Talent van eigen bodem

Bart Vosters: "De waarheid? Ik lig daar niet van wakker!"

Gepubliceerd: 17 december 2020  |  Door: Bert Huysmans  |  Onderox editie: 204

ARENDONK — Bart Vosters (50) is een ervaren strafpleiter, met o.a. 23 assisenzaken op zijn palmares. Je kan hem en zes collega’s momenteel volgen in het VIER-programma ‘Justice For All’. Daarin geeft Vosters een blik achter de schermen van zijn opvallende job. “Je moet je cliënt geen blaasjes wijsmaken.”

Hoe zijn de reacties op het programma?
Bart Vosters: “Bij de mensen die niet in het vak zitten zijn die overwegend positief. (glimlacht) Sommige mensen aan de balie hebben al laten weten dat ze het geen goede afspiegeling vinden van een doorsnee leven van een advocaat. Dat klopt ook, maar een strafrechtkantoor is qua werking niet te vergelijken met een doorsnee kantoor. Er was kritiek omdat er geen vrouwen gevolgd werden, maar er zijn er blijkbaar verschillende gepolst, maar uiteindelijk heeft niemand van hen bevestigd. Het is nu eenmaal een sector waar veel mannen in zitten. Maar er zijn ook vrouwelijke strafpleiters hoor, een paar heel goede zelfs. Langs de andere kant zijn er heel veel mensen die zeggen dat ze blij zijn dat ze een blik achter de schermen van onze job krijgen. Ik vind het allemaal prima zo. Wie er niet graag naar kijkt, zet maar iets anders op.”

In de reeks valt het mij op dat jullie bijna allemaal zeggen: “ik wist meteen dat het enkel strafrecht zou worden voor mij”. Hoe komt dat?
“Het moet in je bloed zitten, anders hou je het niet vol. Als ik mijn agenda op maandag bekijk en op vrijdag terugkijk op die week, dan is het vaak helemaal anders gelopen. Die onzekerheid, ik zou het niet anders willen. De Salduzwet uit 2012 heeft daar veel in veranderd (daarbij kan een verdachte bijstand vragen al voor het eerste politieverhoor, nvdr.). We moeten dan binnen de twee uur daar kunnen zijn, ook als het in Antwerpen of Mechelen is.”

Hoe ben jij strafpleiter geworden? Want je had geen advocaten, juristen of magistraten in de familie.
“De interesse is er altijd geweest. Ik las de assisenpagina’s in de krant al van toen ik jong was. En ik keek naar het programma ‘Beschuldigde sta op’, op de toenmalige BRT. Ik kom eigenlijk uit het kunstonderwijs, maar ik ben toen op unief gegaan om rechten te studeren, om strafpleiter te worden. Een klein wonder dat dat gelukt is, want er zijn er niet veel.”

Wat maakt iemand tot een goede strafpleiter?
(denkt na) “In eerste instantie moet je goed kunnen luisteren en je inleven. Waar komt een probleem vandaan? Later moet je er gewoon zijn voor die mens op juridisch vlak. Zijn of haar spreekbuis zijn. Er staan voor die man of vrouw in de rechtbank. Een goede advocaat zevert niet om te zeveren. Veel collega’s denken dat ze hun kwartier moeten volmaken. Maar op den duur luistert niemand meer. Je moet iets te vertellen hebben, anders moet je zwijgen. En het dossier kennen natuurlijk, daar begint alles bij. Je moet je cliënt geen blaasjes wijsmaken. Als je weet dat hij niet vrijkomt, dan moet je geen vrijlating vragen. Als hij er slecht voorstaat, moet je dat ook durven zeggen.”

Jouw cliënt, hoeveel mag hij zelf in de rechtbank vertellen?
(overtuigd) “Liefst zo weinig mogelijk. Ik zeg het vaak: ‘je betaalt mij om het uit te leggen’. Het zou niet de eerste en al zeker niet de laatste zijn die zijn eigen ruiten ingooit. In een ideaal scenario zijn zijn laatste woorden in de rechtbank: ‘ik sluit mij aan bij mijn advocaat’. Kijk, mensen zijn zenuwachtig in zo’n situaties en ze zijn het niet gewend om voor een rechtbank te spreken. Tegen mij mogen ze veel babbelen, maar op de rechtbank niet.”

Moeten ze tegen jou de waarheid zeggen?
“Ik lig daar niet van wakker. Je weet het toch nooit zeker. Ik vraag er wel altijd naar. ‘Zeg mij wat jouw aandeel is, dan kan ik jou het best helpen.’ Je moet kunnen inschatten wat er nog uit de kast kan vallen. Maar ik kan niemand dwingen. Als ze flagrant liegen, dan is het moeilijk om ze te verdedigen. Maar als je iemand voor de eerste keer ontmoet in een politiekantoor in het midden van de nacht, dan is het ook niet evident dat die mij zomaar in vertrouwen gaat nemen. Dat werkt in twee richtingen. We kunnen geen vrienden zijn, maar een cliënt moet ook geen nummertje worden. Je bent vaak de enige steun en toeverlaat, zeker bij grote zaken.”

Welk onderdeel van de job doe je het liefst?
“Mij passie ligt bij assisen. Al kan je dat niet de hele tijd doen, het vergt veel. Ik heb ooit eens vier assisenzaken op twee maanden gedaan… Doe ik nooit meer. Het is heel vermoeiend. Je staat ermee op en gaat ermee slapen. In de voorbereiding moeten ze me bijvoorbeeld even met rust laten. Voor de mens in kwestie hangt er natuurlijk enorm veel vanaf. Het gebeurt meermaals dat ik aan het einde van een zaak zeg: dit doe ik nooit meer. Maar als ze een paar weken later bellen, dan twijfel je eigenlijk geen seconde.”

Heb je daar dan liever een andere bekende strafpleiter tegenover je? Of liever iemand onervaren?
“Ik heb het liefst iemand van een bepaald kaliber tegenover mij. Dan ben ik extra gemotiveerd om goed gewapend aan de start te komen. Dat doe ik altijd hoor, maar je hebt nu eenmaal liever iemand met wat bagage tegenover je staan. Ik heb ook liefst dossiers waar wat vlees aan zit. Een uitdaging waar je alles bij uit de kast moet halen. Daarom verdedig ik liever daders dan slachtoffers. Daar haal ik het meeste arbeidsvreugde uit. Kleine dossiers doe ik ook hoor. Het is op zich niet slecht om daar een evenwicht in te vinden.”

Wat zijn de grootste misvattingen over strafpleiters?
“Voor sommige mensen zijn we zelf half crimineel. Terwijl wij net aan zeer strikte regels gebonden zijn, ook deontologisch. Als het op het randje is, geef ik een dossier liever af. De lijn is soms dun. Nog een misvatting: dat we mensen altijd proberen vrij te krijgen. Klopt niet, wij verdedigen de dader, niet zijn daden. Ik ben de laatste om een moord of zware drugsfeiten goed te praten. Ik probeer wel uit te leggen waarom iemand iets heeft gedaan. Dat we poenpakkers en egotrippers zijn, dat is allemaal snel gezegd. Of dat we alleen maar pleiten op procedurefouten. Dat is tegenwoordig trouwens bijna niet meer mogelijk. En de mensen die daar kritiek op hebben zijn, als ze zelf in de problemen komen, de eerste om te zeggen: ‘zijn er geen procedurefouten te vinden?’”

Waarom plegen mensen misdrijven?
“Daar valt geen lijn in te trekken. We komen mensen van alle slag tegen: van daklozen tot personen met een kaderfunctie of rijkeluiszoontjes. Iedereen kan op assisen terechtkomen, maak je maar geen illusies. Iedereen kan een motief hebben om een misdrijf te plegen. Denk maar niet dat het alleen arme mensen zijn of gasten die een slechte jeugd hebben gehad. Verre van zelfs. Heel vaak zijn het mensen die alles voorhanden hebben om het goed te doen in het leven. Je zou denken dat als je genoeg gezond verstand hebt, dat je dan bepaalde dingen niet doet. Maar er heeft ook al een rector voor assisen gestaan hoor, of de advocaat-generaal in Wallonië, voor moord. Die moet toch bij uitstek weten dat dat niet mag. Er is altijd een achterliggend verhaal. Je hebt enorm veel redenen waarom mensen dingen doen die ze niet mogen. De echte psychopaten, dat is een absolute minderheid.”

Geloof je nog in de goedheid van de mens?
(zonder twijfel) “Zeker en vast!. Je wordt niet slecht geboren. Je wordt door je opvoeding of door omstandigheden de persoon die je bent. Je karakter wordt natuurlijk wel gevormd tijdens je eerste levensjaren. En fundamenten kan je moeilijker uitbreken.”

Je hebt veel ervaring. Kom je nog zaken tegen die jou verbazen?
“Absoluut! Ik denk vaak dat ik het allemaal wel gezien heb, maar dan doet er toch nog eentje weer een schep bovenop. Dan zie je zaken waarbij je denkt: hier moet je niet voor gestudeerd hebben, je weet toch dat dat gaat uitkomen. Dat je daar nooit mee weg komt. Maar toch gebeurt het.”

Hoe gaat het intussen met justitie in ons land?
(denkt diep na) “Hoe zal ik dit tactvol zeggen? Er zijn veel goede bedoelingen, maar er komt zelden iets van in huis… Ik maak me enorm druk over het gebrek aan efficiëntie en aan efficiënt databeheer. Ik heb een paar jaar geleden van een onderzoeksrechter nog het verwijt gekregen dat ik geen fax meer had. In 2016, geloof ik. Een e-mail, dat kon onder geen beding. Als ik een dossier wil inkijken, moet ik tegenwoordig met een oproepingsbewijs naar de griffie gaan. Die trekt dan een code uit zijn computer, met die code moet ik naar een vooroorlogse computerbak stappen, inloggen en dan krijg je het strafdossier. Je moet dat overschrijven of foto’s nemen van zo’n flikkerend scherm. Dat moet je eens proberen… Terwijl dat dossier daar dus gewoon digitaal op de computer staat. Is dat nu zo moeilijk om daar eens een programmeur op te zetten? In Nederland krijg je gewoon een mail met een link met het dossier in. Wij verliezen hier zoveel tijd, ik kan me daar blauw aan ergeren.”

Iets compleet anders dan. Jij bent samen met je zoon Mats een fervent supporter van Racing Genk.
“Klopt, we missen normaal gezien weinig matchen, zowel uit als thuis, en gaan ook Europees regelmatig mee. Mats heeft een handicap en in Racing Genk hebben wij een heel warme club gevonden waar je je altijd welkom voelt. Hun accommodatie is top en ze hebben ook een eigen supportersclub voor mensen met een beperking. De mensen van het bestuur komen altijd een goeiedag zeggen als we Europees meegaan… In Malmö, twee jaar geleden, was het bijvoorbeeld echt snerpend koud. Daar had een bestuurslid speciaal voor ons een onverhuurde businessbox geregeld om toch de wedstrijd te kunnen volgen en een beetje warm te blijven. Ze hebben tienduizenden supporters, maar geven je toch een goed gevoel. Zo’n avondje voetbal is ideaal om de wat zwaardere dossiers even achter mij te laten.”

Je maakt er zelfs reclame.
“Inderdaad. Als er een speler in Genk geel of rood pakt, wordt ons logo van de zaak getoond op de grote schermen met de slogan: ‘Ook een domme fout gemaakt? Crimilex
strafadvocaten’. Dat vonden wij wel geestig.” (glimlacht)

Tenslotte, hoe gaat Kerstmis er bij jou uitzien?
“Op kantoor hopelijk wat rustiger dan de meeste jaren. Het blijft een drukke periode. We hebben in deze coronatijd hoe dan ook al meer dossiers rond intrafamiliaal geweld, dat valt wel op. En je merkt in de eindejaarsperiode wel dat er meer diefstallen zijn, omdat sommigen niet willen onderdoen voor anderen. Maar goed, ik hoop alleszins op iets meer tijd met mijn gezin. Kerstmis en Nieuwjaar, daar houdt de criminaliteit nu eenmaal geen rekening mee. Ik vind eindejaar eigenlijk wel een fijne periode. De eindejaarslijsten op de radio, tv programma’s die terugblikken,… En normaal gezien ook kerstvoetbal. Ik kan wel wat hebben, en ik ben ook een positieve mens, maar heel die corona… Het mag ook voor mij wel stilaan gaan ophouden.”

MEER INFO
‘Justice For All’ is te volgen op VIER, op donderdagavond, via www.vier.be en op Streamz.

Meer lezen van Bert Huysmans
Foto's gemaakt door Bart Van der Moeren
Meer lezen over
televisie

Meer Talent van eigen bodem

Wil je op de hoogte blijven?

Abonneer je op onze nieuwsbrief en ontvang elke maand een overzicht met de belangrijkste nieuwsberichten.