Jérémie Vrielynck ruilt West-Vlaanderen in voor eigen studio in Geel

Vanaf wanneer wist je dat zanger worden iets voor jou was?
Jérémie Vrielynck: “Op mijn vijfde werd het al duidelijk dat ik zanger wilde worden. Veel kinderen kiezen op die leeftijd voor het beroep van brandweerman of politieagent, maar bij mij was het meteen duidelijk dat ik iets met muziek wilde doen. Je hoort vaak dat mensen dat geen ‘écht’ beroep vinden, maar als je dan ook nog eens songs producet, is het een voltijdse job.”

Hoe ben je op dat idee gekomen?
“Dat kwam van een goede vriend, nadat hij me altijd hoorde zeggen wat beter kon aan bepaalde muziek. Ik investeerde in alle apparatuur die ik nodig had en volgde verschillende opleidingen via internet tijdens de coronacrisis.”

Je ruilde Deerlijk zelfs in voor de Kempen?
“In het begin vond ik het moeilijk om West-Vlaanderen los te laten, maar mijn vriendin is afkomstig uit Geel en wilde graag in de stad blijven wonen, dus ben ik haar gevolgd. Toen de mogelijkheid zich voordeed om het pand van mijn schoonouders over te nemen, was de keuze snel gemaakt. Het is een huis in bosachtig gebied met de mogelijkheid om een studio in te richten. Dat is fantastisch.”

Wat zijn de grootste verschillen tussen West-Vlamingen en Kempenaren?
(Denkt na) “In West-Vlaanderen zijn de mensen naar mijn gevoel iets directer. In de Kempen heb ik het gevoel dat mensen wat terughoudender zijn. Al is de familiale sfeer in beide regio’s wel hetzelfde. Ik voel me al echt thuis in Geel.”

Was wakker worden in Geel de eerste weken voor jou een grote aanpassing?
“Dat valt goed mee. Toen ik enkele maanden geleden mijn identiteitskaart moest vernieuwen, had ik het moeilijk met het feit dat mijn afgifteplaats veranderde van Deerlijk naar Geel. Daarom koos ik ervoor om mijn identiteitskaart in Deerlijk af te halen, zodat die informatie nog voor ten minste tien jaar op mijn identiteitskaart vermeld staat. (lacht) Deerlijk zit voor altijd in mijn hart, maar er is geen mooiere omgeving dan Geel.”

Er zijn niet veel mensen die op hun 23ste beschikken over een eigen muziekstudio.
“Ik draai al een jaar of tien mee in het professionele circuit. Daar wordt heel veel van je verwacht, maar op die leeftijd besef je dat niet echt. Ik heb me enorm geamuseerd, maar het is wel hard werken om jezelf jaar na jaar te verbeteren. Daarna ben ik de wetenschap in de muziek gaan ontdekken. Het idee waarom een bepaalde klank emoties kan losmaken, vind ik heel interessant om te onderzoeken.”

De ‘Nederpop’ is het laatste jaar echt booming business…
“Klopt, maar het is ook leuk dat er daardoor net een grotere markt is. Sinds 2020 heb ik negen nummers uitgebracht, die allemaal opeenvolgend in de Vlaamse Top 30 stonden, waarvan zeven in de top tien. Dat is wel een druk die elke keer stijgt, omdat de volgende single er ook boenk op moet zijn.”

Hoe zorg je er dan voor dat je altijd betere muziek kan maken?
“Mocht ik dat weten, dan zou de druk van de ketel zijn. (lacht) Ik schrijf soms tien nummers voor er één single uitkomt. Als ze niet beter zijn dan wat ik heb, breng ik ze niet uit, maar als ik begin te huilen, weet ik dat ik het juiste nummer gemaakt heb. Ik wil een nummer 2.000 keer kunnen horen zonder dat ik het beu raak.”

Wat wakkert je passie voor muziek precies aan?
“Bewegingen horen in muziek. Enkele weken geleden ging ik met mijn vriendin ‘The Little Mermaid’ kijken in de bioscoop. Tijdens de aftiteling begon ik te huilen, omdat de muzikale samenhang van de generiek zo mooi was.”

Wat is het geheim achter je succes?
“Die gouden formule zal ik volgens mij nooit vinden. Ik blijf nummers maken tot ik de perfecte song gevonden heb. Ik hou wel alle nummers bij en durf die dan later ook terug uit mijn schuif te halen. Het is ook al gebeurd dat ik demo’s laat horen aan collega-artiesten, die zich er dan wel in kunnen vinden.”

Hoe slaag je erin om voor elke artiest een geschikt nummer te maken?
“Iedereen heeft zijn eigen favoriete muziek. Door samen met de artiest te zoeken naar wat ze leuk vinden en te analyseren wat die muziek met hen doet, kan ik inschatten wat voor elke artiest zal werken. Het is heel tof en inspirerend om te zien waarvan andere artiesten hun emoties en ideeën halen. In de studio komt ons energieveld samen en maken we er samen het beste product van.”

Tegenwoordig wordt steeds meer gebruik gemaakt van computergeluiden in muziek. Hoe sta jij daar tegenover?
“Voor sommige genres van klanken kan de computer een echte meerwaarde zijn, maar in livemuziek zit veel meer emotie, je hoort echt het verschil, omdat het dan echt is. Dat gevoel mis je wanneer je louter muziek maakt met je computer. Gevoel in je muziek stoppen is het allerbelangrijkste. In de studio speel ik de meeste instrumenten dan ook live in.”

Hoe vraag je aan iemand als Wim Soutaer of hij met je wil samenwerken?
“Ik trok mijn stoute schoenen aan in de backstage op een evenement en vroeg of ik eens met hem kon afspreken. Even later zat hij bij mij in de studio. Het is heel fijn dat steeds meer artiesten de weg naar hier vinden.”

Heel wat Vlaamse artiesten slaan de dag van vandaag ook de handen in elkaar met onze noorderburen. Wat is volgens jou het geheim achter die gouden match?
“Wij Belgen vinden de sfeer van muziek uit Nederland heel cool. De sound is frisser, en het is een andere sfeer. Dat is een andere soort pop, die wij hier niet hebben, maar omgekeerd is dat ook zo. Dat is althans wat ik hoor van producers uit Nederland waar ik mee samenwerk. Die wisselwerking is volgens mij de reden van de hype en waarom het in beide richtingen zo goed werkt.”

Wie mag je altijd bellen om samen een nummer te maken?
(Denkt na) “Shawn Mendes. Ik ben iemand die heel groot droomt, en dan kleine stappen zet in de weg ernaartoe. Het idee van mijn eigen songs vertrekt ook vaak vanuit een melodie waarvan ik denk dat die ook zou kunnen werken voor Shawn Mendes, maar in eigen land zou ik graag eens een nummer willen maken voor Pommelien Thijs.”

Heb je er al wel eens over nagedacht om ook een buitenlandse carrière uit te bouwen?
“Laat ons zeggen dat ik er al wel over gedroomd heb, maar ik wil me graag eerst focussen op mijn muziek in ons land. Daarna kunnen we altijd nog zien hoe alles loopt, maar zeg nooit nooit.”

Ben je soms bang voor de dag dat het muzikale verhaal zou stoppen?
“Twee jaar geleden heb ik er nog aan gedacht om een bijbaantje te zoeken, maar ik ben blij dat ik dat niet gedaan heb. Nu kan ik elke dag doen wat ik graag doe. Vroeger had ik meer schrik om zonder werk te vallen, maar nu is mijn agenda al vrij goed gevuld tot 2025.”

Hoe ziet de toekomst er nog uit?
“Ik ben net weer begonnen met zelf muziek te maken. De nieuwe single wordt half oktober verwacht en daarnaast staan er nog een dertigtal producties gepland. Naast twee theatertournees, vertolk ik vanaf maart 2024 de rol van Link Larkin in ‘Hairspray’, een nieuwe feelgoodmusical, en er zitten nog heel wat muzikale plannen aan te komen.”