Opvallende bezigheden

Tom Van Loock: voorvechter van curling in de Kempen

Gepubliceerd: 23 maart 2023  |  Door: Tom Claessen  |  Onderox editie: 229

TURNHOUT — Fysica-leerkracht Tom Van Loock (44) stak tien jaar geleden, samen met een aantal collega’s van het Heilig Graf instituut, het vuur aan de lont voor de lancering van Curlingclub Campina. Maar met het verdwijnen van de Turnhoutse ijspiste is het niet vanzelfsprekend om het Kempische curlingvuur brandend te houden. “We zijn nu een beetje als een voetbalclub zonder veld.”

Bij curling proberen vier spelers op het ijs granieten stenen tot zo dicht mogelijk bij het middelpunt van een cirkelvormig doel te laten glijden. De spelers kunnen de baan van de steen beïnvloeden door het ijs ervoor met borstels te vegen. Sinds 2013 is curling ook een Kempische sport. Een aantal spelers van de club hebben ondertussen zelfs al op Europese en wereldkampioenschappen gestaan. We spreken met curling-amateur Tom Van Loock af in Brasserie Tamboerke op de Turnhoutse grote markt. Een symbolische plek, zo blijkt uit het gesprek, want op het terras van ’t Tamboerke besloten vier collega’s tien jaar geleden om de curlingclub op te richten.

Curling, Tom? Hoe kwamen jullie op dat idee?
Tom Van Loock: (lacht) “Volgens het indianenverhaal dat de ronde doet, waren we op zoek naar een sport die ons via de kortste weg naar de Olympische Spelen zou leiden. Maar eigenlijk was de motivatie veel diepzinniger. Tijdens een gesprek in de leraarskamer zei iemand dat er zoveel verschillende sporten bestaan terwijl we ons in onze eigen sportkeuze maar beperken tot een klein aantal opties. Zo zou je zonder het te weten misschien wel bijzonder veel talent kunnen hebben voor een sport die je zelfs niet kent. Die gedachte bracht ons op een curling-initiatie in Mechelen en al snel stond een eigen curlingclub in de stijgers.”

Klinkt heel easy peasy. Was het zo makkelijk?
“Ja en neen. De curlingmicrobe bleek heel besmettelijk. Onze groep van vier groeide heel snel uit tot dertig leden. Maar het curlen zelf was een drama. Eigenlijk wist niemand van ons hoe je de sport fatsoenlijk moest spelen. Ik ben geen topsporter maar was met tennis, voetbal, lopen of andere nieuwe sporten altijd snel genoeg weg om er plezier aan te beleven. Niet met curling dus. De eerste maanden ging ik zo vaak met mijn gezicht op het ijs dat ik het na drie maanden volledig had gehad. Daar zaten we dan met een voorzitter van de club die het eigenlijk niet meer zag zitten.”

En toen? Een crisisvergadering en een switch naar een niet-uitvoerend voorzitterschap?
“Gelukkig kwamen we rond die tijd Esther tegen, een Nederlandse trainer. Zij is ons een trainingssessie komen geven en plots ging het wel. Tijdens die training bleek dat ik met deze sport eigenlijk helemaal buiten mijn comfortzone zit. Bij het werpen is het belangrijk om vlot over het ijs te glijden en dat vereist een goede lenigheid. Dat had ik als voetballer dus helemaal niet. Maar met de tips van Esther werd curling plots wél leuk. Na die training heb ik ook voluit voor de rol van veger gekozen. In een curlingwedstrijd moet iedere speler twee keer twee stenen werpen. Een andere speler geeft richtlijnen aan het team en de andere twee vegen het ijs voor de steen om die zo dicht mogelijk bij het doel te laten stilvallen. Ik vind het vegen in deze sport eigenlijk het leukst.”

Dat zullen ze thuis graag horen, niet?
“Die grapjes heb ik natuurlijk al vaak moeten horen. Voordat ik in dit curlingverhaal stapte, ging ik vaak hardlopen met een kameraad die ook een loopblog bijhield. In een stuk op zijn blog schreef hij toen dat al wie ooit al eens in mijn appartement geweest was, wist dat ik nog nooit een borstel had vastgehad. (lacht) Maar dat is ondertussen veranderd. Het is me zelfs al overkomen dat bij het schuren van ons terras de borstelsteel brak onder mijn enthousiasme.”

Gaat het er bij het curlingvegen dan zo heftig aan toe?
“Ja, vergis je niet. Dat wegen is echt wel fysisch belastend. Een curlingmatch duurt drie uur. Dat vergt echt veel energie. Op een kampioenschap speel je bovendien wel eens twee matchen per dag. Ik geraak tijdens een wedstrijd niet volledig buiten adem. Maar als ik op zo’n dag zes uur geveegd hebt, ben ik wel echt vermoeid.”

Ondertussen zitten jullie op jullie tiende verjaardag wel zonder ijsbaan. Hoe overleven jullie dat als club?
“Toen de ijsbaan in het centrum sloot, heeft onze club de ijsbaan op het industrieterrein mee open gehouden. Dat was op zich wel fijn omdat we zo ook de andere Turnhoutse ijssportclubs beter leerden kennen. Maar toen ook die ijsbaan de deuren sloot, zijn we uitgeweken naar de curlingbaan in Zemst. Dat betekent wel een flinke verplaatsing waardoor een aantal curlingrecreanten zijn afgehaakt. Maar voor de resterende leden is de curlingbeleving op een echte curlingbaan wel compleet anders. Op een schaatsbaan ontstaan groeven in het ijs waardoor de stenen compleet anders glijden. Curling op een schaatsbaan voelt een beetje als voetballen in een bos. Mocht er in Turnhout ooit terug een ijssportcentrum komen, hopen wij dat daar dan ook plaats zal zijn voor een echte curlingbaan.”

Meer lezen van Tom Claessen
Meer lezen over
sport

Meer Opvallende bezigheden

Wil je op de hoogte blijven?

Abonneer je op onze nieuwsbrief en ontvang elke maand een overzicht met de belangrijkste nieuwsberichten.