Talent van eigen bodem

Comedian Vincent Voeten timmert aan eerste eigen zaalshow

Gepubliceerd: 24 mei 2022  |  Door: Peter Meulemans  |  Onderox editie: 220

BEERSE/HOOGSTRATEN – Eerder dit jaar nam Vincent Voeten (34) uit Beerse een derde keer deel aan Humo’s Comedy Cup. In tegenstelling tot de twee vorige edities behoorde Vincent deze keer tot de favorieten. Hij maakte die rol helemaal waar en kroonde zich in de Antwerpse Arenbergschouwburg tot winnaar. Iets wat uiteraard perspectieven biedt. Zo moet er in 2023 een eigen zaalshow op de rails staan. Ondertussen is Vincent nog altijd politieagent in de zone Hoogstraten. En dat levert af en toe goede moppen op. Zwartgallig en gortdroog, zoals hij zelf zegt, en met een sappig Kempisch accent.

Vincent, je bent politieagent, en doet nu stand-up comedy. Al wou je eigenlijk schrijver worden. Vertel eens, hoe is dat allemaal gelopen?
Vincent Voeten: “Tja. Zoals zo vaak is het eigenlijk allemaal zeer toevallig gegaan. Het klopt dat het schrijven mij wel ligt. Ik ben fan van de stijl van Herman Brusselmans. Dus ik zag me wel iets gelijkaardigs doen. Maar of je het nu wil of niet, het schrijven van boeken is een erg langzaam en eenzaam proces. Bovendien weet je nooit of je concreet met je product naar buiten kan komen. Dat zou dan erg jammer zijn van die vele, vele schrijfuren. Bij comedy ligt dat helemaal anders. Met een paar minuten tekst kan je van start gaan. En je kan het meteen uitproberen op publiek, waarbij je onmiddellijk feedback krijgt. Daarna kan je beginnen schaven en bijsturen. Dat blijkt me veel beter te liggen.”

Uitproberen op publiek, zeg je. Gaat het zo eenvoudig?
“Er komt natuurlijk ook heel wat voorbereiding bij kijken. Zo heb ik mij destijds ingeschreven voor een workshop over comedy. Ik ben trouwens samen met Jeroen Verdick gestart. Het is leuk om als twee Kempenaren samen aan de weg te timmeren.”

Het lijkt me dat je comedy niet echt kan leren maar dat het vooral talent is. Wanneer besefte jij dat het misschien wel iets voor jou kon zijn?
“Op de trouw van mijn schoonzus. (lacht) Die had me gevraagd om de ceremonie af te sluiten met een speech. Voor mij een momentje om enkele grappige verhaaltjes te vertellen. En dat sloeg, eerlijk gezegd, wel aan. Er werd hard gelachen en ik voelde me bijzonder prettig. Achteraf hebben heel wat mensen me aangespoord om daar meer mee te doen. Zo ben ik beginnen googelen en lezen en ben ik bij die workshops uitgekomen. Met dank dus aan de schoonzus.” (lacht)

Je neemt het haar niet kwalijk, neem ik aan. Hoe waren die workshops?
“Het klopt wel als je zegt dat je comedy niet echt kan leren. Ook niet via workshops. Dat is ook niet de insteek. Je krijgt wel heel wat tips mee, enkele basisregels die je best in acht neemt. Hoe hanteer je een microfoon bijvoorbeeld. Dat kan heel simpel lijken, en dat is het eigenlijk ook. Maar je kan daar ook wel wat mee verprutsen. Verder is het vooral een introductie in het wereldje. Veel netwerking. En je hebt uiteraard ook een toonmoment waarbij je voor publiek kan spelen. Dat is dan in het bekende comedycafé The Joker in Antwerpen. Ik kijk daar allemaal wel met heel veel plezier op terug. Dat was ook zeker het duwtje in de rug dat ik nodig had.”

Was het meteen een schot in de roos?
“Niet meteen. Dan merk je toch dat er een heel leerproces aan vooraf gaat. Bij mij alleszins. Ik herinner me bijvoorbeeld nog dat het bij Jeroen er wel ‘boenk’ op was. Voor mij was het wat zoeken. Maar dat valt meer en meer in de plooi door veel te spelen. Zo stelde ik al doende vast dat losstaande moppen en korte jokes me het best liggen. Geen lange verhaaltjes. Een rode draad moet je bij mij ook niet zoeken. (lacht) Verder vertel ik ook vooral grappen die ik zelf grappig vind. Dat lijkt logisch maar dat is het niet altijd. Vaak denk je bij het schrijven aan het publiek. Wat gaan zij hiervan vinden? Zouden ze dit wel grappig vinden? Maar dat werkt niet bij mij. Ik moet het in de eerste plaats zelf grappig vinden.”

Hoe moet ik me dat schrijven voorstellen? Lig je dan achter je computerscherm in een deuk met je eigen moppen?
“Niet echt. (glimlacht) Al voel je op dat moment wel aan of iets kan werken of niet. Ik probeer zoveel mogelijk ideeën te verzamelen. Als er mij ergens iets te binnen schiet, dat kan werkelijk overal zijn, noteer ik het. En dan leg ik schrijfdagen vast waarbij ik mezelf verplicht om alles uit te schrijven. Dat is soms best zwoegen en zweten. Het gaat vaak alle kanten uit. Soms heb je zoveel inspiratie dat je nauwelijks kan volgen met schrijven. Op andere dagen staat er na een uur nog niets op papier. Maar ik verplicht me wel om er actief mee bezig te zijn. Niet uitstellen. Het grootste probleem is echter die eeuwige twijfel. Wat je vandaag grappig vindt, lijkt dat morgen niet meer. Het gevoel van ‘ik ben het kwijt’ overvalt me meer dan eens. Dat is trouwens iets wat ik ook bij andere comedians vaak hoor.”

Op het podium ziet het er altijd uit alsof het niks is. Dat is dus niet zo?
“Verre van zelfs. Ik denk trouwens dat 90% van die ideeën het podium niet haalt. Recht de prullenbak in. En van die 10% die overblijft, valt nog eens een deel weg bij het spelen zelf, de try-outs en dergelijke.”

Tot zover de glitter and glamour…
“Het wordt zeker niet allemaal in de schoot geworpen. Ik heb een collega een keer horen zeggen dat er drie factoren belangrijk zijn: arbeid, geluk en talent. En dat twee van de drie zeker aanwezig moeten zijn om het te maken. Dat klopt misschien ook wel. Al probeer ik aan alle drie hard te werken. Zoals gezegd, het is toch wel intensief. Zowel het schrijven als het spelen zelf. Zeker als je het, zoals in mijn geval, nog combineert met een job. Geluk heb je natuurlijk ook nodig, maar dat kan je ook proberen af te dwingen. We zijn dan wel comedians met erg onregelmatige uren maar ik probeer altijd van mijn afspraak te zijn. Op tijd komen, zodat anderen zeker weten dat ze op mij kunnen rekenen. Ik merk dat dit geapprecieerd wordt. Talent moet er uiteraard ook zijn. Maar alleen daarmee zou je het ook niet redden.”

Je bent zo stilaan de bekendste politieman van Vlaanderen aan het worden, zeker na de Comedy Cup. Valt het allemaal nog te combineren?
“Dat is niet altijd evident. We hebben geen nineto-five-job. Dat maakt dus vroege en late shiften. Daarmee moet ik regelmatig bij collega’s vragen om te wisselen. Voor optredens rijden we heel Vlaanderen door. Dan is het niet altijd een pretje om ’s morgens vroeg terug op de afspraak te zijn bij de politie. Gelukkig, en dat meen ik echt, heb ik vele fantastische collega’s die daar alle begrip voor hebben en al heel wat shiften hebben gewisseld met mij. Daar ben ik ze uiteraard erg dankbaar voor. Ergens hoop je wel om kortelings van comedy te kunnen leven. Anderzijds werk ik ook wel graag bij de politie. Ze zijn naar mij toe altijd erg loyaal geweest. Ik wil dan ook zeker loyaal zijn naar hen toe.”

Ik kan me ook niet van de indruk ontdoen dat je politiewerk ook wel eens interessante ideeën oplevert.
“Zeker wel. Maar laat één ding duidelijk zijn. Er is heel veel verzonnen van mijn moppen. (lacht) Bepaalde situaties kunnen wel eens aanleiding geven tot ideeën maar die worden dan bij het schrijven wel aangepast, aangedikt en noem maar op. Wat ik wel ervaar is dat ik inderdaad die comedian ben die bij de politie werkt. Zo zijn er niet veel. Waarschijnlijk ben ik zelfs de enige. (lacht) Dat maakt het wat uniek en herkenbaar. Wat destijds de Colruyt was voor Philippe Geubels, is de politie voor mij. Ik steek niet onder stoelen of banken dat het commercieel interessant kan zijn.” (lacht)

Je wordt in Hoogstraten en omstreken toch nog serieus genomen als agent? Ik kan me voorstellen dat men wel eens denkt dat het ‘om te lachen’ is.
“Dat valt gelukkig wel mee. Zoveel word ik nog niet herkend. Het gebeurt wel eens dat iemand mij aanspreekt en zeker na de Comedy Cup kreeg ik af en toe wel eens gelukwensen. Bij de politieschool in Ranst is dat iets anders. Daar kennen ze me uiteraard en word ik vaker aangesproken. Maar dat is best oké.”

Ben je vaak op pad met andere comedians? En gunnen ze elkaar het succes?
“Zeker wel. Ik ken niemand met sterallures of vedettenstreken. Integendeel. Ze moedigen je aan en geven tips. Ik heb daar nog nooit afgunst gevoeld.”

Wat velen niet weten is dat je ook vaak in Nederland speelt. Hoe ben je daar zo snel in geslaagd?
“In 2017 speelde ik de finale van de Lunatic Comedy Award en later dat jaar won ik de Utrechtse Comedy Talent Award. Dat is de grootste stand-up wedstrijd in Nederland. Ik merk wel dat mijn humor goed werkt in Nederland. De scherpe kantjes mogen er daar gerust aan blijven. Maar je moet dat succes daar in de juiste context plaatsen. Nederland is een cabaretland. Stand-up comedy speelt daar een bijrol. Wat niet wegneemt dat ik erg blij was met die award. Maar zeggen dat ik een grote vedette ben in Nederland zou lichtjes overdreven zijn.” (glimlacht)

Je bent veel te bescheiden. Wat mogen we de volgende maanden nog verwachten van Vincent Voeten?
“Vooral veel optredens mag ik hopen. Na de Comedy Cup merk je natuurlijk wel dat er meer interesse is. Dus er komt in het najaar zeker een drukke periode aan. Maar verwacht nog niet de grote culturele centra. Daarnaast is het schrijven, schrijven, schrijven voor mijn eerste eigen zaalshow. Het is de bedoeling dat die in september volgend jaar van start gaat.”

MEER INFO
www.vincentvoeten.be
www.postbus11.be

Meer lezen van Peter Meulemans
Foto's gemaakt door Bart Van der Moeren
Meer lezen over
televisie

Meer Talent van eigen bodem

Wil je op de hoogte blijven?

Abonneer je op onze nieuwsbrief en ontvang elke maand een overzicht met de belangrijkste nieuwsberichten.