Wereldreizigers

Mieke ruilde Arendonk voor de bergen van Südtirol

Gepubliceerd: 24 november 2022  |  Door: Stijn van Osch  |  Onderox editie: 225

ARENDONK/LÜSEN – De vijfenveertigjarige Mieke Claes groeide op in Arendonk en studeerde Toegepaste Economische Wetenschappen aan de universiteit van Antwerpen. Zo’n 20 jaar geleden ontmoette ze haar man Tobias, een Duitstalige Italiaan uit Südtirol, en de liefde was zo groot dat ze alles achterliet voor een leven in de bergen van Noord-Italië. Vandaag zijn de twee pas getrouwd en wonen ze met hun twee kinderen Ella (10) en Bent (6) in het bergdorpje Lüsen.

Op mijn 27ste ben ik naar hier verhuisd“, aldus Mieke. “Na mijn studies pendelde ik een paar jaar tussen Arendonk en Antwerpen, maar toen ik Tobias leerde kennen, besloot ik om naar Südtirol te verhuizen. Tobias is afkomstig van Lüsen, een dorpje met slechts 1.500 inwoners, en hij is redelijk honkvast. Hij zag het niet zitten om zijn geliefde Südtirol te verlaten, dus heb ik besloten om de stap te wagen en te verhuizen. De reden voor mijn verhuis is dus redelijk cliché, maar wel romantisch: ik ben de liefde gevolgd.”

Over de liefde gesproken: jullie zijn niet zo lang geleden getrouwd. Proficiat!
Mieke Claes: “Dankjewel. We zijn inderdaad deze zomer getrouwd, op 13 augustus. Blijkbaar is 13 in Italië een geluksnummer. Dat wist ik niet, maar het belooft alleszins voor de toekomst.” (lacht)

Wat doe je voor de kost, Mieke?
“Ik werk in het naburig stadje Brixen, dat met zo’n 20.000 inwoners niet veel groter is dan Arendonk. Ik ben aan de slag in een klein bedrijf in de houtindustrie. We produceren ornamenten van massief hout en ook het innovatieve buigbare massiefhout Bendywood®. Ik ben er verantwoordelijk voor de buitenlandse klanten en sta ook in voor de website en andere marketingactiviteiten.”

Hoe ervaar je het leven in Noord-Italië?
“Het bevalt me hier heel erg. Ik heb het gevoel dat Südtirol eigenlijk het beste van twee werelden combineert. Enerzijds heb je hier de rationaliteit en de orde van het noorden, maar tegelijkertijd ook de flair en de gelatenheid van het zuiden. Heerlijk!”

Was het makkelijk integreren in Noord-Italië?
“Eigenlijk wel. Ik heb er nooit moeite mee gehad, omdat mijn man van hier afkomstig is. Ik vond vrijwel meteen aansluiting bij zijn sociale kring. Maar integreren is sowieso iets waar je zelf hard aan moet werken. De truc is volgens mij om mensen steeds te benaderen met een open geest.”

Wat is er volgens jou typisch voor Italianen?
“Wat me hier vrijwel meteen opviel, is dat er twee keer per dag warm wordt gegeten. Een Italiaan eet pasta als voorgerecht en vervolgens nog een hoofdgerecht met groenten en vlees. Daarnaast zijn Italianen ook vrij luid wanneer ze met elkaar praten. En ze gesticuleren veel meer dan wij, Vlamingen. Het kan er dus wel eens chaotisch aan toe gaan. Ook typisch Italiaans: de familie is superbelangrijk. En met familie bedoel ik de héle familie. Oma’s, opa’s, tantes, nonkels, neven, nichten: ze vormen een heel hechte clan. Italianen zijn superfamiliair.”

Klopt het dat Italianen nog erg gelovig zijn?
“Dat klopt, ja. De Kerk is belangrijk en kerkelijke tradities worden hier nog erg in ere gehouden. In ons dorp gaan er bijvoorbeeld elk jaar nog verschillende processies uit. Er wordt ook nog veel belang gehecht aan het doorgeven en het daadwerkelijk praktiseren van de christelijke waarden en tradities. Tegelijkertijd kan je niet ontkennen dat de secularisatietrend die in België al jaren aan de gang is ook hier langzaam doorsijpelt. Ook in Südtirol is er bijvoorbeeld een groeiend gebrek aan priesters.”

Wat is volgens jou het grootste verschil in mentaliteit tussen België en Italië?
“Belgen zijn van nature wat gereserveerd en minder spontaan. Ze kijken de kat eerst uit de boom. Hier gaat het er allemaal veel losser en relaxter aan toe. Er wordt daarom wel eens gezegd dat Italianen notoire laatkomers zijn, maar dat vind ik niet. Je kan niet iedereen over dezelfde kam scheren. Onze Italiaanse zakencontacten zijn bijvoorbeeld steeds stipt op de afspraak.”

We horen vaak dat de levenskwaliteit in het zuiden hoger is dan bij ons. Is dat zo? Wordt er meer gewerkt om te leven dan geleefd om te werken?
“Dat denk ik wel. Zo ervaar ik het toch. Ik heb het gevoel dat mensen hier meer de tijd nemen om te leven en te genieten. De prachtige natuur en omgeving werkt dat natuurlijk in de hand. Vanuit ons dorp ben je meteen op wandel in de bergen of de skipiste op, en ook het fantastische Gardameer is vlakbij. Je hoeft dus nooit ver te rijden voor dat instant vakantiegevoel.”

Heb je een favoriet plekje?
“Goh, dat is een moeilijke vraag. Italië is zo mooi en veelzijdig dat ik niet echt één plek kan opnoemen. Ik hou van de skipistes, maar ook van de zee, de terrasjes en de steden. Ik kan hier op veel plekken genieten.”

Een vraagje van mijn zoon: hoe vaak eten jullie spaghetti?
(Glimlacht) “Elke week eten we wel een keer of twee pasta, maar dan niet de spaghetti bolognese die in België vaak op het menu staat. We kiezen eerder voor typisch Italiaanse pasta’s, zoals pesto, amatriciana of aglio olio.”

Nog een cliché over Italië: het verkeer is er een hel. Klopt dat? Moet je stalen zenuwen hebben om de weg op te gaan?
“In de grotere steden kan het chaotisch zijn en is er weinig geduld of hoffelijkheid. Er rijden ook heel veel scooters en vespa’s, die letterlijk overal tussen slalommen, en dus kom je soms echt ogen te kort. Bij ons in de bergen valt het wel mee, maar ik vind wel dat er toch redelijk snel gereden wordt, ook in de bergstraten rondom ons dorp. Op de weinige plaatsen waar er ingehaald kan worden, zie je soms behoorlijk gevaarlijke manoeuvres.”

Denk je ooit nog terug te komen naar Arendonk?
“Nee, ik denk het niet. Ik kom heel graag twee keer per jaar terug naar België om familie en vrienden te zien, maar ik heb hier mijn gezin en mijn leven en dat bevalt me prima. Het voordeel van in een traditioneel vakantieland te wonen, is dat je er altijd middenin zit. Je hoeft hier nooit ver te reizen om een vakantiegevoel te krijgen. We zitten hier ook aan de voet van de Dolomieten. Ik hou heel erg van de bergen. Een groot verschil met de Kempen, waar alles plat is. Het enige nadeel is dat je hier niet zo snel van punt A naar punt B geraakt. Met de fiets op ’t gemak naar het werk rijden, dat zit er bij mij niet in.”

Zijn er zaken die je mist?
“Weet je dat ik na bijna 20 jaar in het buitenland nog steeds een abonnement op het weekblad Libelle heb? Om maar te zeggen: het feit dat ik me hier thuis voel, wil niet zeggen dat er niet een aantal dingen zijn die ik mis. Sommige leuke dingen mis je omdat je niet meer in de buurt woont, zoals een verjaardagsfeest of een leuke zondagsbrunch. Dat is onvermijdelijk. Als ik in België ben, dan eet ik graag een goeie frut, sandwiches met kaas of een pistolet met préparé. En wij nemen steevast een hele voorraad Belgische bieren mee naar huis.”

Wonen er nog Belgen in je buurt?
“Niet dat ik weet. Helemaal in het begin was er hier nog een West-Vlaams meisje, maar die is na een paar maanden terug naar België verhuisd. Voor de rest ken ik hier geen landgenoten.”

Welke taal spreken jullie thuis?
“Ik switch heel veel tussen Nederlands en Duits. Met de kinderen spreek ik Nederlands, maar met mijn man Duits. Vaak heb ik niet meer door in welke taal ik aan het praten ben. Zo hadden we een keer vrienden over de vloer voor een etentje. Toen het tijd was om te eten, zei ik: ‘Kom, we gaan aan tafel.’ Pas toen niemand me volgde, had ik door dat ze er geen woord van begrepen hadden. Onbewust was ik Nederlands aan het praten. Dat overkomt me wel vaker.” (lacht)

Het zijn woelige tijden in heel Europa, maar Italië heeft het naar verluidt erg zwaar. Voel je het daar dat het economisch zware tijden zijn?
“Goh, je hoort regelmatig verhalen, ja. Er zijn veel firma’s die het zwaar hebben, dat klopt. In Südtirol gaat het eigenlijk zo slecht niet. De werkloosheid is hier laag en bedrijven zijn nog steeds mensen aan het rekruteren. Dat is een goed teken, nietwaar?”

Voelen jullie de energiecrisis even hard als in Vlaanderen?
“Absoluut. De prijzen van elektriciteit en gas zijn ook hier enorm gestegen. Net zoals in Vlaanderen voelen we de crisis hier heel erg.”

Een laatste vraag om af te sluiten: in Qatar is zopas het WK Voetbal begonnen. Voor de tweede keer op rij zonder Italië. Doet dat pijn voor een voetbalminnende natie als Italië?
“Ja, natuurlijk. De ontgoocheling is groot, zeker nadat Italië vorig jaar nog Europees kampioen werd. Hoewel voetbal in onze streek wat minder leeft, voel je toch bij veel mensen dat die afwezigheid steekt.”

Meer lezen van Stijn van Osch

Meer Wereldreizigers

Wil je op de hoogte blijven?

Abonneer je op onze nieuwsbrief en ontvang elke maand een overzicht met de belangrijkste nieuwsberichten.