Wil je op de hoogte blijven?
Abonneer je op onze nieuwsbrief en ontvang elke maand een overzicht met de belangrijkste nieuwsberichten.
STEEG (Oostenrijk) – Jaarlijks wanneer de winter voor de deur staat, halen in Tirol de boeren hun koeien van de hoge Alpenweiden naar hun winterverblijf in het dal. In heel wat dorpen maken ze hier een feestelijke gebeurtenis van. Almabtrieb heet dit. In Steeg, in het Oostenrijkse Lechtal, waren ze dit jaar aan hun twintigste editie toe en wij tekenden present.
Terwijl in andere delen van Oostenrijk maar ook in Tsjechië en Polen midden september het noodweer toeslaat, liggen de Alpenweiden er in het Lechtal vredig bij. Of toch niet helemaal. De eerste sneeuw op de hoogste toppen viel dit jaar op 12 september, wat niet echt uitzonderlijk is maar toch wel vroeg. We waren trouwens getuige van die eerste sneeuw. Die ochtend namen we in Warth de kabellift Steffisalp naar een hoogte van 1.900m voor een wandeling naar de Körbersee, een meertje omringd door bergen en ooit verkozen tot mooiste plek van Oostenrijk. Boven hadden sneeuwvlokken een witte laag over het landschap gelegd. Nog geen dik pak, maar toch net genoeg om mooie foto’s te maken voor de kerstkaarten van dit jaar.
GRILLEN VAN DE NATUUR
Een Tirolerboer moet je niets wijsmaken over het weer en kent de grillen van de natuur in de bergen als geen ander. Enkele jaren geleden maakte ik dezelfde wandeling en kwam toen op verschillende plaatsen koeienkuddes tegen. Nu geen enkele. Opvallend waren deze keer de koeienuitwerpselen op de wandelpaden, die wezen op een recente aanwezigheid. Het was al snel duidelijk dat de boeren in het vooruitzicht van de eerste sneeuw hun dieren naar lagergelegen weiden hadden gebracht.
LANGS DE LECH
Op affiches in de omliggende dorpen, folders in horecazaken en een groot spandoek naast de weg staat de twintigste Almabtrieb in Steeg op zaterdag 14 september 2024 aangekondigd. Zelf verblijven we in het nabijgelegen Holzgau. Tussen Holzgau en Steeg vloeit de Lech, de rivier waarnaar het Lechtal is vernoemd. En naast de Lech ligt een mooi en zo goed als vlak wandelpad van 5,5 km tussen beide dorpen. Via deze wandelweg stap ik die ochtend met een gezelschap naar Steeg. Aanvankelijk regent het licht, maar na een half uur stopt de neerslag en zal het voor de rest van de dag droog blijven.
GEDROOGDE KOE
In de verte klinkt de stem van de speaker die het begin van de festiviteiten aankondigt. Wanneer we zelf toekomen, staat al een rij toeschouwers langs de hoofdstraat en rijdt een eerste praalwagen voorbij. Jongelui uit het dorp hebben een koe in gedroogd gras gemaakt en versierd met bloemen. Het werkstuk wordt op een wagen achter een tractor langs de toeschouwers getrokken. Daarachter stappen de makers, jonge vrouwen en mannen die traditionele kledij hebben aangetrokken. Applaus klinkt.
VERSIERDE OPPERKOE
Niet veel later kondigt de omroeper een kudde koeien aan. Vooraan wandelt een soort van opperkoe die is versierd en een wel hele grote bel om haar nek draagt. Het gezelschap heeft de volledige breedte van de weg nodig en landbouwers met stokken delen af en toe een lichte tik uit wanneer een koe te lang blijft stilstaan of te dicht bij de toeschouwers komt. Die toeschouwers – ik schat een vijfhonderdtal – maken massaal foto’s van het bijzondere spektakel. En zo passeren de hele ochtend verschillende kuddes en enkele praalwagens, telkens met de nodige pauzes ertussen.
DE KAASMAKER
In het centrum van Steeg stap ik binnen bij Naturkäserei Sojer, een plaatselijke kaasmakerij met verbruikszaal. Ondanks de drukte maakt zaakvoerder Kurt Sojer graag even tijd. “Wij verwerken de melk van 17 landbouwers uit de buurt”, vertelt hij. “Meteen na het melken ’s morgens en ’s avonds brengen zij hun melk naar hier. Dagelijks gaat het om 2.500 tot 3.000 liter, in de zomer wat meer dan in de winter. Hiermee maken we in totaal zo’n 40 kazen en die wisselen afhankelijk van de tijd van het jaar. In tegenstelling tot de grote, industriële kaasmakerijen maken wij ambachtelijke producten van hele verse melk. Vijf mensen uit de familie en nog eens vijf medewerkers zijn hier aan het werk. We verkopen onze kazen in onze winkel, op markten en aan de horecazaken in de omgeving. Toeristen zijn levensbelangrijk voor ons. Zonder toeristen geen verkoop.”
In de verbruikszaal bestel ik een kaasplank en tel daarop zes soorten: van roomzacht tot tamelijk hard. Op het brood van de bakker van het dorp smaken ze verrukkelijk. Van achter het raam kunnen toeristen toekijken hoe de kazen worden gemaakt. Een filmpje toont in enkele minuten het hele productieproces vanaf dat de boeren hun melk aanleveren.
ENORME KOEIENBELLEN
Voor de deur paraderen die boeren nog altijd met hun kuddes, want de Almabtrieb is in volle gang. De strontsporen op het wegdek worden almaar talrijker. Ik wandel mee het dorp uit en zie dat de dieren per kudde in een wei worden geloodst. De koeien laten zich meteen het malse gras smaken. De boeren zelf trekken grote flessen bier open en verzamelen in groepjes. Ik probeer een gesprek aan te knopen maar stuit op stugheid en voorbehoud. De tienjarige Luis wil wel kwijt hoe geweldig hij het allemaal vindt. “Ik help thuis al mee op de boerderij. De Almabtrieb vind ik heel plezant. Ik heb de hele tijd mee gestapt en de koeien begeleid.” Of die koeien dagelijks zo’n enorme bellen om hun nek dragen, wil ik nog weten. “Nee hoor, dat is maar één keer per jaar, tijdens de Almabtrieb.” Einde gesprek, want hij moet de omheining openen om nieuwe koeien in de wei te laten.
GROTE POTTEN BIER
Op een open plek in het dorp met zijn zevenhonderd inwoners is een feesttent opgetrokken en daaruit klinkt muziek. Binnen blijken alle tafels bezet voor de afterparty. Op het podium speelt een muziekkapel vrolijke deunen. De zaal klapt mee en er wordt gezongen. Dames brengen grote potten bier naar de tafels waardoor het tafereel op de Oktoberfesten in Munchen lijkt, maar dan in het klein. Locals verbroederen met toeristen. Het is nog maar namiddag, maar enkelen zijn al over hun kookpunt en legden hun hoofd op de houten tafels te rusten.
DAT WILLEN ZE NIET
Het is tijd om de festiviteiten in Steeg te verlaten. Wanneer we het wandelpad langs de Lech weer opzoeken, halen we enkele boeren in met voor zich een tiental runderen, klein een groot. Zo’n tweehonderd meter verder moeten die een stal in, maar dat blijkt niet eenvoudig. De dieren weigeren gewoon. Om te voorkomen dat ze weer de straat op lopen, helpen we mee door onze armen uit te strekken. Wanneer na enkele minuten toch eentje naar binnen gaat, volgt de rest. Duidelijk met tegenzin. Hoe zou je zelf zijn wanneer je na maanden op een Alpenwei een donkere stal in moet.
Abonneer je op onze nieuwsbrief en ontvang elke maand een overzicht met de belangrijkste nieuwsberichten.