Wil je op de hoogte blijven?
Abonneer je op onze nieuwsbrief en ontvang elke maand een overzicht met de belangrijkste nieuwsberichten.
KASTERLEE/STUTTGART – Toen Vincent Van Gorp (25) enkele jaren geleden amateurtoneel speelde in Kasterlee droomde hij stiekem al van de grote musicalscène. Eigenlijk al van kindsbeen af. Sindsdien heeft hij een lange weg afgelegd, met studies in Tilburg, vele audities en ontelbare repetities. Met succes, want sinds enkele maanden draait hij mee in een Duitse musical, als hoofdrolspeler. Die kinderdroom heeft hij dus stilaan helemaal waargemaakt.
Het interview met Vincent loopt via Teams want hij verblijft momenteel in Stuttgart, een kleine zes uur rijden met de auto. Daar speelt hij in ‘Tanz der Vampire’, een Duitse musical gebaseerd op de film ‘The Fearless Vampire Killers’ van Roman Polanski. En hij is nog niet meteen zinnens om daar snel een einde aan te breien.
Vincent, hoe komt een jongeman uit Kasterlee in een Duitse musical over vampieren terecht?
Vincent Van Gorp: “Je moet uiteraard een beetje geluk hebben met de producties die passeren en of je daarin past. Sinds ik gestart ben met mijn opleiding heb ik altijd richting Duitsland gekeken om te kunnen acteren. En dan is het kwestie van audities doen. Tot ik op een dag het bericht kreeg dat ik geselecteerd was. Voilà, en we waren vertrokken.” (lacht)
Musicalacteur worden, dat lijkt me een kinderdroom te zijn.
“Eigenlijk wel. Ik weet nog dat ik, wanneer ik als kleine gast naar een voorstelling ging kijken, altijd de programmaboekjes kocht om te lezen wie de acteurs en actrices waren en hoe zij in de musicalwereld waren gerold. Al snel bleek dat de meerderheid van die mensen aan Nederlandse conservatoria hadden gestudeerd. Op dat moment leek dat allemaal onhaalbaar en onbereikbaar. Maar nu, laat ons zeggen vijftien jaar later, ben ik zelf in Nederland afgestudeerd en speel ik een hoofdrol in een grote musicalproductie.”
Mag ik daaruit afleiden dat je uit een muzikale familie komt?
“Totaal niet. (lacht) Ik heb mijn interesse voor theater helemaal zelf ontwikkeld. Al ging mijn mama vroeger wel mee naar die sprookjesmusicals van Studio 100 bijvoorbeeld. Later ging ik dan wel eens met leden van het amateurtoneelgezelschap uit Kasterlee.”
Wat moet ik me voorstellen bij een musicalopleiding?
“Veel zang- en acteerlessen. Maar ook dansen uiteraard. En af en toe wat theorie. Ik heb in Tilburg Muziektheater gestudeerd. Van 2015 tot 2019. Dat was aan het Fontys-conservatorium in Tilburg waar ik meteen voor de richting Musical koos.”
Hoe liep dat?
“Prima eigenlijk. Ik vond dat allemaal heel plezant. Dat was heel gevarieerd. Af en toe heb ik zelfs nog heimwee. Je leeft daar echt binnen een bubbel. Dat merkte ik erg tijdens het laatste jaar. Dan besef je plots, dat is hier straks gedaan. En wat dan? Maar je bent er uiteraard niet de enige die afstudeert. Bovendien werden we tijdens de opleiding vaak aangemoedigd om ook een Duits repertoire te zingen. Dat beviel mij enorm. Zo was ik in 2016 met een paar vrienden naar München gereisd om daar ‘Tanz der Vampire’ te gaan bekijken. Ik wist meteen dat ik deze voorstelling ooit wilde spelen. Op het einde van mijn studies zag ik nieuwe audities passeren voor die show. Die kans mocht ik niet laten liggen. En uiteindelijk kreeg ik de job.”
Lukt dat met de taal?
“Wij krijgen heel veel Duitse lessen aangeboden vanuit de productie. Dat wordt bijna gedrild, zodat ik de show kan spelen met een zo klein mogelijk accent. Op school heb ik natuurlijk ook al veel in het Duits gezongen. Dus het was niet compleet nieuw voor mij. Onze cast is ook erg internationaal. Heel wat Nederlanders, maar ook acteurs uit Engeland, Italië, Rusland, Oostenrijk, Zwitserland en Polen. Onder de cast wordt meestal Engels gesproken. Ik woon hier nu al twee jaar. Dus ik kan ondertussen goed mijn plan trekken zowel in het Engels als in het Duits.”
Wat kan je vertellen over ‘Tanz der Vampire’?
“We spelen in het Palladium Theater in Stuttgart en het gaat uiteraard over vampieren. (glimlacht) Professor Abronsius gaat samen met zijn assistent Alfred op onderzoek naar vampieren. Ze komen in een herberg terecht waar Alfred helemaal verliefd wordt op de herbergiersdochter Sarah. Zij wordt helaas door de Vampier Graaf von Krolock naar zijn kasteel gelokt. De professor en Alfred gaan op missie om haar te redden. Deze tocht is natuurlijk niet zonder gevaren of wat dacht je? Op zich een serieus stuk maar af en toe met een leuke kwinkslag.”
Wat is het grote verschil tussen België en Duitsland?
“Het grootste verschil is dat er in België bijna altijd bekende koppen gecast worden voor de hoofdrollen. Dat is in Duitsland absoluut niet het geval. Daar kiest men voor kwaliteit en wordt resoluut gekozen voor de beste kandidaat voor de rol. Wat natuurlijk kansen geeft aan jonge mensen die net van school komen en hun carrière willen opbouwen. Ook zie je in Duitsland nog grote orkesten die de show begeleiden, terwijl er in België vaak gekozen wordt voor een tape. Daartegenover staat wel dat de ticketprijzen in Duitsland wat hoger liggen dan in België om dit alles te bekostigen. Het heeft allebei voor- en nadelen.”
Een musical op poten zetten lijkt me een werk van lange adem. Tekst, muziek, dans,… Dat moet allemaal netjes in elkaar vloeien.
“Het is uiteraard een groot werk maar tussen het moment dat de acteurs het script ontvangen en de eerste try-outs zitten toch maar een viertal weken. Meer niet. Dat is natuurlijk intensief.”
En dan moet het nog beginnen?
“Klopt. En dat is ook best zware kost. Behalve op maandag spelen we elke avond een show. In het weekend doen we er vier. Dat maakt acht shows per week. Tussendoor worden er ook regelmatig cleaning-repetities gehouden. Door veel te spelen durf je al eens verder en verder van het origineel af te wijken. Die repetities zorgen ervoor dat je terug naar het midden opschuift. Veel vrije tijd is er dus niet. Ik probeer wel fit te blijven door regelmatig te sporten. Dat is echt wel nodig. Wat niet wegneemt dat we na de show ook wel een pintje drinken. Eéntje dan hé.” (lacht)
Welke dromen heb je nog?
“Ik hoop zeker nog een hoofdrol te mogen spelen in België, voor eigen volk. Mijn eerste professionele stapjes heb ik gezet in de productie ‘Albert 1’ van Historalia, voor het kasteel van prins de Merode in Westerlo. En tijdens de laatste weken van mijn opleiding heb ik ook nog in het ensemble van de spektakel-musical ’40-45’ van Studio 100 gespeeld. Maar een grote productie in Vlaanderen is er dus nog niet van gekomen. Ik denk dat dat écht heel speciaal moet zijn. Normaal gezien had ik dit jaar in België de rol van Mike Teavee in ‘Charlie and the Chocolate Factory’ gespeeld. Maar dat was helaas niet combineerbaar met mijn werk in Duitsland. Dus heb ik dat met heel veel spijt in het hart moeten afzeggen.”
Blijf je nog lang in Duitsland?
“Dat is wel de bedoeling. Sowieso tot maart volgend jaar en mogelijk nog met een verlenging tot september. Qua carrière zou het goed zijn om in Duitsland te blijven. Maar we zien wel. Ik laat het op mij afkomen.”
Is het trouwens leuk wonen in Stuttgart?
“Het is best een leuke stad. Zeker in de zomer. In de winter valt het wel wat stil. Maar ik heb hier voldoende vrienden om wat te socializen.”
Nog tips voor jonge acteurs en actrices die in jouw voetsporen willen stappen?
“Goh, neem zeker je studies erg serieus. En geniet er vooral van. En misschien, neem ook wat tijd om jezelf te leren schminken. In Duitsland, bij een wissel van de cast, doen we altijd de ‘Gouden Knoflook Award Show’. Ik heb al drie keer gewonnen in de categorie ‘Slechtste make-up’. (lacht) Gelukkig word ik nu als hoofdrolspeler geschminkt.”
Abonneer je op onze nieuwsbrief en ontvang elke maand een overzicht met de belangrijkste nieuwsberichten.