Wereldreizigers

“Aussies leven op het ritme van de zon”

Gepubliceerd: 1 juli 2020  |  Door: Lies Van de Cruys  |  Onderox editie: 200

MOL/PERTH — Nog snel een afscheidsfeestje voor familie en vrienden op 4 januari 2019 en weg waren ze… Tini Swinnen en haar man Steven Verstappen trokken met hun drie dochters en een container vol huisraad naar de andere kant van de  wereld. Steven en Tini wisten heel goed waarvoor ze het deden. Toke (13), Lopke (12) en Bo (9) hadden vooral veel twijfels. Hoe gaat het nu, zo’n anderhalf jaar later, met de familie Verstappen in het verre Australië?

Hoe zijn jullie in Australië terechtgekomen?

Steven Verstappen: “Voor we kinderen kregen, werkte ik al eens vier jaar in China. Dat bleek een enorme verrijking. Leven, werken  en reizen te midden van andere culturen is me daar in het bloed gekropen. Die ervaring wilden we graag nog eens overdoen, en vooral ook delen met onze dochters.”

Tini Swinnen: “Steven kreeg de kans om via zijn werk een project in Perth te ondersteunen als expat voor 2 of 3 jaar. Australië stond sowieso hoog op onze wishlist omwille van de weidse, prachtige en ruige natuur. Velen spreken over ‘Australië’ in het algemeen. De meeste mensen kennen echter vooral de meer toegankelijke Oostkust. Maar West-Australië is nog iets anders. Perth is een heel afgelegen stad. De dichtstbijzijnde grote stad, Adelaide, ligt op 2.700 kilometer.”

Hebben jullie meteen ‘ja’ gezegd?

Tini: “Het was geen evidente beslissing. Bij de kinderen was er wel wat weerstand, angst en onzekerheid. Als ouders waren we er echter van overtuigd dat dit misschien niet de makkelijkste, maar wel de meest verrijkende levenservaring zou worden voor hen. De leeftijd van onze kinderen (bij vertrek 8, 11 en 12 jaar, nvdr.) liet het nog nét toe om deze stap te zetten. Mochten ze 15 à 16 jaar geweest zijn, dan was het veel moeilijker. Op die leeftijd leggen jongeren meer dan ooit de focus op een vaste vriendenkring en het loskomen van hun ouders. Zo hoort het ook. Op dit moment hadden ze ons nog net genoeg ‘nodig’.”

Steven: “Soms moet je niet te lang nadenken, af en toe mag je wel eens een grote beslissing nemen vanuit je buikgevoel. Belangrijk was wel dat Tini en ik er samen volledig achter stonden.”

(richt zich tot de dochters) Jullie zagen dat meteen zitten?

Toke: “Mijn eerste reactie toen mijn ouders dit idee aanbrachten was: No way! Maar na het bekijken van vele documentaires over Australië had ik door dat het toch wel een mooie ervaring zou kunnen worden.”

Lopke: “Ik vond het heel moeilijk. We zouden onze vrienden en familie moeten missen en ik sprak geen woord Engels!”

Bo: “We hebben niet echt ‘ja’ gezegd. Mama en papa hebben ons ervan moeten overtuigen dat het leuk zou zijn een tijdje in Australië te wonen.”

Wat verwachtten jullie op voorhand van dit avontuur? Komt het overeen met de realiteit?

Tini: “Ik verwachtte me aan mooie natuur en aan het gegeven dat we samen prachtige reizen zouden maken. Gaandeweg ontdekte ik hier toch ook wel wat verschillen in ‘levenswijze’ die ik zeker niet had zien aankomen.”

Zoals?

Tini: “Ik had bijvoorbeeld verwacht dat we onze gebruikelijke activiteiten en hobby’s zouden kunnen verderzetten in Australië en zo ook makkelijk nieuwe vriendschappen zouden opbouwen. Maar dat bleek moeilijker dan verwacht. Het Australische ritme is heel anders. Vele activiteiten worden doorheen de week georganiseerd. In het weekend focussen Aussies heel erg op het gezins- en familieleven. ‘Girls scouts’ gaat hier bijvoorbeeld op een schoolavond door. Groepslessen in de gym worden ofwel om 5.50 uur ’s morgens georganiseerd of er is nog een laatste les om 18 uur. Dat zijn momenten dat wij, als Belgen, in de rush zitten van gezins- en huishoudelijke taken. Rond 21 uur gaan de meeste Aussies slapen. Ze leven meer op het ritme van de zon: vroeg opstaan en vroeg gaan slapen. Zowel in de winter als in de zomer gaat de zon hier rond 19 uur onder. Gelukkig biedt de school ‘co-corricular’ activiteiten aan, waardoor de kinderen één dag per week aansluitend op de lessen een hobby zoals knutselen, volleybal, cricket, atletiek, animal club,… kunnen uitoefenen.”

Het lukt dus wel, om sociale contacten te leggen?

Tini: “Ja, al moet je wel rekening houden met die verschillen. In België hebben we de cultuur van het ‘blijven plakken’ na een hobby, vaak al even belangrijk als het sporten op zich. Dat gebruik is hier niet ingeburgerd en dat missen we wel.”

Toke: “Ik was ervan overtuigd dat ik op school ‘het rare buitenlandse meisje’ zou zijn dat geen woord Engels spreekt en dat ik altijd alleen zou zitten. Maar ik had het helemaal mis! Op de eerste schooldag had ik al meteen een nieuwe vriendin. Ik was ook bang dat ik mijn Belgische vriendinnen zou verliezen. Ook op dat vlak vergiste ik mij. We bellen bijna elk weekend en we sturen dagelijks berichten en filmpjes.”

Bo: “Ik dacht zelfs dat ik nooit Engels zou kunnen leren. Maar na enkele weken begon ik het al te begrijpen en te spreken in de klas. Ik kan nu vlot babbelen en lachen met mijn nieuwe vriendinnetjes.”

Zijn jullie als gezin hechter geworden? 

Tini: “Dat denk ik wel ja. We vallen zeker terug op een grotere afhankelijkheid van elkaar en een kleiner sociaal leven. De zussen zijn op die manier wat meer naar elkaar toe gegroeid. Dat is fijn om te zien. Toch is het voor ieder gezinslid apart een uitdaging. Je botst wel eens met jezelf en dat is confronterend. Twijfelen, doorzetten en dan ervaren dat het wél lukt, kleine overwinningen, groeien in zelfvertrouwen. Ik ben ongelooflijk fier op mijn dochters als ik zie waar ze nu staan. Om het op z’n Vlaams te zeggen: het zijn echte plantrekkers geworden.”

Wat missen jullie het meest?

(in koor): “Familie en vrienden!”

Tini: “En Vlaamse humor, dat krijg je hier niet uitgelegd. Ik mis ook modernere kledij, paprikachips, de warme bakker en de frituur om de hoek.”

Toke en Lopke: “En je kapot lachen met kameraden. We hebben hier geweldige vrienden maar het is toch anders. Hier is het eten eigenlijk ook niet zo lekker. We missen de verse groenten van vake en moeke heel erg. En lekkere chocolade en frietjes met curryworst!”

Bo: “Ik mis ook ons huis in Mol en Belgische snoepjes en koekjes… Chocotoffs, letterkoekjes, koffiekoeken en taartjes!”

Tini: “Ik hou van de Belgische ‘genietersmentaliteit’: blijven plakken, iets gaan drinken, van elke nood een deugd maken,… Ik besef nu pas dat dat niet de normaalste zaak van de wereld is. De gemiddelde Belg kan misschien meer ‘gereserveerd’ of gesloten zijn, we doen wel moeite en creëren meer gelegenheden om vriendschappen te voeden.”

Toke: “In België fiets ik na school naar mijn vrienden of we blijven hangen in Mol, gaan een ijsje eten,… Nu ben ik voor alles afhankelijk van mijn mama en de auto door de grote afstanden hier.”

Omgekeerd, wat is er beter in Australië dan in België?

Steven: “Windsurfen!”

Tini: “Aussies zijn over het algemeen opener en opgewekter. Je wordt regelmatig aangesproken voor een babbeltje, zomaar. Ze trekken zich ook minder aan van hoe ze eruitzien of hoe anderen over hen denken. Ze kunnen overal blootsvoets naartoe zonder raar bekeken te worden. Sommigen gaan in hun pyjama naar de supermarkt. Ze dragen vaak comfortabele kledij, een sportlegging of een zwembroek en een T-shirt die totaal niet bij elkaar passen… Ik ben nog aan het twijfelen of ik dit een voor- of een nadeel vind.” (lacht)

Lopke: “De mensen zijn hier veel vriendelijker en de zonsondergangen zijn prachtig.”

Bo: “En we kunnen elke dag naar het strand! Het is ook cool om lieve dieren zoals koala’s en kangoeroes te zien.”

Tini: “Het leven is hier erg multicultureel. Australiërs hebben roots van overal ter wereld. Enkel de Noongar people (aboriginals, nvdr.) kunnen zich de oorspronkelijke bewoners van dit land noemen. Aussies beseffen dat ze hier op één of andere manier allemaal ‘bezoekers’ zijn. Daardoor gaan ze erg respectvol met elkaar en de verschillende culturen om: hier geen discussies over hoofddoeken, tulbanden of het dragen van religieuze tekens. Op school ligt de focus meer op positief gedrag en inzet dan op prestaties en resultaten. Een schooljaar dubbelen in de lagere school gebeurt niet. Ze vinden het vanzelfsprekend dat kinderen op hun eigen tempo en ‘naar eigen kunnen’ leren. Ook het spreken voor een groep wordt er van kleins af aan ingelepeld. En het verkeer is hier rustiger en gedisciplineerder. De verkeersregels zijn eenvoudiger, ondanks het feit dat het even wennen is om links te rijden.”

Wat is het leukste dat je in Australië al gedaan of gezien hebt?

Tini: “Francois Peron National Park in Shark Bay waar het rode woestijnzand de oceaan ontmoet. Esperance met het parelwitte strand en de blauwste oceaan die ik ooit gezien heb. En de spelende en springende humpback whales in Dunsborough.”

Toke: “Eigenlijk vooral de kleine dingen, zoals opstaan en de weidse oceaan uit je raam zien. Dat is onbeschrijfelijk mooi!”

Lopke: “Kangoeroes en de ‘blue tongue lizards’ in onze tuin, de walvissen en pinnacles (een zanderig stoppelveld van duizenden kalkstenen pilaren en naalden die soms wel vijf meter hoog zijn, nvdr.).”

Bo: “We zagen eens grote pijlstaartroggen in het water die zo dichtbij kwamen dat we zo konden aanraken!”

Hoe beleven jullie de corona-crisis ginder?

Tini: “Australië doet het goed qua cijfers. Er zijn relatief weinig besmettingen en dodelijke slachtoffers. Het wonen in een afgelegen werelddeel is nu een voordeel. Voor ons persoonlijk zijn er natuurlijk wel wat teleurstellingen. We durfden de stap naar de andere kant van de wereld te zetten met in ons achterhoofd: ‘We kunnen altijd terug’. Plots is dat niet meer zo. Bovendien keken we heel erg uit naar een aantal bezoekjes van familie en vrienden, die nu niet konden doorgaan. In juli zouden we zelf voor twee weken naar België komen. Ook dat is afgelast. Ruimtelijk gezien zitten we hier veiliger en comfortabeler dan in België, maar het sociaal isolement weegt wel extra door. We beseffen natuurlijk dat iedereen getroffen wordt door deze crisis en dat we ons gelukkig mogen prijzen zolang wij en onze naasten gezond blijven en onze ijskast gevuld is.”

Komen jullie op termijn nog terug naar Mol? Of blijven jullie in Perth?

Tini: “Wij komen zeker terug. Je leeft maar één keer en je moet er uithalen wat erin zit. Maar als het erop aankomt, blijven je familie en vrienden toch het allerbelangrijkste in het leven!”

Toke: “Zelfs al wonen we hier aan de zee en is het altijd mooi weer, ik zou hen nooit kunnen achterlaten.”

Lopke: “Ik wil hier nog wel een beetje rondreizen, maar dan ben ik er klaar mee. Dan kom ik terug met herinneringen om nooit meer te vergeten.”

Steven: “Maar we gaan wel blijven terugkomen naar Australië om te genieten van de buitengewone zonsondergangen in de prachtige oceaan.”

Meer lezen van Lies Van de Cruys
Meer lezen over
reizengelukszoekers

Meer Wereldreizigers

Wil je op de hoogte blijven?

Abonneer je op onze nieuwsbrief en ontvang elke maand een overzicht met de belangrijkste nieuwsberichten.