Wil je op de hoogte blijven?
Abonneer je op onze nieuwsbrief en ontvang elke maand een overzicht met de belangrijkste nieuwsberichten.
Raf Liekens over de bezetenheid van de mannen met het kromme stuur.
Ik sta aan de bevoorrading van de Niner Benelux Gravelride aan het oergezellige Sas 5 in Dessel. Kilometerpaal 102. De sfeer is ontspannen. Bidons vullen, suikerwafels eten met de beentjes in het gras. Een gezapige tocht op de laatste warme nazomerdag van het jaar, zo lijkt het. Maar schijn bedriegt. Ik ben op pad met een groep vrienden die deze sport serieuzer neemt dan de doorsnee wielertoerist. Mannen (en één heel straffe vrouw) die met trainingsschema’s werken, mountainbike-marathons winnen en mooie uitslagen rijden in granfondo’s. Als we vertrekken voor de laatste 33 kilometer over de mooiste dreven en grindpaden van de Kempen, veranderen die vriendelijke gezichten in genadeloze killers. Het is vooraf niet afgesproken, maar toch weet iedereen dat het gaat gebeuren: zo dadelijk is het koers. De voorbije drieëneenhalf uur stonden in het teken van ‘zo economisch mogelijk in de finale geraken’. Eten, drinken, genieten van de weidse landschappen, en vooral niet te veel in het rood gaan. Niet zo simpel, want deze gravel ride is een afmattingstocht met de allure van Parijs-Roubaix, maar dan met lastige zandstroken in plaats van kasseien. Na de droge zomer lijken die op motorcrossparcoursen. Op de ergste strook van vorig jaar, ‘In love with Sandy’, was het opnieuw loeihard op de pedalen rammen om niet stil te vallen en ondertussen wandelende en neerploffende voorliggers te ontwijken. Om het nóg zwaarder te maken, was organisator Codagex op het vrolijke idee gekomen om ons dwars over het strand van de Lommelse Sahara te sturen: een witte woestijn waarin je wielen zo diep wegzakten dat je er vloekend alles moest uitpersen om nog vijf km/u te rijden. Eén fout en je stond te voet. Twee helden van onze groep slaagden erin om die hele zandbak door te ploegen zonder een poot aan de grond te zetten. Zelf moest ik af en toe een stukje strandwandeling inbouwen. Slecht voor de moral! Na deze vijfsterrenstrook hadden we een kleine 70 kilometer op de teller, ongeveer halfweg dus, en merkte ik dat de adrenaline bij sommigen ‘het zot in de kop’ had gebracht. Plots zat de vaart er stevig in. Dat heb je vaker: één hindernis die iedereen pijn doet, en het spel zit op de wagen. Maar dadelijk zal het nog harder gaan. Dadelijk is het koers.
CHOCO
De organisatie heeft enkele gloednieuwe gravelbikes ter beschikking gesteld van een zevental gelukkige deelnemers. Zij mogen de fiets uitproberen tijdens deze rit. Zelf heb ik er gisteren eentje getest, omdat ik op de dag zelf liever met mijn mountainbike wou rijden. Ik was nogal sceptisch over de meerwaarde van gravelbikes, in een markt waar je al MTB’s en cyclocrossfietsen hebt. Maar mijn eerste rij-ervaring met de blitse Magic Carpet Ride Niner was toch een meevaller. De gravelbike reageerde minder nerveus dan een crossfiets, en combineerde het comfort van een MTB met de positie van een koersfiets. In het voor- of najaar was dit wellicht de ideale keuze geweest voor deze monstertocht. Maar nu, in het malse zomerzand, was hij in het nadeel tegenover de MTB’s met hun bredere banden. Intussen is de finale in volle gang. Dré, een prille zestiger met het koersinstinct van een jong veulen, legt er flink de pees op, terwijl wij als een sliert rinkelende blikken aan zijn kuiten hangen. Op een lang smal stuk langs het kanaal richting sas 7 glippen hij en Senne nog net voorbij een tragere groep. Wij worden opgehouden en moeten lijdzaam toezien hoe de vogels gaan vliegen. Een halve minuut later – het lijkt een eeuwigheid – draaien we een bredere bosweg op. Geschakel. Geratel van kettingen. Als dolle honden zetten we de jacht in. Briek en ik lossen elkaar af zo hard we kunnen, terwijl we de vele putten in de weg trachten te ontwijken. Minutenlang rijden we op de limiet. Het gat wordt kleiner, maar trager dan ik zou willen. We zitten in een parcourssegment waar een helm te winnen is voor de snelste tijd. Senne en Dré weten dat ook. Plots komt Jef ons van achter uit op de nek gevallen. Hij is de beste van onze bende en wil die helm. Onmiddellijk gaat hij naar de kop en we moeten onze tenen uitkuisen om het wiel te houden. Briek neemt één keer over, ik ben al blij dat ik er nog aan hang. Nog 20 meter en we zijn erbij. Hopelijk valt het dan even stil. Nee, vergeet het. Jef zal blijven vlammen. Ik overweeg nu elk moment te lossen. Nadenken is het dodelijkste wat je kunt doen tijdens een maximale inspanning. Er mag maar één gedachte zijn: Ik. Los. Dat. Wiel. Niet. Nooit! Een schuiver van Briek in een bocht onderbreekt mijn gepeins. Ik kan er niet langs. Jef is de pijp uit. In de verte zien we hem voorbij de twee koplopers gaan. Die helm is van hem. Na het dolle segment wachten Senne en Jef op de rest van de groep. Dré stoomt vrolijk door, ook bij Briek is er nu geen houden meer aan. Met tegenzin haak ik aan. Op de laatste zware zandstroken hang ik als een halve zombie in zijn wiel terwijl we slalommen tussen de zich vastrijdende deelnemers. “Kwaremont of recuperatiedrank?” vraagt een vrouw onder de finishboog. Het duurt een halve minuut voor ik een verstaanbaar antwoord heb gepreveld, en nog twee minuten voor ik het verfrommelde bonnetje uit mijn achterzak heb gehaald. Ik ben in dit coronajaar niet één keer zo choco geweest als vandaag. Maar de Kwaremont en de echte hamburgers smaken des te beter. Scheer je weg, smerig coronabeest, zodat we volgend jaar weer vaker van dit soort momenten kunnen genieten!
Abonneer je op onze nieuwsbrief en ontvang elke maand een overzicht met de belangrijkste nieuwsberichten.