Bijzondere plaatsen

Onze reporter gelooft in kabouters (en maakt er zelf eentje)

Gepubliceerd: 27 januari 2022  |  Door: Peter Briers  |  Onderox editie: 216

HERENTHOUT — Eind vorig jaar werd na maanden van speculeren duidelijk wie schuilgaat achter de sprookjesfiguren in het Merodebos. Sinds die bekendmaking gaat War Mariën (69) door het leven als ‘ kabouterkunstenaar’. “Mijn dwergen zullen nog een poos in het bos blijven kamperen”, verklapt hij. Straffer nog: eind januari krijgt de houten bende het gezelschap van… kabouter Onderox. Onze reporter stond mee aan de wieg van het nieuwe personage.

Elke maand neemt onze reporter een atypische, spannende of relaxerende activiteit onder de loep. Kritisch, maar met een kwinkslag rapporteert hij zijn wedervaren. Deze maand: kabouterkunst.

Maandenlang hebben voorbijgangers er alles aan gedaan om de bedenker van de sprookjesfiguren in het Merodebos te ontmaskeren. Net voor eindejaar kwam de man zelf uit de knutselkast. “Rond Pasen konden de mensen nog maar weinig anders doen dan wandelen”, vertelt War. “In die periode heb ik uit pure verveling een houten kabouter gemaakt. Mijn vrouw naaide een muts, ik voegde er een baard van wol aan toe en het eerste personage was klaar. Zo is het allemaal begonnen.” Eén kabouter werd al snel Sneeuwwitje en de zeven dwergen. “En wat doe je als je eenmaal bezig bent? Dan maak je er ook nog een heks en een ridder bij. In oktober hadden weer en wind de figuren aangetast en heb ik ze weer binnengehaald, om ze te restaureren. In de plaats kwamen acht paddenstoelen. Op een dag stonden daar twee stenen kabouters onder, achtergelaten door een wandelaar. Dat vond ik geweldig. Het illustreert dat andere mensen volop meedenken.” De aanleiding tot de kabouterkunst? “Mijn passie voor hout”, vertelt War. “De geur die vrijkomt als je er mee bezig bent, is een groot genot. Ik zou er high van kunnen worden.”

EEN RECHTS GEVOEL
Werken met hout als bron van ontspanning, het is wat therapeuten al langer aanbevelen bij mensen die kampen met depressies en burnouts. “Hout doet mensen weer aarden”, schreef psychiater Dirk De Wachter daarover in één van zijn naslagwerken. We nemen de proef op de som en vragen Mariën om ons te assisteren bij de creatie van een nieuw personage: een miniatuurjournalist, genaamd Onderox. Het kind moet een naam hebben en waarom het ver gaan zoeken? Eerste hindernis: ik ben zo onhandig als de pest en heb geen enkel werktuig in huis. Nooit gehad, overigens. Ik moet mijn eerste plank ooit nog zagen, mijn eerste gat nog boren. Het verklaart waarom ik aan beide (linker)handen nog vijf vingers heb. “Materiaal is geen issue”, stelt War gerust. “Mijn doel is om aan één van jouw linkerhanden een rechts gevoel te geven. Geloof me, elke mens heeft een dosis handigheid. Waar een wil is, is een weg. En wees gerust, de perfectie heb ik zelf ook nog altijd niet bereikt.” Dat laatste is vooral te zien aan zijn eerste figuren, geeft hij toe. “In het begin hadden mijn kabouters van die dikke platte neuzen en ronde gezichten. Door beter werk te maken van de neus is het uiteindelijk gelukt om geloofwaardige kabouters te maken.” “Belangrijk is om elke stap in het productieproces goed te overdenken. Moet jouw dwerg stilstaan of wandelen? Houdt hij het hoofd recht, of schuin? Bij elke stap zal het een kwestie zijn van aandachtig in de spiegel te kijken. Hoe beweeg ík mij? Wel, die houding is identiek voor de kabouter.”

BOSSEN VAN LAPLAND
Onze kabouter tot leven wekken doen we in een geïmproviseerd atelier. Verspreid over de ruimte staan zaagmachines, op de werkbank ligt een uitgebreide collectie beitels klaar voor de finishing touch. Dat is voor later. “Zo ver zijn we inderdaad nog niet. Eerst bepalen we de houtsoort.” Daar knelt al meteen het schoentje: ik kan geen spar van een bonsai onderscheiden. “Het hout van een linde is zacht en heeft geen vezels die ons kunnen afremmen”, legt War omstandig uit. “Hout van een kastanje heeft wel nerven. Die kunnen een mooi effect opleveren, maar voor een beginner is het geen vanzelfsprekende materie. Het is een kwestie van kiezen.” We gaan voor een blok lindehout waar de ruwe bast nog aan zit. Als Mariën demonstreert hoe de schors met een handbijl verwijderd moet worden, lijkt het alsof een kind de was kan doen, maar dat valt dik tegen. “En toch moet de hele schors eraf. Laat je ze eraan, dan droogt het hout trager en biedt het ruimte voor insecten. Die zouden jouw kunstwerk kunnen aantasten.” Stap twee voelt aan als een openbaring: het hout schaven maakt een geur vrij die mij in de diepe bossen van Lapland doet wanen. Niet dat ik daar ooit al geweest ben, het is duidelijk mijn fantasie die met mij aan de haal gaat. Of is dat het gevoel waar War het zonet nog over had?

NIEUWE HOBBY
Wat volgt, zijn de ledematen. De armen worden gemaakt van zogenaamd krentenhout, de benen van stevige takken van de kastanjeboom. Voor de voeten wordt er een decoupeerapparaat bijgehaald. Een wipzaag, voor de kenners. Ik kan beter dan verwacht met het ding overweg en besef plots: dit wordt mijn nieuwe hobby. Straks mag iemand anders dit rubriekje schrijven. Kers op de taart is het hoofd. “Kijkt de kabouter streng, sip of blij? De selectie van de expressie is belangrijk. En ga je voor een gelijmde of een uitgehouwen neus?” We kiezen voor de snelste oplossing: een uitstekende neus die met houtlijm aan het hoofd wordt gekleefd. Verder ook nog een nieuwsgierige blik, een gulle lach en kabouter Onderox is klaar. Met een lengte van meer dan een halve meter zal zijn aanwezigheid in het Merodebos niet onopgemerkt voorbij gaan. Eind januari sluit het nieuwe personage aan bij de kabouterfamilie die al langer in het bos ronddwaalt. “De bedoeling is dat deze kabouter het gezelschap krijgt van een aantal andere creaties, maar of álle dwergen in het bos zullen blijven, is niet zeker. Voor 2022 heb ik alvast nieuwe ideeën. Die wil ik eerst bekijken met het Agentschap Natuur en Bos, de beheerder van de Merode.”

SHOPPEN
Laatste horde: de keuze van de kleding. Voor een man die heel zijn garderobe aan C&A heeft ontleend en zo goed als geen enkele andere winkel van binnen heeft gezien, is shoppen geen sinecure. Het is eind december, de solden zijn nog niet voor morgen en dus wordt het tweedehands textiel uit één of andere kringloopwinkel. Kabouters hebben gelukkig geen kapsones. Ik slalom wat onbehendig tussen de rekken met occasie kinderkleedjes en steek er nu en dan eentje in de lucht om het te keuren, als plots een winkeldame op me toestapt. Of ze me kan helpen? “Ik zie je wat aarzelen, vandaar de vraag”, lacht ze. “Is het voor een jongen of voor een meisje?” Er volgt een korte, ongemakkelijke stilte. “Voor een kabouter”, zeg ik haar. Waarop ze me verontwaardigd aankijkt en misnoegd haar gat keert. Dan zegt een man al eens de waarheid, is het weer niet goed. Na drie kringloopwinkels geef ik het shoppen op en roep ik de hulp in van een vriendin, van wie de kinderen net de kabouterlengte zijn ontgroeid. Het wordt een blauwe short en een opzichtig rood T-shirt, met vooraan — in de vorm van een perskaart — de naam van het personage: Onderox. Vanaf 22 januari te bewonderen in het Herenthoutse Merodebos. Al je hem kan vinden, tenminste.

WIN EEN GRATIS DINER!
Zin in een gratis diner voor twee personen, ter waarde van 75 euro? Zoek dan onze kabouter, neem er een selfie mee en deel de foto op jouw social media. Zorg er wel voor dat je ons tagt via @onderoxmagazine. Geen social media? Zend de selfie naar info@onderox.be. Deelnemen kan tot en met zondag 6 maart 2022. De winnaar wordt persoonlijk verwittigd.

Meer lezen van Peter Briers
Meer lezen over
onder de loep

Meer Bijzondere plaatsen

Wil je op de hoogte blijven?

Abonneer je op onze nieuwsbrief en ontvang elke maand een overzicht met de belangrijkste nieuwsberichten.