Wereldreizigers

Met paard en kar door Nederland, België en Frankrijk

Gepubliceerd: 24 september 2024  |  Door: Tom Claessen  |  Onderox editie: 245

RAVELS/NIEUWDORP(NL) — Carina Martens (65) en Toon Maandonks (70) trekken tijdens hun vakanties al jaren met paard en kar door België, Nederland en Frankrijk. Het is al tientallen jaren hun manier om met vakantie te gaan. Met de paarden Hanna en Trivia voorop, een woonwagen erachter en daarachter nog een aanhanger met hooi en twee elektrische fietsen. Sinds ze met pensioen zijn, houdt niets hen nog tegen om dat maanden aan een stuk te doen. “Je mag op onze leeftijd niet te veel meer overslaan van wat je graag doet”, grapt Toon.

En toch werd dit jaar een trip een paar weken ingekort. “Normaal vertrekken we in mei en komen we ergens in oktober weer terug thuis”, lacht Carina. “Maar dit jaar zijn we pas vertrokken na de verkiezingen in juni.”

Met paard en kar is een wel heel aparte manier om met vakantie te gaan. Vanwaar kwam dat idee?
Toon Maandonks: “Ik ben jarenlang chauffeur geweest en heb de grote wegen in Europa allemaal al wel gezien. Kilometers malen was mijn dagelijkse routine. Dan was het leuk om tijdens de vakantie iets helemaal anders te doen. En zo zijn we ooit eens op het idee gekomen om met onze paarden op tocht te gaan. Met de paarden gaat alles aan een gezapig ritme van 5 km/u waardoor je veel meer ziet en echt kan genieten van het landschap. En slapen doen we in onze ‘horsavan’, een caravan die is omgebouwd zodat er paarden of pony’s voor kunnen gezet worden. Deze manier van reizen vonden we allebei wel leuk en onze kinderen vroeger ook. Zo is die gewoonte ontstaan.”
Carina Martens: “Onze ‘horsavan’ is zo goed als zelfvoorzienend. Met zonnepanelen laden we overdag onze batterij op zodat we een hele nacht voort kunnen. We logeren op plekjes die mensen ons aanbieden. Tussen onze meer dan 5.600 volgers op Facebook zit er blijkbaar altijd wel iemand die in de gemeente woont waar we in de middag toekomen. Ik plaats elke dag een oproep voor een slaapplaats in het dorp waar we de dag nadien naartoe rijden en dan krijgen we altijd heel snel reactie. Zo komen we elke dag weer nieuwe, fijne mensen tegen.”

Een technologisch hoogstandje dus, jullie ‘horsavan’. Dat zou je zo van buitenuit niet zeggen.
Toon: “Ja, die aanpassingen aan de wagen hebben we zelf gedaan. Het is voor ons essentieel dat we zelfvoorzienend zijn. Wanneer we bij mensen logeren hebben we enkel ruimte voor onze wagen en de paarden en een beetje water nodig. De elektriciteit voor onze koelkast, ventilator, televisie en gsm’s wekken we dus zelf op.”
Carine: “Ik mag er niet aan denken dat we elektriciteit zouden moeten schooien aan onze gastgezinnen. Dat is voor ons een brug te ver. Daarom bepaalt de beschikbare zonne-energie ook ons vakantieseizoen. We gaan op pad zolang we met onze zonnepanelen de batterij voldoende kunnen opladen om de nacht door te komen. Als we merken dat we de batterij niet meer voldoende opgeladen krijgen, wordt het kompas op thuis, op Ravels, gezet.”

Het lijkt me een heel stressvrije manier van reizen, niet?
Toon: (lacht) “Dat lijkt nu misschien zo, maar de eerste week dat we op pad zijn, is het best wel stressvol hoor. Carine en ik hebben allebei onze taken. Carina zorgt voor het eten, ik voor de paarden. En voordat we vertrekken heb ik heel de route al in mijn hoofd. Ik weet welke bruggen we over moeten en hoe we de drukke wegen kunnen vermijden. Dat kost toch ook wel wat voorbereiding.”
Carine: “Ja, die eerste week wil je echt niet met ons meereizen hoor. (glimlacht) Dan moeten we ons systeem weer vinden. Wie spant welk paard in. Welke procedure volgen we zonder elkaar op de zenuwen te werken. Dat duurt altijd wel een tijdje voordat we dat weer helemaal uitgevonden hebben. Gelukkig zijn we die periode al weer een tijdje gepasseerd.”

De weg uitstippelen, Toon. Daar zeg je zo al iets. Aan 5 km/u vermijd je natuurlijk best de drukke wegen. Krijg je ooit te maken met verkeersagressie of medeweggebruikers die liever hadden dat jullie in Ravels zouden blijven?
Carina: “Dat valt eigenlijk goed mee. Automobilisten moeten soms wel eens een tijdje achter ons blijven hangen alvorens ze kunnen inhalen. Maar als ze dan voorbij komen gaat meestal een duim omhoog. Of ze stoppen een paar meter verder om een foto te nemen. Soms krijgen we ook wel eens een middelvinger, maar dat is hooguit één op de honderd.”
Toon: “We vermijden wel zoveel mogelijk de grote wegen, want het is ook voor ons niet fijn als we het gevoel hebben dat we het verkeer ophouden. En bovendien is er op die grote wegen eigenlijk niet veel moois te zien. Maar nu en dan gaat het wel eens fout. Zo waren we per vergissing eens op een nationale weg geraakt. En omdat het maar een paar honderd meter was voordat we weer konden afdraaien in de juiste richting, zijn we toen maar doorgereden. Maar toen kwam daar net een politiewagen aan. Volgens die agenten deden we niet echt iets verkeerd, maar omdat het toch wel wat gevaarlijk was, hebben ze ons begeleid tot we van die drukke weg af konden draaien. En één van die agenten zei toen nog dat als we ’s anderendaags geen slaapplaats zouden vinden we gerust bij hem mochten komen overnachten.”

Iedereen vindt jullie reismodus dus wel charmant, zelfs de arm der wet.
Carina: “Ja, dat lijkt echt wel zo. Als we ergens toekomen of een stop maken, duurt het nooit lang voordat er mensen bij ons staan om te vragen wat we precies aan het doen zijn, waar we vandaan komen en waar we naartoe gaan. De woorden die wij het meest horen zijn ‘prachtig, mooi, leuk en geweldig’. Dat is tof aan deze manier van reizen. We leggen heel gemakkelijk contact en er is altijd wel iemand om een praatje mee te maken. (lacht) Zelfs op momenten dat we dat eigenlijk eens liever niet willen. Zo zetten we ons eens in een verlaten paadje buiten het dorp om eens rustig onder ons tweetjes een boterham te eten, maar ook toen kwamen er weer twee fietsers aan met diezelfde vragen: van waar kom je? Waar ga je naartoe? Maar ook dan zijn dat toch weer wel leuke babbels, hoor. ’t Is fijn dat iedereen zoveel interesse toont.”
Toon: “In de periode van de zomer kwamen we zo op een middag aan in een dorp in Gelderland dat helemaal versierd was met oranje en blauw-wit-rode vlaggen. En ook toen stond er onmiddellijk een groep mensen bij ons om een praatje te maken. Ze kwamen zelfs aandragen met een mand vol streekproducten en een bak vol lekkers voor de paarden. Ik zei toen: ‘mooi dat jullie ons zo hartelijk ontvangen en dat jullie ons al deze cadeautje geven, maar het hele dorp voor ons versieren dat is er misschien toch wel een beetje over.” (glimlacht)
Carina: “Die hartelijkheid is echt wel opvallend op onze huidige Nederland-trip. Waar we ook komen krijgen we van de lokale boeren patatten, salade of andere groenten, een fles appelsap of melk. Met die melk heb ik gisteren trouwens nog bloemkool met witte saus gemaakt, want verse melk kan je niet lang bewaren. En vorige week kwam er zelfs nog iemand achterna gefietst om een fles streeklikeur mee te geven.”

Het is dus tot nu al een reis geweest vol liefde en hartelijkheid. Maar wat is het mooiste dat jullie deze zomer al gezien hebben op jullie tocht door Nederland?
Carina: “Aan 5 km/u over de kleine weggetjes zie je heel andere dingen dan wanneer je tegen 100 km/u over de snelwegen van de ene naar de andere bezienswaardigheid rijdt. Mooie kanalen of haventjes. Zeldzame vogels of mooie beelden. Elke dag is de moeite waard. Maar het mooiste dit jaar was wel dat we in Groningen twee keer het noorderlicht gezien hebben. Dat was echt een fantastisch beeld.”
Toon: “En niet alleen het noorderlicht. We hebben ook knappe zonsondergangen gezien, hé Carina.”

En wat vinden jullie paarden Hanna en Trivia van de reis? Is dit voor hen ook verlof of begint hun vakantie pas als jullie weer thuis zijn?
Toon: “Ook die paarden vinden het super hoor. Zij vinden het leuk om ingespannen te worden. Als ze ons ’s morgens alles horen inpakken, komen ze vanzelf al aanlopen. We zijn ze nog nooit moeten gaan halen. Maar we leven in die zes maanden dat we op pad zijn echt wel op het ritme van de paarden. We doen zo’n 20 kilometer per dag. Als we wat verkeerd rijden, kan dat eens een paar kilometer extra zijn. Maar het moet echt wel draaglijk zijn voor onze dames. En het mag ook niet te lang duren want ze kunnen niet plassen terwijl ze ingespannen zijn. We zorgen er dus altijd voor dat we ze op tijd weer vrij in de wei laten.”
Carina: “En tijdens onze trips krijgen ze ook veel meer aandacht dan wanneer we thuis zijn. Daar zijn ze allebei wel voor te vinden. Tijdens onze roadtrip zijn ze voortdurend bij ons en krijgen ze bovendien regelmatig een appel of een koekje als tussendoortje. Je merkt dan echt dat ze graag meegaan.”
Toon: “Ja, die paarden worden echt wel in de watten gelegd tijdens onze rondreis. Waar we ook komen, vragen mensen onmiddellijk of de paarden iets willen drinken. Aan mij vragen ze dat zo vaak niet, hoor!” (lacht)

Meer lezen van Tom Claessen
Meer lezen over
vakantiereizen

Meer Wereldreizigers

Wil je op de hoogte blijven?

Abonneer je op onze nieuwsbrief en ontvang elke maand een overzicht met de belangrijkste nieuwsberichten.