Wereldreizigers

Geelse woonde al in meer dan tien landen

Gepubliceerd: 25 augustus 2022  |  Door: Stijn van Osch  |  Onderox editie: 222

GEEL/BANGKOK — Zoek het woord globetrotter op in een encyclopedie en de kans is groot dat je een foto van Els Wilms tegenkomt. In 1989 vertrok de geboren Geelse voor het eerst naar het buitenland, als studente, naar Frankrijk en Amerika. Vandaag zijn we meer dan 20 jaar verder en is het lijstje van plekken waar de inmiddels 53-jarige Kempense gewoond heeft, behoorlijk uitgebreid. Naast de twee eerder genoemde landen, woonde Els achtereenvolgens in Spanje, Denemarken, Thailand, Hong Kong, Zuid-Korea, Vietnam, Portugal, Tenerife, Gran Canaria, Abu Dhabi en Dubai. Om de cirkel rond te maken, wonen zij en haar man Stephan sinds een jaar of vier opnieuw in de Thaise hoofdstad Bangkok.

Vertel eens, Els, je hebt al op zo veel verschillende plekken in de wereld gewoond. Waar voelde je je het meest thuis?
Els Wilms: “Moeilijke vraag, want elk land heeft zijn voor- en nadelen. Ik heb geen specifieke voorkeur. Voor ons zijn veiligheid, scholen voor de kinderen en gezondheidszorg altijd belangrijk geweest. Veel hangt ook van je levensfase af. Onze zoon Jef is geboren toen we in Vietnam woonden. Plots vonden we Azië toch erg ver van de familie en besloten we om terug naar Europa te verhuizen. In Portugal is mijn dochter Joke geboren. Toen de kinderen wat groter waren, zijn we weer wat verder weg, in het Midden-Oosten, beland. Weet je, door de jaren heen hebben we geleerd dat het eigenlijk niet uitmaakt waar je woont, zolang je maar een goede vriendenkring kan opbouwen.”

Als je al zo lang weg bent uit de Kempen, wat onthou je er dan nog van?
“De Kempen liggen me na aan het hart. Wij komen elk jaar minstens één keer naar België. Dan hebben we het geluk dat we kunnen logeren bij familie. Daar zijn we heel dankbaar voor. Het heeft er ook voor gezorgd dat onze kinderen zich Belg voelen, ook al hebben ze nog nooit in België gewoond. Ooit hebben mijn man en ik de discussie gevoerd waar we zouden wonen als we ooit terug naar België zouden verhuizen. Ik ben afkomstig van Geel, hij komt uit Blankenberge. Mijn voorkeur gaat dan echt uit naar de Kempen. Blijkbaar heb ik nog steeds een Kempens accent. Daar ben ik trots op.”

Telkens op een andere plek wonen, dan moet je toch een kei zijn in aanpassen en integreren? Hoe heb je dat telkens aangepakt?
“Verhuizen naar een ander land vraagt inderdaad veel energie en aanpassingsvermogen. De eerste contacten leg je meestal via het werk en via de school van de kinderen. Je zoekt ook altijd naar mensen met dezelfde hobby’s. Door samen te sporten leer je veel mensen kennen. Wij zijn ook altijd actief geweest in de plaatselijke vereniging van Belgen. Die gezamenlijke achtergrond schept toch een band en bovendien is in de eigen taal communiceren altijd fijn. We hebben met onze kinderen ook altijd Nederlands gesproken. Het gekke is: waar je ook naartoe trekt, overal kom je weer mensen tegen die je elders al eens eerder gezien hebt. It is a small world, nietwaar? Ook Kempenaars kom je overal tegen. Dat is fijn.”

Denk je dat het leven als expat veel verschilt van een leven in de stille Kempen?
“Ja en neen. Het dagdagelijkse leven is eigenlijk hetzelfde. Wij moeten ook gaan werken of naar school en zorgen dat er ’s avonds eten op tafel staat. Het verschil zit volgens mij vooral in de vrije tijd. Ik denk dat wij sociaal actiever zijn. Omdat er in de weekends geen sociale verplichtingen zijn, heb je meer tijd voor uitstapjes en meer kansen om steeds weer nieuwe mensen te ontmoeten.”

Wat is het grootste voordeel van een leven als expat?
“Het grote voordeel is dat je veel leert van andere landen, culturen en talen. Wij vinden het fijn om telkens nieuwe mensen te ontmoeten en nieuwe dingen te ontdekken. Dat heeft tegelijkertijd ook een nadeel natuurlijk, want die nieuwe vriendschappen blijven vaak een beetje oppervlakkig.” 

Kinderen van expats zijn heel verschillend. Sommige zijn echte wereldburgers en trekken de wereld rond, anderen zijn net heel honkvast en keren terug naar hun vertrouwde plek. Hoe zit dat met jouw kinderen?
“Omdat onze kinderen nooit in België gewoond hebben, wilden we graag dat ze in België zouden verder studeren. Ze hebben uiteindelijk allebei voor Maastricht gekozen. Ik had gedacht dat ze vooral met buitenlandse studenten zouden optrekken, maar dat blijkt niet zo te zijn. Ze hebben ons ook al aangegeven dat ze voorlopig in Nederland willen blijven. Ik denk dat ze, tegen onze verwachtingen in, toch een soort van honkvaste plaats zoeken.”

Na zo lang in het buitenland en zo veel andere ervaringen: wat is voor jou het grootste voordeel van ons land? Wat appreciëren we hier niet genoeg?
“Het grote voordeel is het sociale vangnet. Oké, Belgen betalen veel belastingen en sociale bijdragen, maar ze krijgen er ook veel voor terug. Kindergeld, vaccinaties, Kind en Gezin, gratis scholen, goede wegen, ouderenzorg… Dat heb je in veel andere landen niet. Daarnaast hebben we in België ook heel veel lekker eten en drinken. Het verwondert me niet dat Belgische restaurants in het buitenland zo populair zijn.”

De omgekeerde vraag: welke dingen zijn er in het buitenland beter?
“We hebben er geen vat op, maar het Belgische klimaat is geen topper. Dat zou voor ons een reden kunnen zijn om niet terug te keren.”

Zijn er dingen die je mist als je zo ver weg woont?
“Familie en vrienden zijn het grootste gemis. Mijn familie ligt me na aan het hart. Grote familiebijeenkomsten bijwonen, dat lukt niet, maar ook als er iemand ernstig ziek is of overlijdt, dan is het niet altijd eenvoudig om er te zijn. Het schuldgevoel dat je dan hebt, is niet eenvoudig. En elk jaar, in de lente, krijg ik heimwee. Wanneer iedereen in België geniet van de eerste zonnestralen en de eerste terrasjes, dan mis ik het thuisfront. En het bourgondische leven.”

Krijg je wel eens familie op bezoek?
“Ja, dat gebeurt, maar met de jaren wordt het toch wat minder. Begrijpelijk, want de meeste mensen hebben per jaar maar één vakantie en willen dan niet telkens naar dezelfde plek gaan. Maar wij komen regelmatig naar België, dus het contact blijft sowieso behouden.”

Wat doe je van werk?
“Initieel waren de locaties waar we terechtkwamen in functie van het werk van mijn man. Toen ik naar Denemarken verhuisde, was dat omdat hij daar werkte. Ik heb zelf graduaat toerisme gestudeerd en dat heeft me altijd geholpen om een job te vinden op de locaties waar we woonden. Ik heb twee keer op de Belgische ambassade gewerkt en ik heb ook gewerkt als secretaresse en in de vastgoedsector. Uiteindelijk heb ik van mijn hobby mijn beroep kunnen maken: ik ben personal trainer en werk al 15 jaar als ‘pilates instructor’.”

Als je al in zo veel landen hebt gewoond, ben je dan ook een echte polyglot?
“Ik spreek vijf talen vloeiend: Nederlands, Frans, Engels, Duits en Spaans. Daarnaast heb ik ook noties van Portugees en een basiskennis Thais. Ik denk dat ik ondertussen kan stellen dat ik goed ben in talen. Het grappige is: als scholier in de middelbare school was ik dat helemaal niet. Een vriendin herinnert me daar nog wel eens aan.” (lacht)

Is jouw visie op leven in het buitenland veranderd sinds corona?
“Een beetje wel. Zoals ik daarnet al zei, hebben je levensomstandigheden een grote invloed op je gevoel bij een bepaalde plek. In tijden van corona is Azië plots heel ver weg, want door de strenge regels wordt reizen enorm beperkt. Dan is het niet gemakkelijk om zo ver van je familie te zijn. Gelukkig kan je als staatsburger altijd terecht in je eigen land, met andere woorden: als Belg kan je altijd terug naar België. Dat heb ik altijd goed in het achterhoofd gehouden.”

Zou je ooit nog terug in de Kempen kunnen wonen?
“Kunnen wel, maar of het er ooit van komt, dat weet ik niet. Ik heb zeker die nauwe band met de Kempen. En eigenlijk ook met Vlaanderen. We zijn erg trots op onze afkomst. België is een fantastisch land, dus ik ga het niet bij voorbaat uitsluiten dat we ooit terugkomen. We kijken trouwens nog regelmatig Belgische tv via internet en we luisteren ook naar de Vlaamse radiozenders. Dat vinden we niet alleen fijn, maar we hebben het ook altijd belangrijk gevonden om die band met het thuisfront te behouden.”

Als afsluiter: wat brengt de toekomst?
“Geen idee. Wij weten nooit lang van tevoren of we ergens anders naartoe verhuizen, dus wat onze volgende stap wordt, kan ik je nog niet zeggen. Als we echt de vrije keuze hebben, dan zou ik wel graag weer wat dichter bij het ‘thuisfront’ wonen. Opnieuw Europa of het Midden-Oosten, bijvoorbeeld. Als ik wat verder vooruit kijk, dan denk ik dat ik het niet erg zou vinden om mijn oude dag in het zuiden van Europa door te brengen.”

Meer lezen van Stijn van Osch

Meer Wereldreizigers

Wil je op de hoogte blijven?

Abonneer je op onze nieuwsbrief en ontvang elke maand een overzicht met de belangrijkste nieuwsberichten.