Wereldreizigers

Strijden tegen Corona aan de andere kant van de oceaan

Gepubliceerd: 1 juli 2020  |  Door: Suzanne Antonis  |  Onderox editie: 200

KASTERLEE/BOSTON — In de strijd tegen Covid-19 is alle hulp welkom. Ook wetenschappers die niet gespecialiseerd zijn in virologie, dragen waar ze kunnen hun steentje bij. Kim Vanuytsel (34) uit Kasterlee is zo iemand. Zij sprong mee in de bres in het zwaar geteisterde Amerika. Vanuit haar labo in de universiteit van Boston behandelde ze op een cruciaal moment samen met haar team in anderhalve maand maar liefst 2.000 testen.

Het is niet de core business van de Reseach Assistant Professor, de officiële titel van Kim Vanuytsel. Ze werkt voor het departement Hematology (bloedontwikkeling en bloedziekten) en Medical Oncology (kankerbehandeling). Aan de KU Leuven volgde ze de opleiding bio-ingenieur in de cel- en gentechnologie. Kim: “De studie van levende dingen sprak me wel aan maar ik had toen nog geen idee wat wetenschappelijk onderzoek precies inhield. Pas toen ik in mijn laatste Masterjaar in het Stamcelinstituut terechtkwam en nadien de kans kreeg om er te doctoreren, wist ik dat  dit voor mij het juiste pad was. Het is echter een vrij gespecialiseerd domein en ik kon mij niet beperken tot België als ik dat verder wilde uitbouwen. Er waren op dat moment postdoctorale projecten in Singapore en Toronto maar uiteindelijk is het in 2014 Boston geworden. Ik woon er nu samen met mijn verloofde Ruben Dries die van Balen afkomstig is en een jaar later na zijn doctoraat in Leuven en Rotterdam hier is aangekomen.”

Je evolueerde al van individuele wetenschapper naar Research Assistant Professor die een team aanstuurt. Waar is het onderzoek van je team precies op gericht?

Kim Vanuytsel: “Wij proberen oplossingen te vinden voor patiënten die lijden aan sikkelcelanemie, een bloedziekte waarbij de rode bloedcellen een abnormale vorm hebben, wat veel pijn veroorzaakt. Met behulp van hun stamcellen kunnen we hun rode bloedcellen aanmaken in een schaaltje en dat proces steeds herhalen zodat we kun- nen bestuderen wat er mis gaat en daarop dan nieuwe kandidaat-geneesmiddelen testen. Ik hoop zo niet alleen te kunnen bijdragen aan een betere behandeling van sikkelcelanemie maar ook nieuwe inzichten te ontwikkelen in andere bloedaandoeningen. Ik heb net het goede nieuws gekregen dat twee beurzen die ik had aangevraagd voor mijn projecten zijn goedgekeurd. Hiermee kan ik mijn onderzoek verder uitbouwen en nagaan of ik op termijn een eigen lab wil runnen. Al zijn er in de vele biomedische en farmaceutische bedrijven in Boston ook aantrekkelijke alternatieven.”

De corona-pandemie heeft de wereld veranderd. Wat was jullie bijdrage in de bestrijding van het virus?

“We hebben een test opgezet om de stalen uit het Boston Medical Center te verwerken op een moment dat daar dringend nood aan was. De commerciële labo’s die de testen normaal uitvoeren, konden de vraag niet bijhouden zo- dat dokters veel te lang moesten wachten op de resultaten. Omdat het over een test gaat waarvan de techniek ons bekend is in ons ba- sisonderzoekslabo, vonden we dat we niet aan de zijlijn mochten blijven staan en zijn we zelf aan de slag gegaan. Boston Medical Center vormt een vangnet voor raciale minderheden en daklozen die bijna geen toegang hebben tot de reguliere gezondheidszorg en het maakt me trots dat we hen een evenwaardige behan- deling kunnen geven als meer geprivilegieerde patiënten elders.”

In onze journaals horen we dat de Verenigde Staten bijzonder hard getroffen zijn door Covid-19. Zijn de verhalen overdreven?

“Het verschilt van staat tot staat maar New York heeft het zeker zwaar te verduren. Wat de maatregelen betreft, is hier in Massachusetts de situatie vergelijkbaar met België. Niet-essentiële activiteiten zijn aan banden gelegd en de horeca is enkel beschikbaar voor takeout en delivery. We worden aangeraden om van thuis uit te werken, wat in mijn job gelukkig kan. Intussen mogen we al wel naar de kapper en er zijn plannen om de universitaire onderzoekslabo’s terug open te stellen, mits een hoop voorzorgsmaatregelen. Ik mis wel de sociale contacten, van bubbels zoals bij jullie is hier nog geen sprake.”

Ben je in je directe omgeving geconfronteerd met Covid-19?

“Mijn partner Ruben en ik zijn gelukkig nog gezond maar mijn oma die verbleef in een woonzorgcentrum in Geel is enkele weken geleden bezweken aan de gevolgen van het virus. Dat is geen fijn nieuws om te horen maar als familie trekken we ons op aan de herinnering aan een fantastische dame die het leven goedlachs tegemoet trad. Via de videoboodschappen die mijn oom organiseerde, konden we zien dat ze tot enkele dagen voor haar overlijden nog haar vrolijke zelve was. Natuurlijk voelen we de gevolgen van deze crisis. Ons huwelijk hier in juni hebben we moeten uitstellen en op familiebezoek gaan naar Kasterlee zal, denk ik, ook niet snel mogelijk zijn.”

Los van de pandemie, hoe bevalt het leven in Boston je?

“We werken allebei hard maar de pandemie heeft er al wel voor gezorgd dat we beseffen hoe belangrijk een goede balans tussen job en ontspanning is. Ruben en ik gaan vaak samen lopen en regelmatig spelen we een partijtje voetbal met vrienden. Af en toe lukt het me om in een creatieve bui mijn schilderspulletjes boven te halen. Boston is een heel diverse stad met veel leuke restaurantjes. Het is echt niet zo dat alle Amerikanen leven op hamburgers. Een typisch gerecht voor Boston is kreeft, eenvoudig klaargemaakt met boter en citroen. Voor 10 dollar heb je hier al een flink exemplaar. Waar ik het wel lastig mee heb, is dat op restaurant gaan hier in een versnelling hoger gaat dan in België. Halfweg je diner komen ze al met de rekening zodat er snel weer plaats is voor een volgende lading gasten. ‘Take your time’ zegt de ober dan, maar daar meent hij niks van.”

Wat mis je nog aan België?

“In de eerste plaats mijn ouders in Kasterlee. Zij hebben mij altijd gesteund en aangemoedigd om de wereld te verkennen. Ik ben hen heel dankbaar voor die vrijheid. En ik mis ook wel de Belgische chocolade die ik probeer mee te smokkelen als ik de oversteek maak. Verder mis ik het Kempense landschap en de cultuur. We luisteren soms naar Studio Brussel en volgen Vlaamse televisieprogramma’s zoals onlangs nog ‘Down the Road’ en de ‘Container Cup’. Uit de Belgische keuken onthouden we de grote porties mosselen. Als we hier in een restaurant mosselen bestellen, krijgen we elk zo’n 12 stuks. Voor Ruben zijn verjaardag heb ik ze zelf klaargemaakt en naar Amerikaans normen dus een gigantische berg mosselen gekocht. De visboer begreep er geen snars van want feesten met vrienden en familie mocht door corona uiteraard nog niet.”

Als je weer samen mag feesten en vrienden ontmoeten, waarover zullen jullie het eerst praten?

“Uiteraard zullen de rare uitspraken van Donald Trump flink besproken worden. In onze omgeving zien we weinig mensen die veel sympathie hebben voor hun president. Ze vinden zijn beweringen net zo waanzinnig als jullie. Maar de Verenigde Staten zijn een erg verdeeld land en als je buiten Boston in de richting van de staten in het midden van het land gaat, vind je zeker nog genoeg Trump-sympathisanten. Hopelijk opent zijn aanpak van deze crisis hen de ogen maar dat is moeilijk te voorspellen. Wat ik zelf van de Amerikanen geleerd heb, is dat je hier wordt aangemoedigd om dingen te proberen. Als je faalt, is dat geen mislukking. Die attitude is toch wat positiever dan wat we in België zien. We zouden ook best wat meer vertrouwen in onszelf mogen hebben. Toegegeven, het kan hier soms in de verkeerde richting doorslaan maar ik merk toch dat wij door onze collega’s als erg bescheiden en nuchter ervaren worden. Ik probeer daarin te evolueren maar het staat zo haaks op mijn Kempense natuur dat dat waarschijnlijk een werk van lange adem wordt.”

Foto’s: Kim Vanuytsel, Aditya Mithal en Richard Giadone

Meer lezen van Suzanne Antonis

Meer Wereldreizigers

Wil je op de hoogte blijven?

Abonneer je op onze nieuwsbrief en ontvang elke maand een overzicht met de belangrijkste nieuwsberichten.