Bijzondere plaatsen

SCK CEN neemt de handschoen op in de strijd tegen kanker

Gepubliceerd: 24 november 2022  |  Door: Jef Aerts  |  Onderox editie: 225

MOL – Tot voor kort liep er een openbaar onderzoek naar het project MINERVA van het nucleaire onderzoekscentrum SCK CEN. Dat vormt het eerste deel van de deeltjesversneller voor het MYRRHA-project, ’s werelds eerste multifunctionele onderzoeksreactor die aangedreven wordt door een deeltjesversneller van 300 meter lang. Zoiets noemt men een wereldprimeur. Maar dat is niet het enige waar ze bij SCK CEN, waar de fonkelnieuwe directeur-generaal Peter Baeten (50) 70 verjaardagkaarsjes mag uitblazen, terecht trots op zijn.

Peter Baeten is doctor in de nucleaire wetenschappen. Sinds 1995 is hij aan de slag bij SCK CEN en hij legde in die periode een indrukwekkend professioneel parcours af. Dat er niet op lauweren gaat gerust worden, mag duidelijk zijn. Nog voor we het hebben over het MYRRHA-project, wil hij toch even uitpakken met een nieuwigheid-uit-eigen-huis: kankerbestrijding en ontmanteling als topprioriteit. Noviteiten waar de maatschappij baat bij zal hebben. De BR2-reactor is trouwens al jaar en dag een internationale draaischijf voor medische radio-isotopen, de ontmanteling van de BR3-reactor was ook al een Europees pilootproject. Maar ook onze kapstok is er eentje die best wel baanbrekend mag genoemd worden. Al werkt dit niet altijd zomaar van vandaag op morgen. Tot er heldere tekst en uitleg volgt van de kersverse directeur-generaal.

‘Den Atoom’ is hier ondertussen al lang bekend. Maar misschien is het goed om nog even te duiden hoe de nucleaire sector hier terechtkwam. Dat had alles te maken met het Manhattan-project. Voor alle duidelijkheid, daar werd de eerste atoombom ontwikkeld?
Peter Baeten: “Het verhaal zal mogelijk bekend zijn. Dankzij het uranium uit de Belgische kolonie Katanga konden de Amerikanen de atoombom sneller maken dan de Duitsers, die er ook aan werkten.”

Goed gezien indertijd van dhr. Edgar Sengier van Union Minière, die preventief vanuit de toenmalige kolonie Congo al ruim duizend ton uraniumerts in Amerika opgeslagen had? Toen Einstein de Amerikaanse president waarschuwde dat de Duitsers werkten aan een atoombom raakte hij snel van zijn stock verlost?
“Ja. Het zorgde er wel voor dat ons land al heel vroeg als ‘geschenk’ toegang kreeg tot de civiele toepassingen van kernenergie. Om die toepassingen te bestuderen, zag het nucleaire onderzoekscentrum het levenslicht. Dat onderzoekswerk plaatste de Kempen op de (nucleaire) wereldkaart. In 1954 werd gestart met de bouw van de eerste onderzoeksreactor in België: BR1. In 1956 was die klaar. In minder dan de tien volgende jaren werden maar liefst drie extra reactoren gebouwd. Het bracht de uitbouw van een hele sociale structuur met zich mee. Er werd huisvesting voor de werknemers voorzien. En er kwam meteen ook infrastructuur om te sporten. De komst hertekende het hele sociale landschap in de buurt. Meteen was SCK CEN een pionier op vele vlakken, diverse instellingen nestelden zich rondom. Zo had je Eurochimic en Belgonucleaire. Die laatste ontwikkelde, samen met SCK CEN de MOX-brandstof. 70 jaar later is SCK CEN wereldwijd nog steeds de bakermat van nucleaire expertise.”

En ik die dacht dat die Mixed Oxydes een uitvinding van de Fransen was?
“Neen, MOX is eigenlijk een nuttig hergebruik. Een vondst van hier. In 1973 begon de NV Belgonucleaire met een beperkte productie voor de BR3-reactor en voor de snelle reactoren. Vanaf 1986 werd er gestart met de industriële productie voor lichtwater-reactoren.”

De vernieuwing swingt hier de pan uit. U lijkt me zelf bijzonder fier op de realisaties in de medische sector. Want dat is iets waar niet iedereen – gelukkig maar – van op de hoogte is?
“We zijn heel actief en innovatief in de strijd tegen kanker. Momenteel zijn we aanwezig in 25 procent van de wereldmarkt op vlak van diagnostische radio-isotopen. Nu zijn we aan de slag met een nieuwe toepassing. Dat gaat om radio-isotopen die zich verankeren aan een specifieke molecule. Als die ingespoten wordt bij een mens, gaan die moleculen op zoek naar kankercellen. En net die vallen ze aan, niet het omliggende weefsel. Dat is een grote winst. Bij andere therapieën zoals bestraling wordt veel gezond weefsel getroffen, dat is hier niet het geval. Op dit gebied is een radio-farmaceutisch product op basis van lutetium-177 al op de markt. Het wordt o.a. ingezet bij de bestrijding van maag-, pancreas- en darmtumoren. Maar we gaan nu een gebouw zetten om dat product nog zuiverder en dus doeltreffender te maken. Houd er wel rekening mee dat, voor een dergelijk middel goedgekeurd op de markt kan komen, dat een hele lange vergunningsprocedure moet doorlopen. En dan spreek ik nog niet over – pakweg – de Amerikaanse markt waar weer andere maatstaven gehanteerd worden. Al kan er altijd een deel van het dossier mee overgenomen worden in de goedkeuringsprocedure. Ik stel altijd dat we onze rol in de strijd tegen kanker verbreden. Specifiek om zuiver lutetium-177 te bereiken, zal er ook een nieuw gebouw opgetrokken worden.”

Ongelooflijk hoopgevend en ik kan me voorstellen dat er wereldwijd nogal wat vingers gekruist worden. Hoe zit het intussen met MINERVA en MYRRHA?
“Dat is een heel ander verhaal. Het uiteindelijke doel van MYRRHA is de transmutatie van het hoogradioactief afval uit de bestaande kerncentrales. Transmutatie wordt toegepast op gebruikte kernbrandstof die nog niet verwerkt is. Van al het afval dat de Belgische kerncentrales in 50 jaar produceerden, is al 9 procent behandeld. Dat komt niet meer in aanmerking voor transmutatie. De radiotoxiciteit van dergelijk afval heeft een halveringstijd van 300.000 jaar. Het genereert ook warmte en heeft uiteindelijk een hele oppervlakte nodig om opgeslagen te worden. Ik ga het eenvoudig houden: neem je eigen huishoudelijk afval. We hebben geleerd om dat netjes in diverse fracties op te splitsen. De ene kan makkelijk verder verwerkt of hergebruikt worden, de andere vergt meer moeite. Datzelfde willen we bereiken met het onderzoek aan de hand van het MYRRHA-project. Zo willen we de uiteindelijke geologische berging van het hoogradioactief afval optimaliseren door het volume kleiner te maken, de radiotoxiciteit heel fors te verminderen en de warmteafgifte fors te verlagen. Op termijn kan dit een aanzet betekenen voor de uitbouw van industriële kernafvalverbranders. Maar dat is een gegeven dat op grotere schaal aangepakt moet worden. Iets belangrijks dat van MYRRHA nog kan gezegd worden is dat door de deeltjesversneller de kettingreactie meteen kan stilgelegd worden. Dat maakt het heel veilig. De toekomstige reactorkern is ‘subkritisch’, dat betekent dat hij niet voldoende splijtstof bevat om zelf de kettingreactie te onderhouden. Om de grootste betrouwbaarheid te verzekeren, kozen onze experten voor een lineaire versneller. De versneller krijgt een lengte van 300 meter, zodat de bundel voldoende energie kan bereiken.”

Het eerste openbare onderzoek is als ik me niet vergis afgerond. Is het al mogelijk om een timing te plakken op het vervolg?
“Voor MINERVA rekenen we erop om in de periode 2026 – 2027 rond te zijn. Voor MYRRHA is dat rond 2034 – 2035.”

Om dergelijke zaken rond te krijgen heb je toch personeel nodig dat én véél slimmer is dan ondergetekende én – vooral – technisch x-aantal keer bekwamer?
“We zijn de voorbije 5 jaar gegaan van 600 naar 900 personeelsleden. Dat we in de Kempense grond stevig verankerd zijn, zie je ook in ons personeelsbestand. De grote meerderheid van onze medewerkers komt uit de nabije omgeving. Dat zijn zowel reactorpiloten als wetenschappers en administratief personeel. Mogelijk speelt de bereikbaarheid hier een rol. Anderzijds zijn we ook heel internationaal georiënteerd, zeker voor heel specifieke profielen zoals experten in deeltjesversnellers. Die lokaal-internationale mix is één van onze sterktes.”

Meer lezen van Jef Aerts
Meer lezen over
maatschappij

Meer Bijzondere plaatsen

Wil je op de hoogte blijven?

Abonneer je op onze nieuwsbrief en ontvang elke maand een overzicht met de belangrijkste nieuwsberichten.