vrijwilligers zich voorgenomen om deze locatie nieuw leven in te blazen. Zo staat er jaarlijks ook kunst op het programma. Maar het uiteindelijke doel is om er een kleinschalig woonzorgcentrum op te richten voor volwassenen met een verstandelijke beperking.

Wat brengt een Antwerpse glaskunstenaar ertoe om te exposeren in het Kempische Arendonk, Bart?
Bart Levandesi: “Ja, in eerste instantie mijn schoonbroer, Leo, die hier naast de deur woont. Het leek ons leuk om samen te exposeren. Maar mijn roots liggen ook in Turnhout. Ik woon en werk ondertussen al meer dan dertig jaar in Antwerpen. Samen met een aantal vrienden heb ik al wel eens in ’t Stad tentoongesteld, maar het leek me leuk om nog eens terug richting Kempen te trekken.”
Leo Van Steenbergen: “Voor mij is het de eerste keer dat ik tentoonstel, ook al schilder en teken ik al sinds mijn twaalfde. Het is voor mij dus wel erg spannend. En daarom ben ik blij dit samen met Bart te kunnen doen. Ik vraag me vooral af hoe de mensen gaan reageren op onze twee erg verschillende kunstvormen.”

Glaskunst zie je niet zo vaak. Hoe kwam je met het glaswerk in contact, Bart?
Bart: “Dat is heel toevallig gebeurd. Na mijn studies trok ik naar Spanje en kwam ik in Estepona in Andalusië terecht. Ik kreeg er kost en inwoon bij een glazenier als ik hem hielp bij zijn werk. Maar terwijl ik daar was, bakte ik er niets van. Na drie maanden was mijn geld op. Er zat niets anders op dan terug te keren naar België. Maar ik bleek in Spanje wel gebeten door het glaswerk en wilde het zo graag kunnen dat ik me inschreef voor ‘glas in lood’ aan de academie in Antwerpen. Die richting was er nog wel, maar de lesgever ging net dat jaar met pensioen. Ik had daar dus een heel atelier en al het materiaal, maar geen leraar. Ik heb het mezelf dan maar aangeleerd.”
Leo: “Jezelf technieken aanleren, met wat moed en doorzettingsvermogen lukt dat wel. Tekenen en schilderen leerde ik van Louis Van Gorp aan de academie van Arendonk. En aan de Antwerpse academie leerde ik zelfstandig werken en kreeg ik nieuwe inzichten. Zo heb ik in Antwerpen ook geëxperimenteerd met moderne kunstvormen, maar toch besefte ik gauw dat het figuratieve meer mijn ding is. Dan heb ik mezelf aquarel-technieken aangeleerd. Dat is een discipline die heel wat concentratie vraagt en waarbij alle toetsen juist moeten zijn.”
Bart: (lacht) “Bij jou dan toch. Ik maak ook gebruik van aquarel. Maar dat gaat er dan heel anders aan toe. Ik ga vaak tekenend als een kind aan de slag. Een lijn hier en een kleur daar. En als ik er dan niet tevreden over ben, gooi ik er wel eens een glas water over waardoor je ook een aquarel-effect krijgt. Dan word ik wel eens aangenaam verrast door het resultaat en denk ik: ‘dit is het’. Zo wordt mijn werk vaak abstract, maar tegelijk heel speels.”
Leo: “Een glas water over mijn schilderwerken, dat zou ik niet aandurven. Als het bij mij niet lukt zoals ik wil, kan ik nog altijd verder overschilderen en bijwerken. Maar met een glas water erover is het gedaan met schilderen. Ik probeer altijd realistisch te blijven schilderen of tekenen, maar niet fotorealistisch. Ik leg er steeds mijn eigen gevoel in en zo creëer ik op mijn manier ook een speelsheid in mijn werk.”

Hoe komen jullie werken tot stand?
Leo: “Mijn werken zijn vooral figuratief. Ik vertrek vaak van waarnemingen in de natuur waar constant gespeeld wordt met vorm, kleur en vooral licht. Wat ik zie, nodigt mij uit om stil te staan bij het leven rond mij en om de gevoelens die daarbij los komen, vast te leggen. Zo probeer ik met mijn werken herinneringen te bewaren. Dat kan in portretten zijn, maar ook in stillevens of natuurthema’s. Probleem is dat een werk voor mij zelden echt af kan zijn. Soms denk ik dat het af is, maar als ik er dan een volgende keer naar kijk, ga ik er toch weer aan verder werken.”
Bart: “En daar zit hem het grootste verschil tussen Leo’s werk en het mijne. Mijn werk is erg beïnvloed door mijn glaswerk. Ook bij mijn tekeningen of schilderwerk vertrek ik vaak vanuit lijnen en daarmee probeer ik een ‘eye-candy’ te maken, iets waar ik mezelf mee plezier omdat ik het mooi vind. Maar dat hoeft niet figuratief te zijn. Zo heb ik ooit eens op een bierkaartje met wat lijnen geëxperimenteerd totdat ik vond dat de tekening klopte. Toen ik er dan later nog eens naar keek, vond ik dat het precies een pil was met daarop twee piemels. Het glaswerk dat ik er later van maakte heb ik dan maar ‘dicks on dope’ genoemd.” (lacht)

Abstract of figuratief, je vertrekt toch altijd van een gedachte of iets wat je ziet, niet?
Leo: “Klopt. Ik ga veel in de natuur wandelen en daar word ik het meest geïnspireerd. Zo probeer ik me nu toe te leggen op de mossen in het bos.”
Bart: (lacht) “Zou je niet beter hossen in het bos, Leo?”
Leo: (schatert) “Daar ben ik te oud voor geworden! Maar ik word wel nog altijd door de natuur gepakt.”
Bart: “Ik zou eigenlijk ook meer buiten moeten komen. Ik zit veel te veel binnen. Maar ik haal mijn prikkels in de stad. Je wil niet weten wat ik allemaal opraap en meeneem daar. Patronen of vormen waar ik dan later iets mee doe: uitvergroten in een tekening of een glasraam van maken.”
Leo: “Zo gaat dat inderdaad. Ik neem ook zaken of ideeën mee waar ik dan later in mijn atelier mee aan de slag ga. Met een goeie fles wijn en met de juiste muziek op de achtergrond. Bach of Beethoven bijvoorbeeld.”
Bart: “Ook in mijn atelier is er altijd muziek bij. Voor mij kan dat vanalles zijn: van popmuziek over klassiek tot veel soul en reggae.”

Hoe zien jullie de samenwerking? Sluiten jullie hiermee een periode af? Of is het misschien net het begin van een nieuwe?
Leo: “Het is zeker geen afronding, maar wel een moment van reflectie. Ik heb altijd wel getekend en geschilderd, maar heb me er pas vanaf mijn pensioen echt op kunnen toeleggen. Sinds ik niet meer werk, heb ik een aantal werken gemaakt die ik zelf echt goed vind. Ik ben blij dat ik in het leven tijd gemaakt heb voor mijn werk, familie en gezin, maar vraag me wel eens af wat het zou gegeven hebben als ik me echt op kunst had kunnen toeleggen. Daarom is dit voor mij zeker geen eindpunt. Ik wil nog zoveel mogelijk doorgaan.”
Bart: “Dat klopt, Leo. Ik las pas nog een citaat van schrijfster Susan Smith die zei: ‘De absolute voorwaarde om te scheppen is dat je niet aanspreekbaar hoeft te zijn.’ Ik heb zelf nooit een gezin gehad en had heel veel mogelijkheden om creatief bezig te zijn. Ik vond wel eens werken terug waarvan ik zelfs niet meer wist dat ik ze gemaakt had. Maar ook ik heb het gevoel dat ik pas echt ben kunnen beginnen toen ik met pensioen ging. Dus ook ik ga nog wel een tijdje door als ik mag.” 

MEER INFO
De tentoonstelling loopt van 5 tot 21 mei 2023 en is open op vrijdag en zaterdag van 14 tot 18 uur en op zondag van 10 tot 17 uur. De toegang is gratis.

Meer lezen van Tom Claessen
Meer lezen over
kunstmaatschappij

Meer Bijzondere plaatsen

Wil je op de hoogte blijven?

Abonneer je op onze nieuwsbrief en ontvang elke maand een overzicht met de belangrijkste nieuwsberichten.