Bijzondere plaatsen

Tarcitiusscouts blaast honderd kaarsjes uit

Gepubliceerd: 23 februari 2023  |  Door: Suzanne Antonis  |  Onderox editie: 228

GEEL — De honderdste verjaardag, dat moet gevierd worden en dat zullen de jongens van de Tarcitiusscouts op de Eikevelden in Geel — na enkele moeilijke coronajaren — dan ook uitbundig doen. Met tal van activiteiten en tot 16 april 2023 in het Gasthuismuseum een overzichtstentoonstelling van honderd jaar scoutswerking in Geel. Onderox Magazine dook met oud-leiding en de huidige groepsleider in hun rijke geschiedenis.

Ze zijn met velen, de verenigingen en jeugdbewegingen die in dit decennium hun honderdste verjaardag zullen vieren. Niet verwonderlijk als we even terugkijken naar de jaren tussen 1920 en 1930. Wereldwijd was iedereen opgelucht dat een vreselijke oorlog voorbij was en dat hij of zij die had overleefd. Jaren die barstten van optimisme, durf en eindelijk weer kansen, kropen in ons geheugen als ‘The Roaring Twenties’. De scoutsbeweging in Vlaanderen gaat nog iets verder terug in de tijd. Oud-groepsleider Jozef Goebels: “Het begon met het boek ‘Scouting for Boys’ van de Britse luitenant-generaal Robert-Baden Powell dat net voor de Eerste Wereldoorlog overwaaide naar België. De man was betrokken bij de opleiding van rekruten en putte daaruit ideeën om jonge mensen te leren samenwerken. Dat is ook de essentie van scouting: een vriendengroep creëren en ervoor zorgen dat iedereen die in een ‘patrouille’ wordt opgenomen ook meekan. In de beginjaren was dat vooral georiënteerd op het buitenleven: je plan trekken, je eigen potje koken, je materiaal sjorren met hout en koorden en op een tocht je weg vinden. Het was samen vooruitkomen en elk jaar dat je bij de scouts was, moest je iets meer onder de knie hebben. Eindtermen ‘avant-la-lettre’ dus.”

VAN STRAATGROEPJES TOT EEN ECHTE JONGERENVERENIGING
In Geel ontstond de scoutsvereniging uit straatgroepjes. Oud-groepsleider Roger Dams: “Je had de jongens van de Stationsstraat, de Werft, de Collegestraat… Kinderen zochten elkaar op om samen te spelen op straat. Het was Clement Vervecken, destijds bekend van de kledingwinkel ‘De Lange’, die in 1922 naar voren kwam en met enkele Geelse trekkers de eerste scoutsvereniging oprichtte. Eenvoudig was het niet. Clement kreeg tegenkanting van de kerk en het onderwijs die het als een bedreiging van hun gezag zagen want tot dan toe hadden zij de controle over wat jongeren in hun vrije tijd uitspookten. In het archief vonden we een verhaal terug dat jongens die met hun geel scoutssjaaltje naar de belofte-aflegging trokken door de leraren van het college terug naar huis werden gestuurd.” Het hield het Aloysiuscollege echter niet tegen om kort na de Tweede Wereldoorlog zelf met een scoutsgroep te starten. Jozef: “Alleen voor hun studenten en onder toezicht van een aalmoezenier. Onze vereniging had intussen de naam Tarcitius aangenomen.” Qué? Stijn Gebruers die enkele jaren geleden nog groepsleider was, legt uit: “Tarcitius zou een Romeinse jongeling geweest zijn die in de derde eeuw de communie naar de zieken bracht. Onderweg is hij door heidenen overmeesterd en gestenigd wat tot zijn dood leidde. Onze vereniging kwam bij hem uit toen Karel Sterckx naar de abdij van Averbode trok en er enkele boekjes over heiligen kocht om te zien wie het best bij de geest van onze werking paste. Dat is dus Sint Tarcitius geworden.”

MOEILIJKE JAREN
In een tijdspanne van honderd jaar zitten onvermijdelijk ups en downs. Voor de Tarcitiusscouts was dat niet anders. Roger: “In de beginjaren hebben we verschillende keren een terugval gekend omdat het ontbrak aan een degelijke leiding. Ook de oorlogsjaren waren niet evident. Scouts mochten hun uniform niet dragen en moesten ondergronds gaan. Toch werden ze opgeroepen om zich ten dienste te stellen van de bevolking. Zo vonden we in het archief dat jongens toen de post van Geel naar Mol brachten. Of ze hielpen bij het herbegraven van gesneuvelde soldaten. De scouts waren toen kinderen van amper 17 jaar oud! Ook de zilveren kist van de Heilige Dimpna werd tijdens de bevrijding door hen bewaakt. Of ze organiseerden optredens om geld in te zamelen voor de gezinnen die het in de oorlog moeilijk hadden.”

VAN TENTEN IN EEN ACHTERTUIN TOT HET ECOHUIS
De huisvesting van de Tarcitiusscouts is een verhaal apart. Doorheen de geschiedenis hebben ze zowat alle hoeken van Geel gezien. Jozef: “Het was telkens een zoektocht. We hebben in de jongensschool van Holven gezeten, bij iemand thuis, achter een café, onder een tentzeil… In 1956 konden we naar de schuur van het Gasthuismuseum. Daar vonden we 14 jaar lang een onderkomen, tot we op de Eikevelden ons eigen lokaal mochten bouwen. Eerst nog een bescheiden optrekje maar in 2008 waren de ambities groter. In samenwerking met een ondernemer die er wel wat in zag om ecologisch te bouwen, en met veel vrijwilligers uit onze vereniging, legden we de eerste strobaal. Zes jaar later was ons splinternieuw gebouw klaar. Maar ook dat ging niet van een leien dakje. Financiële perikelen brachten de scouts tot bij de afgrond. Met vereende krachten en allerlei activiteiten werden er fondsen verzameld om de schuldenlast die op de schouders van de Tarcitiusscouts was gekomen, terug te betalen.”

SCOUTSWAARDEN ZIJN BLIJVERS
Een maatschappij verandert, maar de oorspronkelijke scoutswaarden blijven overeind. Tibe Auwers is vandaag groepsleider van zo’n 120 leden, verdeeld over kapoenen, welpen, jongverkenners en verkenners. Tibe: “Elk jaar houden we een belofteweekend waar elk lid dat overgaat naar een oudere scoutstak, zoals we de afdelingen noemen, zijn engagement uitspreekt. Voor de kleintjes zijn dat eenvoudige zaken zoals: ik ga dit jaar zoveel mogelijk naar de spelnamiddagen komen. De oudere leden engageren zich al wat serieuzer. Zelf heb ik nu de belofte afgelegd om mijn verantwoordelijkheid te nemen als groepsleider. Ook het toekennen van een totem is een blijver, een ceremonie die in het derde jaar van de verkenners wordt georganiseerd. Op basis van je karaktereigenschappen kent de tak waarin je zit je een totem toe in de vorm van een dier dat min of meer overeenkomt met jouw ingesteldheid. Het is een erkenning waar elk scoutslid op die leeftijd echt naartoe leeft.”

SAMENWERKEN EN SPELEN
Het boek van Robert-Baden Powell indachtig, ligt de nadruk bij de spelnamiddagen nog altijd op samenwerken. Tibe en Stijn: “Het is de rode draad in heel onze werking en vooral in ons zomerkamp. We sjorren samen tafels, een vlaggenmast en uiteraard de legendarische HUDO. Voor de maaltijden hebben we een kookploeg maar één kampdag moeten we ons eigen potje koken op een houtvuur. Het populairste gerecht? ‘MacAdam’: dat is puree met ajuin en gehakt in één hutsepot. Het ziet er niet uit maar het smaakt heerlijk. En het maakt scouts tot wat scouts horen te zijn: met beperkte middelen overleven in een wereld waar veel rond ‘hebben’ draait. En als we daarin kunnen samenwerken, lukt het wel.” 

TENTOONSTELLING
De tentoonstelling, in samenwerking met het Gasthuismuseum, loopt nog tot 16 april 2023. De expo start in het museum zelf. De Tarcitiusscouts hopen er veel oud-leiders te ontmoeten zodat ze de hiaten in hun honderdjarige geschiedenis kunnen aanvullen. Iedereen is welkom van donderdag tot en met zondag van 13.30 tot 17 uur. Groepen op afspraak. www.100jaartarcitius.be en www.gasthuismuseumgeel.be

Meer lezen van Suzanne Antonis

Meer Bijzondere plaatsen

Wil je op de hoogte blijven?

Abonneer je op onze nieuwsbrief en ontvang elke maand een overzicht met de belangrijkste nieuwsberichten.