Wereldreizigers

Westmalse Vanessa woont al meer dan twintig jaar in Spanje

Gepubliceerd: 27 april 2023  |  Door: Stijn van Osch  |  Onderox editie: 230

WESTMALLE/LÚJAR — Zeggen dat Vanessa Wouters (47) een vrouw van de wereld is, is haast een understatement. Hoewel haar roots in Westmalle liggen, vertrok ze al op 18-jarige leeftijd naar het buitenland. Ze woonde achtereenvolgens in de Verenigde Staten, Duitsland en Italië, maar haar echte thuis vond ze in Spanje. Samen met haar echtgenoot Jorge runt ze er B&B Cortijo Valavero.

Je hebt een hele weg afgelegd voor je in Spanje terechtgekomen bent, Vanessa.
Vanessa Wouters: “Klopt. Ik ben vroeger professioneel volleybalspeelster geweest. Op mijn achttiende trok ik naar de Verenigde Staten voor mijn sport. Ik heb er vier seizoenen gespeeld en had er ook de mogelijkheid om mijn universiteitsstudies af te ronden. Ik herinner me dat dat een grote stap was, vooral ook omdat internet nog niet bestond en telefoneren peperduur was. Ik verloor dus al snel voeling en contact met België, want meer dan één keer per jaar op bezoek komen was geen optie. Daarom besliste ik om na vier jaar VS terug te keren naar Europa. Als speelster belandde ik onder meer in Duitsland en Italië, en uiteindelijk ook in Spanje.”

Hoe was je eerste indruk van Spanje?
“Voor ik naar Spanje trok, stelde ik me een land voor met eivolle Costa’s, massa’s toeristen en kusten vol hoogbouw. Eenmaal ter plekke, bleek dat absoluut niet te kloppen. Ik vond er de ongerepte, weidse landschappen zoals ik die in Amerika had gezien en de rijke, authentieke cultuur die ik kende uit Italië. De beslissing was dan ook simpel. Mijn sportcarrière zat erop, ik was er 27, sprak 6 talen én ik was een harde werker: de ideale basis voor een nieuw leven in Spanje. Ik begon een immobedrijf aan de Costa Tropical, vlakbij Granada, en zette kort daarna de stap naar het project dat zou uitgroeien tot onze huidige B&B. Ondertussen woon ik hier al 21 jaar. Samen met mijn echtgenoot Jorge, die geboren en getogen is in ons dorp Lújar, heb ik een 200 jaar oude Andalusische pachthoeve gerestaureerd en omgetoverd tot een succesvolle en gezellige B&B.”

In de reisgids ‘Logeren bij Belgen’ zijn jullie al enkele keren uitgeroepen tot beste B&B van Spanje. Ik veronderstel dat daar veel tijd in kruipt?
“Heel zeker. Ons dagelijkse leven draait bijna exclusief rond onze B&B. Het is een job die je 24 uur op 24 bezighoudt, elke dag van de week. Ook buiten het seizoen, wanneer er geen gasten over de vloer komen. Het huis, de 15 hectaren land die erbij horen en de beestenboel vergen enorm veel onderhoud. Weekends of weekdagen zijn voor ons hetzelfde. We zijn altijd aan het werk.”

Nooit vakantie?
“Toch wel. Eén keer per jaar trekken we eropuit met de auto. We rijden dan duizenden kilometers tot in de verste uithoeken van Spanje, zonder te weten waar we de volgende dag gaan belanden. Zo komen we op de mooiste plekken en ontdekken de meest onverwachte dingen. Voor mij is het een unieke manier van reizen, die altijd één of andere straf verhaal oplevert. Verre buitenlandse reizen spreken me niet meer aan. Tijdens mijn carrière heb ik heel de wereld afgestruind maar die zwerfdrang is weg.”

Na 20 jaar in Spanje te wonen en vele reizen door het land gemaakt te hebben: is het leven in jouw dorp heel anders dan het leven in Galicië, bijvoorbeeld?
“Zeker. Spanje is zestien keer groter dan België. Het is dus maar normaal dat regio’s cultureel en sociaal van elkaar verschillen en dat dat soms leidt tot politieke spanningen. Wat me wel zorgen baart, is de kloof die er in heel het land is tussen de steden en het leeglopende platteland, het España Vaciada. Bijna 80 % van de Spaanse oppervlakte is zo goed als onbewoond. Lújar, het dorp waarin wij wonen, heeft een bevolkingsdichtheid van 13 inwoners/km2 . In de Kempen ligt dat cijfer op 352. Weet je, al 70 jaar lang verliest het platteland gestaag haar populatie en daarmee ook haar basisvoorzieningen. In ons geval liggen de dichtstbijzijnde dokter, winkel of school op 30 kilometer en daarmee mogen we ons eigenlijk nog gelukkig prijzen. Er is geen sociaal leven, geen openbaar vervoer, geen tv-ontvangst en slechts een beperkte toegang tot internet. Redenen genoeg voor de meeste mensen om hun bestaan elders op te bouwen. Nu, de overheid werkt eraan om het platteland opnieuw aantrekkelijk te maken voor jonge mensen en ondernemers, maar de weg is helaas nog heel lang.”

Hoe heb jij de Spanjaarden als volk leren kennen?
“Ik denk dat er veel misvattingen de ronde doen over Spanjaarden en hun werkethiek. Het verhaal dat er hier minder gewerkt wordt omwille van de siësta, is absolute onzin. De werkdagen zijn hier even lang als elders in Europa. Spanjaarden zijn wel degelijk levensgenieters, maar wanneer er keihard gewerkt moet worden, zijn er weinigen die het hen nadoen. Kom tijdens de zomer maar eens kijken wanneer de wegenwerken, de bouwsector en de landbouw bij maandenlange temperaturen van meer dan 40 graden gewoon doorgaan. Spanjaarden zijn ook heel trots op hun afkomst. Een Andalusiër zal zich bijvoorbeeld steeds als Andalusiër voorstellen, zelfs al woont hij al 40 jaar in Catalonië. Vooral plattelandsmensen blijven heel trouw aan hun roots, zeker wat de keuken betreft. Spanje is, ondanks alle wijdverbreide misvattingen, vooral een land van ‘cocina chup chup’: slow food gerechten op basis van peulvruchten, vlees en groenten die urenlang op het vuur pruttelen. Aan kwalitatieve basisproducten ontbreekt het ons hier niet. We hebben het allemaal: de beste olijfolie, saffraan, rijst, specerijen, groenten en fruit, peulvruchten, charcuterie, kazen, vis, vlees en wijnen. Al 16 jaar lang zoeken Jorge en ik tijdens onze reizen tot in de verste uithoeken van Spanje naar piepkleine producenten die op een artisanale en authentieke manier dingen maken waar je smaakpapillen spontaan van gaan tintelen. Meekijken, meedoen en vooral bijleren is mijn passie. Na al die jaren durf ik me op dat gebied dan ook gerust een foodspecialist te noemen. Dat neemt niet weg dat ik af en toe een paar kilo dessertchocolade van Callebaut of een paar flesjes Westmalle laat overkomen. Bier en chocolade zijn niet bepaald Spanjes sterkte!”

Zijn er behalve het gebrek aan chocolade en bier nog minpunten aan het Spaanse leven?
“Helaas wel: dierenleed, milieubewustzijn en politiek. Spanje is door haar recente, dictatoriale geschiedenis een politiek gespleten land en dat voel je. Zelfs in de kleinste dorpen zoals het onze. Het remt de sociale vooruitgang en zet mensen decennia na het einde van de dictatuur van Franco nog steeds lijnrecht tegenover elkaar. Ook de algemene bezorgdheid voor het milieu is, vooral hier in het zuiden, ver te zoeken. Afval wordt vaak achteloos achtergelaten op straat en de milieuproblemen die voortkomen uit de intensieve aanbouw van bijvoorbeeld tomaten worden nog steeds met de mantel der liefde bedekt. Ook de manier waarop dieren behandeld worden is hartverscheurend. Een reeks nieuwe wetten probeert daar verandering in te brengen maar het gaat erg moeizaam. Desalniettemin is Spanje ook — en vooral — een heel sociaal land. Nergens in Europa doneert de bevolking zoveel voedsel aan de voedselbanken als hier en ook op gebied van orgaandonatie is Spanje de nummer één van de wereld. Je merkt dat ook in onze directe omgeving. Als er iemand in de problemen komt, springt meteen iedereen in de bres om te helpen. Hartverwarmend.”

Wat is de strafste anekdote die je in al die jaren in Spanje hebt meegemaakt?
“Moeilijke vraag. We hebben het hier allemaal al meegemaakt. Aardverschuivingen, bosbranden, aardbevingen, bijna-doodervaringen,… Stuk voor stuk dingen waar we wijzer en sterker zijn uitgekomen. Ze horen bij de plek en het leven dat we hebben gekozen. Geloof me, ook het runnen van een B&B staat garant voor heel veel anekdotes. Misschien schrijf ik er ooit wel eens een boek over.”

Je woont in een klein dorp. Was het moeilijk om je te integreren?
“Goh, Ik kan me niet herinneren dat ik op een bewuste manier geprobeerd heb om me te integreren. Dat kwam eerder vanzelf, waarschijnlijk omdat ik het Spaans snel onder de knie had en bijna exclusief omga met Spanjaarden. Op een gegeven moment voel je: ‘ik ben van hier’. Die genegenheid voor een plek heb ik nergens anders ervaren, zelfs in België niet. Ook aan de mensen rondom merk je dat je één van hen bent. Relaties verlopen op een ander niveau en de omgang is oprechter. Onze diepgaande kennis van het land, de mensen en de cultuur zijn voor onze gasten meteen ook een grote troef. Bij ons logeer je echt bij een local, maar toch in het Nederlands. Ik ben me ervan bewust dat integratie niet altijd vanzelfsprekend is. Ik merk dat de meeste Belgen hier in Spanje, zelfs na jaren, het Spaans niet machtig zijn en het land slechts op een erg oppervlakkige manier kennen.”

Denk je ooit nog terug naar de Kempen te verhuizen?
“Ik zal eerlijk zijn: mijn ganse leven bevindt zich in Spanje en de band met België is, na bijna 30 jaar afwezigheid, zo goed als onbestaande. Op Belgische bodem herken ik alles wel, maar ik heb er geen thuisgevoel. Terugkeren zie ik mezelf dan ook niet doen. Dat neemt niet weg natuurlijk dat er dingen zijn waar ik in België enorm van geniet. De geur van rottende bladeren in een Kempens winterbos, de ochtendmist over een knalgroene, bedauwde weide of een ontspannende fietstocht tussen de vlakke polders. Allemaal heel normaal voor Belgen maar pure luxe wanneer je, zoals wij, een kurkdroge, bergachtige regio gewoon bent. Elk land heeft prachtige kanten. De kunst is om ze te zien!” 

MEER INFO
www.cortijovalavero.com

Meer lezen van Stijn van Osch

Meer Wereldreizigers

Wil je op de hoogte blijven?

Abonneer je op onze nieuwsbrief en ontvang elke maand een overzicht met de belangrijkste nieuwsberichten.