Bijzondere plaatsen

Onze reporter gaat nog verder van het padje af

Gepubliceerd: 25 mei 2023  |  Door: Peter Briers  |  Onderox editie: 231

KRETA — Spannend, spannender, spannendst. Europese toeristen halen hoe langer hoe meer de neus op voor saaie strandvakanties. Op zoek naar avontuur wagen ze zich aan canyoning, raften of diepzeeduiken, onvoorbereid en niet zelden met gevaar voor eigen leven. Kreta krijgt de laatste jaren vooral af te rekenen met adrenalinejunkies die met zware motoren langs steile bergtoppen scheren, off road. Onze reporter trad in hun wielsporen en kan het (nog net) navertellen.

Elke maand neemt onze reporter een atypische, spannende of relaxerende activiteit onder de loep. Kritisch, maar met een kwinkslag rapporteert hij zijn wedervaren. Deze maand: off road op Kreta. (slot)

Wat voorafging: tamelijk verveeld door de eentonigheid van bewegwijzerde routes, verlaten we op het Griekse eiland Kreta met onze Honda Enduro vrijwillig de verharde wegen. Halfweg richting Ano Viannos draaien we een smal pad op dat ons via bergpaden naar het kleine dorp zal leiden. Hopen we. Daar wacht ons straks een feestmaaltijd, als beloning voor zoveel lef op onbekend terrein. Doe maar moussaka. Misschien een glaasje bubbels erbij, wie weet. Het gekozen pad is niet zonder hindernissen. De ongevaarlijke kiezels aan het begin van de weg veranderen al snel in grillige rotsformaties. Toch lukt het ons om overeind te blijven, aan een slakkengang weliswaar. Alleen onze timing rammelt, want goed twee uur verder is het plots pikdonker. Het enige licht dat ons nog rest komt van de maan. Van op de top die we met de grootste moeite hebben bereikt, kijken we uit over drie dorpen in evenveel verschillende windrichtingen. Het kompas dat we eerder die dag in een buurtwinkel hebben teruggelegd omdat we zes euro te veel geld vonden voor zo’n plastic ding, had ons nu aardig uit de nood kunnen helpen.

BUBBELS
Afgaan op het ruisen van de zee is onze enige optie. Dat laatste is nooit een goed idee als je bijna geen hand voor de ogen ziet en er een gevaarlijke afdaling zit aan te komen. We bundelen al onze mannelijke intuïtie (waarvan we vooraf niet eens wisten dat die bestond) en kiezen voor de meest zuidelijke richting. Met een beetje geluk is het onooglijke dorp in de verte Keratokambos. Enfin, dorp? Eén straat langs de kustlijn, daarmee is alles gezegd. Anderhalf uur lang halen we halsbrekende toeren uit, verdwijnt de eindbestemming om de haverklap uit ons vizier en vrezen we voor de weerbaarheid van onze banden. Vallen we hier in panne, dan brengen we de nacht door op rotsen en is het nog maar de vraag wie ons morgen komt depanneren. Langzamerhand dringt het tot ons door waarom MotorClub toeristen verbiedt om off road te rijden. Die Kretenzers zijn niet van gisteren. Het is al ver voorbij middernacht als we met de tong op het stuur Keratokambos bereiken. Onze intrede doet alvast één voornemen sneuvelen: onze intentie om tijdens deze reis geen vertrouwde plaatsen aan te doen, al zal ons dat nu worst wezen. We zijn al lang blij dat Jorgos, de uitbater van Taverna Kriti, ons onmiddellijk herkent. “Pedros! Geertos!” (Voor wie geen Grieks spreekt: Peter! Geert!) “Wat mag het zijn?”, vraagt hij. Moussaka. En cava, één glas voor elke gevaarlijke afdaling die we vandaag zonder kleerscheuren getrotseerd hebben. Het belooft een korte nacht te worden.

LEKKE BAND
De volgende ochtend brengt ons een dilemma: het verstand of het hart. Het verstand sluit een verder onverhard parcours resoluut uit, het hart wil niet liever dan nog meer avontuur, al liep dat gisteren maar net goed af. “Als het lukt om één dag onverhard te cruisen, wees dan blij en niet onverstandig. Hou het op die ene keer”, had gids Nikolaos Mavkakis vooraf gewaarschuwd. Na het ontbijt valt de beslissing: we gaan toch weer off road. Meer nog: we willen eerst de Sarakinas Canyon verkennen, om dan met een wijde bocht weer terug naar de kust te rijden. De canyon blijkt een prima keuze: de panorama’s zijn fenomenaal, de wegen vlot berijdbaar. Wanneer we laat in de namiddag, in het hart van de Asterousia-regio, overschakelen op een parcours van keien en kiezels, lijken we het lot uit te dagen. Tijdens een klim die ieder verstandig mens zou mijden, gaat het fout. Mijn compagnon scheert onhandig langs een scherpe rots en hoort hoe plots de lucht uit zijn voorste band ontsnapt. Shit happens, maar moet dat uitgerekend hier? Er zit niets anders op dan met een lekke band weer af te dalen. Pas wanneer we een verharde weg hebben bereikt, alarmeren we de depannagedienst van MotorClub. Het is drie uur wachten aan de rand van een dorp dat alles wegheeft van het hol van Pluto. Een winkel? “Hebben we niet, meneer.” Een fles water? “In Pirgos, dik tien kilometer verder. Ik heb wel Ouzo.” Bij net geen veertig graden, in de vlakke zon? Sommige Kretenzers zijn duidelijk wel van gisteren.

GEKKO’S
De technicus van MotorClub heeft gelukkig niets in de gaten. Door het stof van de motor te halen hebben we elk spoor van off road-toeren vakkundig gewist. De Honda wordt ter plaatse geruild voor een ander stalen ros. Het in- en uitladen duurt zo lang dat de tijd die ons rest nog net volstaat om een slaapplek te zoeken. Toeval wil dat de Kretenzers die avond het slot van een regionale feestdag vieren, waardoor elk hotel nokvol zit en we na twee uur vergeefs zoeken stranden in een ongure buurt. “Jullie eten willen? En slapen doen?” De man die het ons vraagt lijkt als twee druppels water op Saddam Hussein. Een verre neef misschien? Wie zal het zeggen. “Eerst eten”, zegt Sadam. In minder dan tien minuten tijd wordt een bord opgediend met daarop een stuk van een beest waarvan we alleen maar kunnen hopen dat het van een eetbare soort is. Ik gok op gegrilde geit, in het beste geval, mijn kameraad vermoedt een gepekelde eekhoorn. Soit, het smaakt. Na zo’n bewogen dag moet het niet eens goed zijn, als het maar veel is. Dat hij een vriend heeft met nog een vrije kamer, laat de zaakvoerder weten. We kunnen wel juichen, tot we de accommodatie te zien krijgen: een ruimte zonder ramen, airco of proper beddengoed, en die bij nader inzien toch niet zo vrij is als gedacht. Over de muur kruipt een kleine kolonie landsalamanders en van op het plafond staren drie gekko’s ons verbaasd aan. Best schattig, zo’n beestjes. In een documentaire, tiens, niet in het echt. Eén voordeel wel: de kamer is gratis. Met dat geld kunnen we de volgende dagen wat anders doen. Een kompas kopen, ik zeg maar wat.

LENTAS
Ongewassen — de kraan in de badkamer doet het niet, het toilet zonder bril al evenmin — rijden we de volgende ochtend naar de kust. Verhard, want beide kanten van de enige baan in die richting zijn afgebakend met prikkeldraad om waaghalzen niet op slechte ideeën te brengen. Tijdens de rit voelen we het overal kriebelen, want raar maar waar: van die drie gekko’s in de kamer was ‘s morgens geen spoor meer. De euforie is groot als we enkele uren later Lentas bereiken, een charmant oord in een zuidelijke uithoek van het eiland. In de laatste beschikbare kamer die het dorp nog in de aanbieding heeft, tossen we voor wie eerst mag douchen. Ik speel een beetje vals en win. Op de slotdag passeren we eerst nog langs Georgioupoli, de thuisbasis van onze gids. “Wat we uit dit helse avontuur hebben geleerd?”, wil Mavkakis weten. Nou, geen klein beetje. Drie dingen, zowaar. Dat onverhard cruisen op Kreta niets voor watjes is. Dat gratis kamers nooit zomaar gratis zijn. En dat er — wat mijn reisgezel ook mag beweren — hoegenaamd niks mis is met een man die gilt als een hysterische vrouw als hij in de douche plots een meegereisde gekko over zijn been ziet kruipen. 

MEER INFO
www.motorclub.gr

Meer lezen van Peter Briers

Meer Bijzondere plaatsen

Wil je op de hoogte blijven?

Abonneer je op onze nieuwsbrief en ontvang elke maand een overzicht met de belangrijkste nieuwsberichten.