Bijzondere plaatsen

Avignon, de poort naar de Provence

Gepubliceerd: 25 november 2024  |  Door: Paul Huysmans  |  Onderox editie: 247

AVIGNON – Paarse lavendelvelden, okerkleurige huizen met azuurblauwe luiken, uitgestrekte wijngaarden en uitstekende wijnen. De Provence heeft talloze troeven om toeristen naar het zuiden van Frankrijk te lokken. Tijdens enkele mooie dagen in oktober trokken we richting Avignon om niet alleen de stad te verkennen, maar met de fiets ook de omliggende regio. De Provence dus.

Niet met de wagen maar met de trein sporen we naar het zuiden en dat is een avontuur op zich. Het is kort na de middag en in het station Brussel-Zuid stap ik op de Eurostar richting Parijs. Nog geen anderhalf uur later sta ik in de Gard du Nord van de Franse hoofdstad. Exact een uur heb ik om me vervolgens naar de Gare de Lyon te begeven, want daar wacht de TGV naar Avignon.

MEER DAN 300 KM/U
Het is zondagnamiddag en ontzettend druk in het Parijse noordstation. Van hieruit is het in normale omstandigheden een 20-tal minuten met de metro naar de Gare de Lyon, maar dit zou nu wel eens langer kunnen duren. Aan een automaat koop ik een kaartje en zoek vervolgens de weg naar de juiste metrolijn en het juiste perron. Gelukkig heb ik ervaring met de Parijse metro, want het is koppen lopen. Bij het metroperron melden de schermen dat er een technisch probleem is op de lijn die ik moet hebben. Na een kwartier komt er toch een metrostel en uiteindelijk 7 minuten voor vertrek stap ik op de TGV Inoui naar Avignon. Aan een snelheid van meer dan 300 km/uur zoeft die me in ruim 2,5 uur naar het hart van de Provence. Van het station Avignon TGV naar Avignon Centre is het 5 minuten met de lokale trein en vanaf Avignon Centre naar mijn hotel is het nog een 10-tal minuten te voet. Wat maakt dat de dag al ver is gevorderd wanneer ik de gordijnen van mijn hotelkamer dicht trek.

OP EEN lOOPJE
Hoewel we al eind oktober zijn, schijnt de zon wanneer ik de gordijnen ’s morgens weer open en belooft het een mooie dag te worden. Dat leid ik af uit de horecalui die beneden hun terrassen al aan het klaarzetten zijn voor vroege ontbijters.  Wanneer ik ergens een aantal dagen verblijf, probeer ik minstens één keer te gaan joggen. Op deze eerste ochtend trek ik al meteen mijn loopschoenen aan en zoek mijn weg door de smalle straten van de binnenstad. Eerste prettige vaststelling: het oude centrum van Avignon is nog bijna volledig ommuurd en het middeleeuwse stratenpatroon is grotendeels bewaard gebleven.

GROENE OASE
Via een brug over de Rhône loop ik de stad uit en na nog geen kilometer sta ik in het groen. Vanop de andere oever heb je een prachtig zicht op de beroemde Pont d’Avignon en het Paleis van de Pausen, waarover later meer. In de buurt van Avignon splitst de Rhône en in het midden ligt een eiland, het Île de la Barthelasse. Het is het grootste riviereneiland van Europa en de aangeslibde gronden schijnen erg vruchtbaar te zijn. Ik loop langs boomgaarden en gerooide groentevelden. Een plaatselijke boer poogt me naar zijn erf te lokken met een bord ‘Produits de la ferme’. Het eiland is een oase van rust op een boogscheut van de drukke stad, zeker op een ochtend als deze.
Een douche en ontbijt later wandel ik de stad in. Op de Place de l’Horloge is het nu nog rustig. Het centrale plein voor het stadhuis en de opera is omgeven door caféterrassen maar dé blikvanger is een oude draaimolen met houten paarden uit de belle époque. De eerste kinderen draaien al hun rondjes. De Place de l’Horloge dankt zijn naam aan de gotische klokkentoren en bevindt zich op de plaats van het vroegere Romeinse forum. Later op de dag zullen verkopers van schilderijen, juwelen en andere souvenirs het plein extra kleur geven. Jaarlijks in juli vindt in Avignon een groot theaterfestival plaats en dan wordt het plein ingenomen door straatartiesten.

PAUSELIJK WERELDERFGOED
Van hieruit is het maar een paar passen tot de belangrijkste attractie van Avignon, het Palais des Papes. In dit witte 14de eeuwse paleizencomplex woonden in totaal zeven Franse pausen. Het imposante bouwwerk is het grootste gothische bouwwerk van Europa en sinds 1995 prijkt het op de Unesco-werelderfgoedlijst. Met zijn 650.000 bezoekers per jaar staat het in de top-10 van meest bezochte bezienswaardigheden van Frankrijk, samen met de Eiffeltoren, het kasteel van Versailles en het Louvre.
Het Palais des Papes bestaat uit twee delen. Het eerste deel werd gebouwd onder Benedictus XII en heeft een sober ontwerp. In dit oude gedeelte bevinden zich ook de voormalige privévertrekken van de paus. Clemens hield van luxe en status en liet een nieuw deel bij bouwen. Hij stelde de bekende Italiaanse schilders Simone Martini en Matteo Giovanetti aan om allerlei versieringen aan te brengen. Tegenwoordig is het Pausenpaleis een museum en vinden er allerlei evenementen plaats. Aanpalend ligt de kathedraal Notre-Dame-des Doms. De grote gouden Madonna op het dak waakt over de stad.

DE BEKENDE BRUG
Moest je Avignon niet kennen van het Palais des Papes of het theaterfestival, dan toch zeker wel van het bekende kinderlied Sur le pont d’Avignon.  De brug heet in werkelijkheid Pont St-Bénézet. De herdersjongen Bénézet hoorde een goddelijke stem die hem opdroeg een brug over de Rhône te bouwen in Avignon. En zo gebeurde. In 1189 werden de bouwwerken voltooid. In die tijd was de brug 900m lang en telde ze negentien bogen. Na allerlei verwoestingen blijven er daar nog vier van over. Tegen betaling kan je over de brug wandelen.

VAN GOCH EN PICASSO
Avignon ademt cultuur. In het historische centrum zie je overal richtingaanwijzers naar en gevelborden tegen theaters. En ook het aantal musea is indrukwekkend. Ik kies er eentje uit, namelijk het Musée Angladon dat is ondergebracht in een prachtig 18de eeuws huis.  Het museum herbergt de privé-collectie van de voormalige couturier Jacques Doucet en die kan je behoorlijk impressionant noemen. Ik vergaap me aan schilderijen van Van Goch, Degas, Manet, Picasso en Modigliani, naast tal van anderen. Op de derde verdieping blijkt dat de kunstmecenas ook interesse had in Oosterse kunst. Het Musée Angladon is niet groot en op een uur sta je weer buiten, maar toch oordelen we dat een bezoek bij een bezoek aan Avignon hoort.

SHOPPINGSTAD
Even indrukwekkend als het culturele is het winkelaanbod. Het centrum binnen de oude stadswallen is zo goed als autovrij en telt tientallen winkelstraten. Vanuit de Place de l’Horloge wandel ik de ene winkelstraat in en de andere weer uit. Niet zozeer de grote ketens maar vooral eigenzinnige winkels vind je hier met een aanbod dat elke shoppingliefhebber kan bekoren. Souvenirwinkels wisselen af met boetieks, een bakker, juwelier en serviezenwinkel. Op geregelde tijdstippen komen we lunchzaken en bars tegen. Wat opvalt, is dat weinig winkels leeg staan. Een heel verschil met veel steden in België en Nederland.

TSJIRPEND BIER
Van slenteren krijg je dorst en ik zet me op een terras in het park van de Square Agricol Pediguier. Vroeger was op deze plaats een benediktijnenklooster gevestigd, maar tegenwoordig vind je hier een botanische tuin, veel zitbanken en een omheinde speeltuin. Wanneer ik de cafébaas om een lokaal bier vraag, tapt hij een Bière des Cigales. Cigales zijn cicanes, maar worden wel eens verkeerdelijk als krekels benoemd. Het zijn deze insecten die op warme dagen en avonden in de Provence voor de tsjirpende geluiden zorgen. Ook in Avignon zijn ze te horen, zo mag ik later op de dag ontdekken.
Het doet me eraan denken dat ik mijn huurfiets voor de komende dagen nog moet reserveren. Hiervoor wandel ik tot bij fietsverhuurder Provence Bike, die net buiten de stadswal is gevestigd. “Uit België,” antwoord ik op de vraag van patron Philippe Gaudin waar ik vandaag kom. “Jaarlijks in mei is er een groot fietsevenement aan de Mont Ventoux dat wordt georganiseerd door Belgen”, weet de fietsverhuurder. “We leveren daar telkens fietsen en ook moto’s. Knappe organisatie.” Ik vertel hem dat in 2024 de laatste editie is geweest. “Ah bon”, luidt de reactie.

OP TWEE WIELEN
Ik kies een sportieve stadsfiets uit – een e-bike is voor wanneer ik met pensioen ben – en wanneer ik me de volgende ochtend opnieuw aanmeld, staat die klaar, inclusief fietstas en zwaar kettingslot. Hoewel uitgerust met lekvrije banden, krijg ik toch een setje bandenplakgerief mee. “Bij pech mag je altijd bellen, maar ik kan enkel tijdens de middag komen depaneren, wanneer de zaak gesloten is”, geeft Philippe nog mee. Gelukkig zal ik hem hiervoor niet nodig hebben.
Voor de komende twee dagen heb ik twee fietsroutes uitgestippeld: een naar Châteauneuf-du-Pape en een naar Île-sur-la-Sorge. Beginnen doe ik met deze laatste. Het is mijn eerste fietservaring in de Provence en stelde me er altijd een heuvelachtig parcours bij voor. Het tegendeel blijkt waar. Je kan in de Provence ook zo goed als vlak fietsen. Tijdens mijn rit naar Île-sur-la-Sorge moet ik welgeteld één heuvel over.

ANTIEKHOOFDSTAD
Voor ik het stadje bereik, passeer ik een heel aantal lavendelvelden. Jammer genoeg ben ik in het verkeerde seizoen, hoewel er hier en daar nog een enkel bloempje te zien is. Een goede reden om in juni of juli nog eens terug te komen wanneer de lavendel in volle bloei staat. Nu liggen de plantenrijen er netjes in halve bollen geschoren bij, te wachten op de winter en de volgende lente.
Île-sur-la-Sorge ligt aan de rivier de Sorgue en telde ooit 70 watermolens. Tegenwoordig zijn er daar nog maar enkele van over. Destijds was hier een bloeiende textielindustrie, maar die heeft plaatsgemaakt voor antiek- en tweedehandswinkels. In en rondom de stad zouden er zo’n driehonderd zijn. Na Parijs is dit het grootste antiekcentrum van Frankrijk. Gelukkig zijn er ook bars en restaurant, want het is middag. Omdat het nog vlot 20 graden is, kies ik een tafeltje op het terras en bestel een pastis, de Provençaalse aperitiefdrank bij uitstek. En nadien het dagmenu. Mooi is dat veel Franse restaurants een goed geprijsd dagmenu aanbieden. Daarom wellicht ook dat zoveel Fransen ’s middags buitenshuis lunchen. Op mijn terugweg kom ik nog meer lavendelvelden tegen, maar ook boomgaarden waar nog appelen hangen en een nougatfabriekje.

HET BEKENDE WIJNDORP
Een dag later staat een fietstocht naar het bekende wijndorp Châteauneuf-du-Pape op mijn programma. De eerste 15 kilometer gaan over een vlot lopend, geasfalteerd fietspad langs de Rhône dat deel uitmaakt van de ViaRhôna, een lange-afstandsfietsweg van meer dan 800 km tussen het Meer van Genève en de Middellandse Zee. Frankrijk doet met de aanleg van dit soort fietspaden grote inspanningen voor het fietstoerisme en dat kunnen we alleen maar toejuichen. Speciaal voor deze ViaRhôna werd in de buurt van Sauveterre een enorme fiets- en wandelbrug over de Rhône gebouwd. Wanneer ik hiervan een foto maak, komt een Nederlands koppel aangefietst met hetzelfde plan. Ze vertellen dat ze al over de hele wereld hebben gefietst, maar nog niet vaak zo’n constructie speciaal voor fietsers hebben gezien.
De laatste kilometers tot Châteuaneuf-du-Pape zijn licht oplopend en gaan door de beroemde wijngaarden. In het centrum zijn de wijnbars en -winkels voor het uitkiezen. Bij Au Bonheur de Germaine stap ik binnen en kies een fles rode uit. Die gaat in de fietstas om tijdens de komende feestdagen van de Provence verder na te genieten.

Foto’s: Paul Huysmans

Meer lezen van Paul Huysmans
Meer lezen over
reizenvakantie

Meer Bijzondere plaatsen

Wil je op de hoogte blijven?

Abonneer je op onze nieuwsbrief en ontvang elke maand een overzicht met de belangrijkste nieuwsberichten.