Wil je op de hoogte blijven?
Abonneer je op onze nieuwsbrief en ontvang elke maand een overzicht met de belangrijkste nieuwsberichten.
Nog nooit zagen onze tuinen er zo picobello uit, dan toch één voordeel aan deze lockdownperiode. Onkruid krijgt momenteel maar op weinig plaatsen vrij spel. Ik zag de voorbije weken zelfs mensen hun gazon met de schaar te lijf gaan. Je bestrijdt er ineens de verveling mee. Ook voor wie kleine kinderen in huis heeft, kleuters bijvoorbeeld, kan een moestuin een prachtig educatief stukje tijdverdrijf vormen. Maar hoe begin je daar nu aan? Wij geven enkele tips.
Moestuinieren met je kinderen is een absolute aanrader. Het is leuk en je leert je kroost meteen een belangrijk stukje over de werking van de natuur. Dat wortels en komkommers niet zomaar in de winkel groeien bijvoorbeeld. Of dat tomaten, pompoenen en radijzen niet van de bomen geplukt kunnen worden. Eigenlijk kan je er nauwelijks vroeg genoeg aan beginnen. Vanaf een jaar of drie kan je met kinderen al gestructureerd aan de slag.
KLEUR EN VARIATIE
Een vierkantemeterbak, erg populair de laatste jaren, blijft iets dankbaars om mee te beginnen, maar het hoeft niet. Net zo goed kan je met de kinderen in de échte volle grond aan het werk. Zorg er wel voor dat niet elke millimeter optimaal bezet moet worden. Je opbrengst optimaliseren is niet het belangrijkste aan dit moestuinproject. Probeer er wel voor te zorgen dat al je verschillende onderdelen resultaat leveren. Kleurrijke tomaatjes, aardbeien en wortelen kunnen voor een mooie afwisseling zorgen met al het traditionele groen. Variatie is altijd goed. Zorg zowel voor klimmers als voor planten die laag bij (of voornamelijk onder) de grond blijven. Zaai zelf, maar koop ook plantjes om meteen in volle grond te plaatsen. Als je voor nieuwe zaadjeskiest, zal je betere resultaten boeken. Zaadjes die nog ergens in een hoekje van de kast liggen, en waarvan je niet zeker weet hoe oud ze net zijn, kan je beter proberen uit te zaaien in een ander stukje van de tuin. Gebruik bij voorkeur zaadjes die ook uitkomen als ze niet allemaal perfect gezaaid zijn of plantjes die tegen een stootje kunnen. Het is niet de moment om de meest ingewikkelde groentes te gaan telen die specifieke noden hebben. Een kindermoestuin moet er ook niet uitzien zoals een tuin voor volwassenen. Er mogen gerust extra versieringen aangebracht worden: je kan plantenbakjes versieren, krijtbordjes toevoegen, zelf klimrekken knutselen, wasspelden schilderen om je plantjes te benoemen, opengesneden flessen gebruiken om in te planten,… Zaaien in volle grond kan ook in allerlei figuren en letters. Als je kind de letters van zijn eigen naam ziet verschijnen in plantvorm, gaat ie zeker extra trots zijn. Het is uiteraard ook niet verboden om wat bijkomende bloemenpracht toe te voegen. Kies bij voorkeur voor die bloemen die insecten en ander ongedierte op afstand houden, of net aantrekken zodat de omliggende planten gespaard blijven. Een extra voordeel: bijen en vlinders zullen jouw nieuwe stukje natuur sneller bezoeken. Heb je wat meer ruimte? Overweeg eens wat zonnebloemen te planten. Ze zijn zeer indrukwekkend voor kleine kinderen en eenmaal uitgebloeid zullen de vogels massaal van de pitten komen smullen.
SNOEPVARIANTEN
Maar voor welke groentes kies je nu? Wel, het belangrijkste is om te gaan voor plantjes die snel resultaat laten zien. Kies dus niet te veel voor soorten die wekenlang op zich laten wachten of waar de vruchten pas in de late zomer aan de plant verschijnen. Snijsla, radijzen, lente-ui, erwten, tuinkers en aardbeien zijn, niet onterecht, klassiekers in een kindermoestuin. Ook ronde courgettes, koolrabi, spinazie en rabarber kunnen een mooie aanvulling zijn. In een echte kindermoestijn mogen zeker de snoepvarianten niet ontbreken: mini-komkommers, kerstomaten, Parijse wortelen, mini-paprika’s,… Een frambozenstruik kan ook een fenomenaal succes vormen voor wie de kindermoestuin als een meerjarenproject beschouwt. Eenmaal de struik op volle toeren draait, kan je er (tijdens het seizoen) elke dag nieuwe frambozen van plukken. De stekels moet je er wel bijnemen. Bij zo’n meerjarenproject kan je trouwens ook altijd variëren in kleur. Denk aan: paarse wortelen of gele kerstomaten. Zo heeft je kind weer iets nieuws om naar uit te kijken.
STUKJE KRUIDENTUIN
Verder is een apart gedeelte voor kruiden een aanrader. Bieslook en peterselie doen het daar erg goed: ze groeien makkelijk en snel, ook als ze eens te veel of te weinig water krijgen. De kinderen kunnen bovendien tijdens hun tripje naar de moestuin altijd een stukje plukken en proeven. Dat gaan ze geweldig vinden. Ook leuk: citroenmelisse, tijm en munt. Let er, zeker bij munt, wel op dat ze de tuin niet overwoekeren. Een aparte pot kan een oplossing bieden. En voor de moeilijke eters: groenten en fruit uit eigen tuin zullen altijd een stuk populairder zijn als ze daarna op hun bord terechtkomen. Kinderen die zelf een moestuin hebben, eten trouwens gemiddeld gezien ook meer groenten en fruit dan hun klasgenootjes die niet af en toe met hun vingers in het zwarte zand zitten. Mooi meegenomen, toch?
Wat tenslotte heel erg belangrijk is: zo’n mini-tuintje heeft niet als doel om van je (klein) kinderen meteen moestuinspecialisten te maken. En dat heeft als extra voordeel dat jij het als volwassene ook niet hoeft te zijn. Samen dingen uitproberen kan wonderen doen.
Abonneer je op onze nieuwsbrief en ontvang elke maand een overzicht met de belangrijkste nieuwsberichten.