Wil je op de hoogte blijven?
Abonneer je op onze nieuwsbrief en ontvang elke maand een overzicht met de belangrijkste nieuwsberichten.
ZOERSEL — Eind april start in Zoersel een expo over het leven en de carrière van ex-bokser Sugar Jackson (44), die met zijn gezin vorig jaar in de gemeente kwam wonen. In zijn profcarrière won hij 43 van zijn 51 kampen en haalde hij twee wereldtitels en zes Europese titels binnen. “Bokser worden, dat was nochtans niet de makkelijkste weg.”
Dag Sugar, hoe gaat het met jou?
Sugar Jackson: “Goed, ik blijf altijd positief. Ik leef nog, en daar ben ik God dankbaar voor. Ik heb een zwaar ongeval gehad en dat heb ik overleefd. En ik ben de verkeerde mensen tegengekomen omdat succes altijd ratten aantrekt die centen willen komen halen. Maar het gaat goed met mij. Ik heb twee handen, ik ben gezond, ik heb een prachtig gezin,…”
Wat doe je van job?
“Ik werk ’s nachts in een magazijn. Daar leg ik pakketjes op de juiste plaats. Ik doe dat werk graag. Er lopen fijne collega’s rond waarmee ik goed kan lachen en zwanzen. En ik geef twee keer per week bokstraining, hier in Zoersel, telkens twee trainingen na elkaar. Daar komen alle soorten mensen langs. Vanaf 10 jaar kan je beginnen en de oudste man waar ik nu les aan geef is 84 jaar oud. Mannen, vrouwen, maakt niet uit. En er moet beweging en snelheid inzitten. Ze gaan altijd moe naar huis. Iedereen die naar de training komt, weet dat. En ik ga altijd met een brede smile naar huis, vol voldoening. Dan ben ik blij dat we weer goed getraind hebben. Je ziet hen ook beter worden. Dat vind ik een fijn gevoel. Dat moet ook, ze moeten bijleren. Ik probeer ze daarom voortdurend met kleine tips te helpen.”
Zit er talent tussen?
“Zeker! Er zijn er momenteel twee die echt goed zijn. Een meisje dat uit het kickboksen komt bijvoorbeeld.”
Hoe is je leven zoal gelopen sinds je je bokshandschoenen aan de haak hing?
“Na mijn carrière wou ik de boeken toe doen en genieten. Maar ik ben altijd een nachtmens geweest en ik kan ’s nachts niet goed slapen. Mijn vrouw zei dan: als je toch niet kan slapen, ga dan werken. En ik loop veel. Als ik dat doe, dan ben ik op slag weer goed gezind. Als ik thuis aan het zagen ben, stuurt mijn vrouw mij het huis uit om te gaan lopen. (lacht) Dan kom ik weer vrolijk terug.”
Mis je het boksen?
“Goh, ik mis het wel, maar mijn tijd is voorbij. Al vragen nog altijd veel mensen mij om advies. Of soms nodigen ze mij uit om een boksmatch te komen kijken. Maar dan zit ik daar en heb ik al snel door dat het helemaal niks is. Dan sta ik op en roep ik: dit is geen boksen eh! In mijn tijd was het toch anders.” (lacht)
Hoe ben je eigenlijk bokser geworden?
“Ik was nog jong en zag in Afrika Sugar Ray Robinson boksen op tv. Ik wist meteen: dat wil ik worden. Mijn mama zei dat het een goede droom was, maar dat ik daar in Afrika niet mocht boksen. Ik was toen echt een straatvechtertje. Vooral als ze iets over mijn familie zeiden. Toen ik naar België kwam mocht ik van mijn vader wel boksen. Mijn moeder, die nog in Afrika was, wist daar niks van. Ik durfde het haar niet zeggen. Pas toen ik later aan het boksen was op het WK en ik te horen kreeg dat de wedstrijd live over de hele wereld te zien was, dacht ik: oei, nu heeft mijn mama het misschien ook gezien. Dat was niet zo, maar iemand had haar wel gezegd dat hij haar zoon een kamp op het WK had zien winnen. Haar mond viel open. Ik heb toen naar haar gebeld: ‘mama, ik moet iets vertellen’. ‘Ik weet het al’, zei ze. ‘Het is goed, het was jouw droom. Ik ben trots.’ Toen was ik echt blij.”
Waren er al boksers in je familie?
“Nee, helemaal niemand. (glimlacht) Mijn vrienden gingen voetballen en ik ging dan wel eens mee. Ik kan goed voetballen en ik kon op een bepaald moment zelfs een contract tekenen bij Berchem Sport. Maar ik weigerde dat. ‘Ik wil gaan boksen’, zei ik tegen die mensen. Iedereen lachte daar toen mee. Maar nu hebben ze allemaal respect voor de keuze die ik toen maakte. Ook al was het niet de makkelijkste weg. Want boksers zouden gerust wat meer steun mogen krijgen. Voetbal krijgt al steun genoeg, toch?”
Hoe verliep die beginperiode?
“Ik woonde in Luchtbal (wijk in Antwerpen, nvdr.) toen ik begon te boksen. Ik heb daar nog altijd fijne herinneringen aan. Ik ging daar lopen in de buurt en maakte er een sport van om alle trappen van het gebouw zo snel mogelijk af te leggen. Dat waren 18 verdiepingen. (glimlacht) Mijn zoon startte dan beneden met de lift en ik liep die trappen op. Dan waren we meestal net samen boven. Mijn conditie was echt top toen.”
En nu?
“Ah, maar ik ben nog altijd in vorm, hoor. Ik ben misschien twee kilo bijgekomen ten opzichte van tijdens mijn carrière. Ik heb altijd veel belang gehecht aan een goede conditie, enorm belangrijk in de verdediging. Als het al boksend niet lukt, dan kan je nog altijd weglopen. En trainen is gezond. Als je goed voor je lichaam zorgt, word je minder snel ziek. Tijdens de training doe ik daarom nog altijd actief mee.”
Hoe verliep je eerste bokswedstrijd?
“Mijn eerste kamp was in Holland, dat weet ik nog. Ik stapte vol zelfvertrouwen de ring in, maar voor ik het wist lag ik boenk op de grond. Ik had er nochtans hard voor getraind. Ik ben toen weer opgestaan en heb die kamp nog met knockout afgemaakt.”
Is boksen een gevaarlijke sport?
(Resoluut) “Helemaal niet! Akkoord, je gaat sowieso lappen krijgen. Maar het is vooral discipline. Je leert wat je wel en niet moet doen. Het dient niet om op straat te leren vechten. Ik heb nog nooit in mijn leven het boksen gebruikt voor zo’n dingen. Het is al gebeurd hoor, dat mensen mij uitdagen op straat. ‘Hij is bang’, roepen ze dan. Maar ik loop dan weg. Ik weet wat ik kan. Ik ga zo’n gast niet neermeppen en dan mijn hele leven lang betalen.”
Wat is er het allerleukste aan boksen?
“De discipline en het respect. Boksen heeft mij gered. Het heeft me van de straat gehaald. Dat wil ik nu zelf ook doen, gasten van straat halen en hen helpen… Leren hoe je moet bewegen, dat is ook belangrijk in het boksen. En het feit dat je in de boksring iemand anders kan worden. Ik vond dat vroeger heerlijk, het gevoel dat je had als je in de ring stapte voor een belangrijke match. Ik wist dan: ik heb er alles aan gedaan om klaar te zijn, nu kan ik me laten gaan tijdens de wedstrijd. Ook al was het hard trainen want ik deed er alles voor. Het boksen heeft mij veel gegeven. Ik heb er bijna de hele wereld door gezien. Overal waar ik ga, zie ik mensen denken: ik ken die jongen van ergens. Jij lijkt op 50 Cent, hoor ik ook wel eens. (lacht) Dan beginnen ze mij op te zoeken of komen ze vragen wie ik ben. En dan zwijg ik als een graf.” (lacht)
Vind je dat vervelend, als mensen je aanspreken omdat je bekend bent?
“Nee, ik neem altijd de tijd als ik aangesproken word door fans, tenzij ik dringend ergens moet zijn uiteraard. Maar ik ben altijd lief en probeer tijd te maken. Die mensen zijn fans en die wil ik niet verliezen.”
En je blijft vooral ook glimlachen?
(Lacht breed) “Daar kan ik niks aan doen, het is sterker dan mezelf. En het is het laatste dat ik aan mijn moeder beloofd heb, dat ik altijd zou blijven lachen. Je moet in het leven gewoon jezelf blijven, toch? Je hebt van die mensen die een beetje bekend worden en ze krijgen al meteen een dikke nek. Blijf maar gewoon met je voeten op de grond staan, want ze kunnen je net zo goed terug met de grond gelijk maken.”
In de ring leek die vrolijke Sugar nochtans helemaal niet aanwezig.
“Ah, maar als ik in de ring sta, dan wil ik de andere opeten. Dat is altijd mijn instelling geweest. Het is een soort belofte die ik altijd gemaakt heb met het publiek. Dat en het feit dat ik er altijd een show van ging maken. Iedereen die dan riep: ’Komaan Sugar! Op zijn bakkes!’ Dat was fantastisch! Het was ook een kracht van mij, het publiek verwennen. De mensen moeten naar een boksmatch komen om te supporteren en om te genieten. Ze moeten tegen hun vrienden zeggen: ‘Wauw, dat was cool! Je hebt wat gemist! Je moet volgende keer meekomen!’”
Waar komt de naam ‘Sugar’ eigenlijk vandaan?
“Omdat ik hield van Sugar Ray Robinson en later van Sugar Ray Leonard. Hun manier van boksen sprak mij aan. Toen begonnen ze mij ook Sugar te noemen. ‘Sugar the puncher’ was lang mijn bijnaam. En ‘the balls brains’, dat zei mijn coach wel eens tegen mij. Omdat je ballen moet hebben, maar ook de hersenen om te weten wat je moet doen.” (lacht)
Je bent ook gelovig.
“Ja, ik probeer nog elke week naar de kerk te gaan, iedere zondag. Dat is met zingen en dansen en vooral met veel dankbaarheid tonen. Als ik mensen hoor zagen over hoeveel de elektriciteit tegenwoordig kost dan denk ik meteen: we krijgen zoveel van God. En ademen is onbetaalbaar. Wees gewoon dankbaar.”
Welke ambities heb je nog in het leven?
(Denkt na) “Ik zou graag de grootste bokspromotor van België worden. Jongeren van de straat plukken en helpen. Want de bokssport heeft het moeilijk in ons land. Een deftige zaal vinden om te trainen is al enorm lastig. Ik zou graag op meerdere plekken een vaste zaal hebben die groot genoeg is en waar we professioneel kunnen werken. Voor de jeugd zou dat fantastisch zijn. Zodat zij hun dromen kunnen waarmaken. Misschien moeten besturen ook eens inzien dat niet iedereen ervan droomt om voetballer te worden. En we zouden jongeren van de straat halen. Politiekers mogen mij altijd bellen. Mijn andere ambities? Ik heb al een boek geschreven over mijn leven en er zijn al wel eens gesprekken geweest om een film te maken over mij. Die mag er wat mij betreft zeker komen. Zou interessant zijn, nietwaar?”
Je levensverhaal wordt binnenkort ook verteld in een expo in Zoersel. Hoe is het idee ontstaan?
“Het was Romain, een vriend van mij, die het voorstel deed. Ik vind het een tof initiatief. Ik heb er even over getwijfeld, maar dacht toen: waarom ook niet? Hopelijk komen er veel mensen kijken en kan ik het ook gebruiken om het boksen te promoten.”
Slotvraag: tijdens de opnames van het televisieprogramma ‘Eeuwige Roem’ verdronk je bijna. Kan je intussen al zwemmen?
(Met een brede glimlach) “Natuuuuurlijk! Gooi me maar in het water! Kijk, ik kan wel zwemmen hoor, maar in een zwembad lukt dat gewoon beter dan in de zee.”
MEER INFO
De expo ‘It’s Sugar Time!’ is vanaf zondag 27 april gratis te bezoeken in het administratief en cultureel centrum in Zoersel. De expo loopt nog tot en met vrijdag 16 mei 2025.
Foto’s: Griet Verwaest
Abonneer je op onze nieuwsbrief en ontvang elke maand een overzicht met de belangrijkste nieuwsberichten.