Wil je op de hoogte blijven?
Abonneer je op onze nieuwsbrief en ontvang elke maand een overzicht met de belangrijkste nieuwsberichten.
TEXAS/GEEL — In mei van volgend jaar zal het veertig jaar geleden zijn dat André Bens (73) en Annita Verstappen (73) uit Geel de Kempen ruilden voor Texas. Definitief, zegt het koppel. “We zijn verknocht aan het warme weer en de mogelijkheden die zo’n Amerikaans avontuur te bieden heeft.” Onderox Magazine ging op visite.
We ontmoeten André Bens en Annita Verstappen in de achtertuin van hun woning in Mansfield, niet ver van Dallas. Even nog en dan verkassen ze tijdelijk naar hun tweede woonst in de staat Colorado, om te ontsnappen aan de tropische hitte in Texas. “Annita is afkomstig uit Zammel, ik ben geboren in Elsum”, vertelt André. “Hoe we elkaar hebben leren kennen? Annita en ik hebben onze laatste jaren van de humaniora samen doorgebracht in het Atheneum van Geel. Daar is het allemaal begonnen.”
Of hoe studies de kiem kunnen leggen voor een lang en buitenlands avontuur.
Annita Verstappen: “Dat klopt, al was van dat studeren bijna niets in huis gekomen. We kwamen allebei uit een werkmansgezin en in die kringen was studeren destijds niet vanzelfsprekend. Andrés ouders zaten te wachten op een kostwinner, niet op een uniefganger. Zelf wist ik nog niet welke richting ik na de humaniora wou uitgaan, maar de universiteit was voor mij aanvankelijk geen optie. Onze leraars hebben er toen bij onze ouders op aangedrongen om ons toch een kans te geven op een universitaire opleiding. Met een studiebeurs is dat uiteindelijk ook gelukt.”
André Bens: “Samen volgden we een opleiding in de farmaceutische wetenschappen. Eerst in Antwerpen, nadien in Gent. Annita heeft nadien nog een extra opleiding gevolgd tot ziekenhuisapotheker, ik kon meteen aan de slag op de universiteit van Gent. Leuk detail: geen van ons beiden heeft ooit in een apotheek gestaan.” (glimlacht)
Annita: “Ik ging werken bij Beecham Pharma in Brussel. André kon na het behalen van zijn doctoraatstitel aan de slag bij Alcon-Couvreur in Puurs, een farmaceutisch bedrijf met hoofdzetel in Fort Worth. Daar stuurden ze hem al snel richting Texas. In 1985 zijn André, onze twee kinderen Wim en Sebastiaan en ik naar daar verhuisd.”
André: “We zijn begonnen met een klein huisje en amper 5.000 dollar aan spaargeld. Gelukkig heb ik het al snel tot vice-president kunnen schoppen. Later is ook Annita bij Alcon-Couvreur terechtgekomen en heeft ze in Texas haar doctoraat behaald.”
Druk, druk, druk en weinig tijd voor wat anders. Vat ik het zo goed samen?
André: “Ik heb me in ieder geval nooit verveeld. (lacht) Net voor mijn pensioen kochten we een ranch in Iredell, niet ver van Mansfield. Op dat landgoed hadden we meer dan twintig longhorns. Niet veel vroeger werd ik ook benoemd tot ereconsul van België voor Noord-Texas en Oklahoma. In die periode heb ik veel andere uitgeweken landgenoten ontmoet.”
Met het hele hebben en houden verhuizen, de Grote Plas over, hoe was dat?
Annita: “We hebben alles moeten achterlaten, op onze kleding en meubels na. Onze elektrische toestellen waren niet bruikbaar, planten mochten we zelfs niet meenemen. André had al vaker gereisd in functie van zijn werk, maar voor mij was het nieuw. Mijn ouders in Geel achterlaten viel mij enorm zwaar. Zij hebben maar één kind en plots waren zij ook nog eens hun twee kleinkinderen ‘kwijt’. Het heeft jaren geduurd vooraleer mijn ouders vrede konden nemen met een dochter in de VS. Niettemin hebben ze ons altijd gesteund en zijn ze ons naderhand regelmatig komen bezoeken.”
Was jouw heimwee van tijdelijke aard? Of is die nooit helemaal verdwenen?
Annita: “De pijn van het afscheid valt moeilijk te omschrijven. Er was hier werkelijk niets wat mij kon herinneren aan mijn verleden in België. Plots waren zelfs vertrouwde voedingsmerken niet meer vindbaar. En dan waren er nog de bijzondere gewoontes van de Amerikanen, die wij niet kennen. Alles was anders.”
André: “Tijdens de vakantieperiodes keerden we telkens terug naar Geel. Op die manier hebben we jarenlang niets van Texas gezien, maar na een tijdje leerden we hier toch andere mensen kennen en zijn we gewend geraakt aan de Amerikaanse way of life. Ook onze ouders hebben zich er gaandeweg mee kunnen verzoenen. In de verbeelding van Annita’s vader was Texas de thuisbasis van acteur John Wayne. Kwam hij bij ons op bezoek, dan droeg hij steevast een echte cowboyhoed.” (glimlacht)
Annita: “In het begin stuurden we cassettes naar België, waarop al onze stemmen te horen waren. We verzonden en ontvingen ook veel brieven. Om nog maar te zwijgen van de stapels foto’s die we naar Geel hebben gestuurd.”
Bijzondere gewoontes, zei je net. Wat bedoel je daarmee?
Annita: “Texas was oerconservatief. Nog altijd, trouwens. Zo wordt van iedereen verwacht dat hij of zij regelmatig een specifieke kerk bezoekt. Ook anders is het verkeer. In België hangen de verkeerslichten aan het begin van een kruispunt, in Amerika hangen ze áchter de kruising. Mijn eerste stop voor een rood licht was dus pal in het midden van de baan. Ik herinner me nog altijd het luide geclaxonneer van al die chauffeurs die het zagen gebeuren.”
André: “Ook typisch aan Texas is het ijs in elk drankje, de kans op vogelspinnen in de tuin, de vele schorpioenen die we in onze propere was hebben aangetroffen en de slang die ooit in ons huis opdook. Nog iets: tornado’s. In het begin doken we onmiddellijk de schuilkelder in. Tegenwoordig duiken we onder in de wijnkelder, dat is een pak aangenamer.” (lacht)
De meeste expats missen onze Belgische frieten. Zijn jullie de uitzondering op de regel?
Annita: “Zeker niet. Om ze hier te eten moet je bij McDonald’s zijn. Gelukkig zijn ze daar lekker.”
André: “Labour Day, Memorial Day of Thanksgiving: we hebben flink moeten wennen aan die hoogdagen. Voor onze eerste Thanksgiving hebben we zelf kroketten gemaakt, want die hebben ze in Texas niet. We hadden toen nog geen flauw idee hoe we die feestdag culinair gepast moesten vieren.”
Voelen jullie jezelf vandaag meer Amerikaan dan Belg?
André: “We blijven Belg in hart en nieren, maar voelen ons tegelijk ook honderd procent Amerikaans en Texaans. Dat mag ook wel, in mei van volgend jaar verblijven we al veertig jaar in de Lone Star State.”
Annita: “Wij keren bijna jaarlijks terug naar Vlaanderen, meestal in combinatie met een trip naar één of ander Europees land. Gaan we naar Geel, dan slapen we in Hotel Verlooy. Zoals het brood en het gebak daar smaken, smaken ze nergens anders. Bij elk bezoek worden we op één week tijd zo’n twee kilogram zwaarder.” (lacht)
André: “Het eerste wat we doen als we arriveren op Belgische bodem? Op zoek gaan naar een pak frieten met mayonaise, mosselen en lekker gebak. Maar vooral lekker tafelen en bijpraten met familie.”
Als er al sprake zou zijn van een blijvend gemis van iemand of iets, wat mag dat dan zijn?
Annita: “Doe dan maar 15 augustus, een absolute hoogdag voor de inwoners van Zammel. Ze hebben fantastische pretparken in Texas, maar die zijn niet half zo charmant als de kermis van Zammel op Moederdag.”
Jullie zijn intussen senioren. Ooit gedacht aan definitief terugkeren naar de heimat?
André: “Dat hoeft voor ons niet meer. We zijn verknocht aan Texas, we wonen niet ver van onze kinderen en kleinkinderen en zijn intussen allemaal Amerikaanse staatsburgers. Tegelijk hebben we vaak contact met onze familie en Belgische vrienden. Noem dat gerust the best of both worlds.”
Annita: “Door de carrières die we in Texas hebben opgebouwd kunnen we momenteel genieten van een mooi pensioen. We blijven actief en hopen nog lang te kunnen reizen. Met de nodige tussenstops in België, uiteraard.”
Abonneer je op onze nieuwsbrief en ontvang elke maand een overzicht met de belangrijkste nieuwsberichten.