Wil je op de hoogte blijven?
Abonneer je op onze nieuwsbrief en ontvang elke maand een overzicht met de belangrijkste nieuwsberichten.
BEERSE — Wie dacht dat het straatorgel iets van de kermis uit vroegere tijden was, heeft het grondig mis. De rijdende muziekdoos brengt nog altijd leut en plezier bij de mensen. En wie in een café terechtkomt waar een dansorgel staat, kan moeilijk de benen stilhouden. De vereniging MechaMusica houdt de traditie van de dans- en straatorgels in ere. Gilbert Duerinck (71) uit Beerse is de voorzitter en dompelt ons graag onder in de wereld van de mechanische orgels.
Paaaam, pampampampampampam paaam… Als ik de straat van orgeldraaier Gilbert in Beerse inrijd, hoor ik plots de Boléro van de Franse componist Maurice Ravel, wat nu niet meteen uit mijn autoradio komt die permanent op Studio Brussel staat. Ik stap uit, kijk rond en daar zie ik de oorsprong van dit onverwachte concert. Gilbert heeft zijn draaiorgel onder de bomen in de voortuin gezet. “Om je te verwelkomen”, zegt hij. “Maar ik moet opletten dat er niet te veel buren komen meeluisteren. In het begin van de lockdown speelde ik elke avond voor hen maar ik ben ermee gestopt. De social distancing was niet meer te handhaven.” Het beste bewijs dat een dansorgel een bijzondere aantrekkingskracht heeft, nog altijd.
MUZIEK VAN KARTON
Gilbert legt het draaiwiel stil en plooit het muziekboek netjes in elkaar. Het is een dik pak stevig karton, volgeprikt met gaatjes. “Dat was vroeger vooral vrouwenwerk”, lacht hij. “In de orgelwereld zijn de noteurs die muziek schrijven meestal mannen, de vrouwen kapten de gaatjes.” Maar ook bij orgeldraaiers komt de digitalisering om de hoek kijken en heel wat van zijn collega’s zijn al overgeschakeld op de midi (elektronisch orgel, nvdr.). Gilbert zet stilaan de stap, al neemt hij niet graag afscheid van zijn muziekboeken. “Met een computergestuurde midi heb je meer mogelijkheden. Als orgeldraaier ben je voor de muziekboeken quasi afhankelijk van de orgelbouwer die samenwerkt met vaste noteurs. Het is moeilijk om buiten dat circuit muziekboeken aan te kopen.” Welke muziek zich het best leent voor draaiorgels? “Moeilijke vraag”, lacht Gilbert. “Daar zijn al veel discussies over gevoerd. In de dancings speelt een Decap-orgel meestal schlagers maar zelf hou ik meer van klassieke muziek. Mozart en Haydn componeerden ook voor mechanische instrumenten. De noteur heeft een belangrijke taak. Hij moet weten welke noten hij nodig heeft om een muziekstuk zodanig te transformeren voor een orgel dat iedereen de melodie nog herkent. En het orgel moet de mogelijkheid hebben om een stuk weer te geven, die combinatie is belangrijker dan de keuze van de muziek.”
GEËRFDE PASSIE
De liefde voor mechanische orgels werd Gilbert met de paplepel ingegeven. “In 1964 kocht mijn vader (Roger Duerinck, nvdr.) een 97-toets dansorgel dat in de jaren twintig was gebouwd door de Antwerpse orgelbouwer Mortier. Hij had het ontdekt in een boerenschuur waar het op een versleten kermiswagen stond. Het stond er blijkbaar al jaren want het boek dat in de mechaniek lag, kleefde vast aan de verduurde rubberrollen. Wat eens een prachtorgel moet geweest zijn, stond daar nu afgebladderd tussen rotte aardappelen, kippenmest en stro. Na enkele herstellingen arriveerde het bij ons thuis in Wuustwezel. Maar de garage die mijn vader er speciaal voor laten bouwen had, bleek te klein zodat er in ijltempo nog een muur moest worden uitgebroken. Ik heb als kind nooit anders geweten dan dat hij het orgel elke dag liet spelen. Dan komt de interesse vanzelf natuurlijk. Ik mocht al eens een boek opleggen en zag dat je met de muziek mensen echt kon amuseren. In 1998 overleed mijn vader. Mijn moeder besliste vrijwel meteen dat het orgel weg moest. Omdat niemand in de familie er enige affectie mee had, kon ik de verkoop niet tegenhouden en kwam het terecht in de Verenigde Staten. Ted Stahl, die het gekocht had, heeft het intussen gerestaureerd en ook wel wat verbouwd. Dat is niet zo vreemd bij grote dansorgels. In 2018 zijn we er met leden van MechaMusica nog op bezoek geweest en ik moet zeggen dat het een weerzien met een dubbel gevoel was.”
BELGISCH KAMPIOENSCHAP
Elke twee jaar organiseert MechaMusica het Belgisch Kampioenschap orgeldraaien in een andere Vlaamse gemeente. “Dit jaar is Maasmechelen aan de beurt”, stelt Gilbert. “Het was Geert Hoste die in 2004 de eerste editie inrichtte. Aan de toog van het cafeetje ‘In de Verzekering tegen de Grote Dorst’ in het Pajottenland waar de wedstrijd dan ook werd georganiseerd. Geert was zelf een fervente orgeldraaier. In 2007 nam MechaMusica het van hem over. De deelnemers stellen zich met hun draaiorgel op langs een uitgetekend parcours en de juryleden gaan van de één naar de ander. Ze letten o.a. op de staat van het orgel, de keuze en de kwaliteit van de muziek en hoe de orgeldraaier zich presenteert aan het publiek, want iedereen mag het parcours meewandelen. Bij elk kampioenschap merken we dat de belangstelling groter wordt, ook van jongeren. Voor onze vereniging van een honderdtal leden, van wie de gemiddelde leeftijd toch rond de zestig draait, is dat een opsteker voor de toekomst.”
MEER INFO: www.mechamusica.be
Abonneer je op onze nieuwsbrief en ontvang elke maand een overzicht met de belangrijkste nieuwsberichten.