Jools Melis, wereldklasse in voorbereiding van Parijs '24

Het gebeurt niet zo vaak dat we BMX (Bicycle Motocross) op televisie zien. Het is ook nog maar een olympische discipline sinds 2008. Maar het is boeiend om naar te kijken. Telkens opnieuw een explosie van dertig à veertig seconden met sprongen van meer dan tien meter. Een fractie van een seconde niet bij de les en je bent ongetwijfeld de laatste in de rij. Jools Melis toont me zijn prestatie op het afgelopen EK in Zolder. “De start is alles”, vertelt de jonge knaap. “Wij trainen erg veel op kracht, juist om zo snel mogelijk te starten. Je zit liever niet ingesloten in die eerste meters. Het niveau bij de renners ligt erg kort bij elkaar. Je kan vandaag top drie rijden en volgende week niet door de manches geraken.” Jools finisht als eerste in zijn manche en zal uiteindelijk knap derde worden. “En daar ben ik erg trots op”, glimlacht hij. “Ik ben eerstejaars Junior en dan is het niet evident om meteen op het podium te komen. Ik was trouwens de enige Belgische jeugdrenner die erin geslaagd was om door te stoten naar de finales. En of ik hier blij mee was.” Misschien nog straffer, in de time trial, vergelijk het met een ploegentijdrit in het wielrennen, behaalden Jools en zijn twee ploegmaten een zilveren medaille op datzelfde EK. Echt top dus als je weet dat ze het met twee Juniors opnamen tegen profs. Dat belooft.

VROEG BEGONNEN, HALF GEWONNEN
Dat de jonge Jools een dappere fietser was, merkten zijn ouders al toen hij nog maar 2,5 jaar oud was en zijn hulpwieltjes al aan de kant liet. En als hij niet in de Kastelse bossen aan het crossen was, vond je hem op het BMX-circuit van Dessel. “Ik denk dat dit vrij belangrijk is”, gaat de viervoudige Belgische kampioen verder. “Je hebt toch een bepaalde vaardigheid en techniek nodig die je best zo snel mogelijk onder de knie hebt. Naast heel veel lef en durf. We trainen hiervoor regelmatig samen met de spurters uit de atletiek. Er zijn veel gelijkenissen tussen de twee disciplines. Met Lieve Van Mechelen en Kristof Beyens hebben we ook twee trainers uit de atletiekwereld.” Op de afgelopen Olympische Spelen was duidelijk dat onze noorderburen absoluut wereldklasse zijn in deze sport, samen met Frankrijk en de VS. En waar zaten de Belgen? “Er waren helaas geen mannelijke renners bij de elite, enkel Elke Vanhoof bij de Dames. Maar er is beterschap op komst. Wannes Magdelijns is ook nog Junior maar superklasse. En bij de Dames zijn er de zusjes Gommers. Parijs ’24 zal misschien nog wat vroeg zijn, maar Los Angeles ’28 is voor ons allen een absoluut doel”, lacht de BMX’er.

MEDIA-AANDACHT
Als we Jools mogen geloven, was BMX in de VS. de best bekeken discipline van Tokyo ’20. Het snelle en explosieve karakter, waar de Amerikanen zo dol op zijn, zal daar niet vreemd aan zijn. Maar ook in Colombia zijn BMX-renners absolute vedetten met waanzinnig veel volgers op sociale media. “Ik zie het hier niet meteen gebeuren maar we kunnen op z’n minst proberen”, lacht de tiener. “Kijk maar naar hockey. Het succes van de Red Lions doet hockeyclubs boomen en zo krijg je meer instroom, meer talent, meer aandacht. Het zou leuk zijn als we dat binnen BMX ook kunnen realiseren.” De BMX-sport staat jammer genoeg niet op de eerste rij als het om grootverdieners gaat. Zeker als Junior blijft het vooral investeren in de toekomst. Want de verplaatsingen zijn nooit onder de kerktoren. “We zijn al blij als er een wedstrijd in België is want het is een erg mondiale sport met verre verplaatsingen. En reizen is natuurlijk niet gratis. Maar gelukkig hebben we met Hans Corvers, ook bekend in de motorsport, een mooie sponsor gevonden, en daar zijn we erg blij mee.” Op dit moment is Jools net gestart aan zijn zesde jaar ASO aan het Sancta Maria Instituut in Kasterlee. Hij volgt er de richting Economie-Wiskunde, wat niet altijd eenvoudig te combineren is met de vele verplaatsingen. Zeker niet als je weet dat hij al gauw twintig uren per week aan het BMX’en is. “Maar de school werkt er goed aan mee. Gelukkig. Ik ben regelmatig een gans weekend weg, en dat is dan inclusief vrijdag en maandag. Het is al meermaals gebeurd dat ik voor en na een wedstrijd, ergens in Frankrijk of zo, aan het studeren ben voor een examen. Niet altijd eenvoudig maar mijn punten zijn zeker oké. Voor volgend jaar weet ik het nog niet. Bij voorkeur wil ik verder studeren maar we hebben nog even om dit juist in te vullen. Ik ben eigenlijk meer bezig met de volgende manches van de wereldbeker in Turkije”, lacht Jools.