Talent van eigen bodem

François Biermans viert 50 jaar in de horeca

Gepubliceerd: 28 september 2021  |  Door: Bert Huysmans  |  Onderox editie: 212

KASTERLEE — François Biermans (70) is een naam als een klok in het Kempense horecalandschap. 50 jaar geleden ging hij aan de slag in zijn familiezaak De Watermolen in Kasterlee, om er nooit meer weg te gaan. “Maar nu is het mooi geweest, tijd om de fakkel door te geven.”

50 jaar werken in de horeca, er zijn er niet veel die dat kunnen zeggen. François Biermans straalt als we ernaar verwijzen. De Kasterleenaar studeerde op zijn 18de af in de hotelschool, waarna hij zijn legerdienst opnam. “In augustus zwaaide ik daarvan af en op 1 september stond ik te werken in De Watermolen, de zaak van mijn familie. Eigenlijk hielp ik daar al veel langer mee, al van mijn 13de. Dat ging toen zo. De zoon van de bakker hielp mee in de bakkerij, de boerenzoon op de boerderij, en ik dus bij ons in de zaak.”

TRAPPISTEN EN IJSJES
Al zag het horecalandschap er toen nog helemaal anders uit. “Als het mooi weer was, dan moesten we werken. Desnoods drie weken na elkaar. Bij slecht weer, kon je verlof krijgen. We hadden een gigantisch terras met 300 stoelen. Trappisten en ijsjes, dat waren onze topproducten. De mentaliteit was nog helemaal anders. Op restaurant stonden er nog echt zilveren couverts met kandelaars, bloemen en kaarsen. Nu verlangen de mensen dat al lang niet meer. Je had enerzijds een restaurant en anderzijds een frituur. Toen zijn de brasseries opgekomen om uiteindelijk in aantal de bovenhand te nemen.” Door de plotse dood van zijn vader, François was toen 26 jaar, kwam de verantwoordelijkheid van de zaak volledig op zijn schouders te liggen. “Dat was niet evident. Mijn vrouw, Ida, heeft me daarin gelukkig altijd bijgestaan. Wij hebben heel ons leven alles gedeeld, intussen zijn we 48 jaar getrouwd. We waren altijd samen. Thuis en in de zaak. We hebben samen enorm hard gewerkt.” “Want horeca is een passie die ik altijd graag gedaan heb”, weet François. “We hebben er goed van geleefd, dat klopt, maar we hebben vooral ook altijd onze centen terug in de zaak gestoken. Want je moet blijven investeren.” Zo liet François samen met zijn vrouw begin jaren ’90 een hotel aan hun zaak bouwen en gingen ze zich meer op seminaries richten. “Maar toen we het hotel bouwden, hebben we daar alles ingestoken. We konden geen secretaresse betalen en deden dan maar alles zelf. Die tijd werkten we bijna 7 op 7, dat was niet eenvoudig. Maar ik ben nooit één dag tegen mijn zin gaan werken. Mijn rug en mijn heup hebben er wel een beetje onder geleden”, klinkt het met de glimlach.

KELNERS IN SMOKING
De hoogdagen situeerden zich volgens François tussen 1995 en 2008. Toen gooide de bankencrisis roet in het eten. “En de alcoholcontroles zorgden voor een mentaliteitswijziging. Dat is een goede zaak hoor, dat ga je mij niet horen zeggen. Maar financieel had dat zijn weerslag. Er werd veel minder gedronken, vroeger keek men niet naar de prijs van een fles wijn. Destijds gingen mensen minder vaak uit eten, maar gaven ze meer geld uit. Bij speciale gelegenheden ging men op restaurant, vaak helemaal op hun paasbest uitgedost. Dat had wel iets. In de jaren ’80 stonden onze kelners hier altijd in hun smoking. (lacht) Dat was toen zo.” “Het is niet meer de standaard, maar wij doen dat nog wel graag, ons opkleden om uit te gaan eten. Als ik naar een sterrenzaak ga bijvoorbeeld, nu doe ik dat niet vaak meer. Maar vroeger ging ik elke week op prospectie. Samen met mijn beste vriend André heb ik al die zaken bezocht. Hij was ook een grote wijnliefhebber. Dat waren fantastische momenten.”

EEN SCHOTEL VOL ASPERGES
Vriendelijk en beleefd zijn, daar hamerde François altijd op bij zijn personeel. “Je moet de mensen bedienen zoals je zelf graag bediend wordt. Dat is mijn lijfspreuk geworden. Ga zelf even op de stoel zitten en denk na. Wat wil jij dan? ‘Smakelijk eten’ en ‘alstublieft’ zeggen, dat kost je geen moeite. Als je je vriendelijk behandeld voelt, dan pas voel je je thuis. Je oogst wat je zaait.” 50 jaar horeca betekent ook heel wat memorabele momenten. “Te veel om op te noemen”, stelt François. “Leuke en minder leuke momenten. Ik heb een keer per ongeluk een schotel met asperges, met van die botersaus, over een meneer en een mevrouw gegoten. Zij hingen van top tot teen onder. Nu kan ik daar mee lachen, maar toen vond ik dat verschrikkelijk hoor. Weet je, het allerleukste is altijd als iedereen met liefde komt werken en als de mensen tevreden weer naar huis gaan… De babbel na de service vroeger, dat waren ook telkens legendarische momenten. Pure teambuilding. In de keuken werd al eens iets geroepen, daar kon dat dan goedgemaakt worden.”

HET JUISTE MOMENT
Na 50 jaar heeft François onlangs beslist om afscheid te nemen van de horeca. “Die 50 jaar was wel een getal dat ik wou halen. Stoppen na 48 jaar, dat is ook beetje onnozel, toch? (lacht) Het is het juiste moment om te stoppen”, klinkt het. “Al heb ik het er wel echt moeilijk mee gehad hoor, dat ga ik niet ontkennen. Ik loop er nog regelmatig binnen. Maar ik moet ze ook met rust laten, de zaak is in goede handen bij onze zoon Toon. Hoe ik mijn dagen nu ga vullen? Wij hebben al langer een appartement aan de zee en daar gaan we nu vaak naartoe. Golfen, wat fietsen, uitwaaien op het strand. En lekker gaan eten en drinken. Want gastronomie gaat er voor ons altijd bijhoren, zonder enige twijfel.”

Meer lezen van Bert Huysmans

Meer Talent van eigen bodem

Wil je op de hoogte blijven?

Abonneer je op onze nieuwsbrief en ontvang elke maand een overzicht met de belangrijkste nieuwsberichten.