Wil je op de hoogte blijven?
Abonneer je op onze nieuwsbrief en ontvang elke maand een overzicht met de belangrijkste nieuwsberichten.
OUD-TURNHOUT — De verhalen van haar kleindochter die stage deed in ‘t Poortje in Turnhout hebben Maria Fleerackers (87) warm gemaakt om zich in te zetten voor mensen die het wat moeilijker hebben in de maatschappij. Zo breit de creatieve Oud-Turnhoutse ieder jaar tientallen warme sjaals en mutsen voor dak- en thuislozen in haar dorp en de naburige gemeenten.
Aan jouw interieur te zien, zit de creativiteit je duidelijk in het bloed. Wat heb je zoal zelf gemaakt?
Maria Fleerackers: “Bijna alles wat je hier ziet heb ik zelf in elkaar geknutseld. Ik ben graag creatief bezig en mijn projectjes verschillen telkens weer van elkaar. Zo maakte ik bedspreien en tafellopers in patchwork en poppen en beren uit klei waarvoor ik ook zelf de kleertjes brei en naai. Daarnaast schilder ik heel graag op doek, meestal met aquarel of acryl. Ik geniet ervan om te kunnen afwisselen, zo geraak ik wat ik maak nooit beu. Ik kom nog graag naar buiten met mijn creaties. Zo liep er een aantal jaar geleden een expo in het Hofke van Chantraine in Oud-Turnhout waar ik al mijn schilderijen tentoonstelde en nam ik afgelopen zomer deel aan Montmartre Kunstmarkt in het Borluutpark van Gent. Ik zit dus zeker niet stil.” (lacht)
Heb je de creatieve genen van je ouders meegekregen?
“In de familie heeft iedereen wel een eigenzinnig en creatief kantje. Mijn broer is houtbewerker, mijn ene zus maakt prachtige bloemstukken voor events en de andere schildert ook. Zelf ben ik jaren leerkracht Plastische Opvoeding geweest in het Hivset, de vroegere verpleegsterschool van Turnhout. Vroeger stimuleerde ik mijn eigen kinderen ook om creatief bezig te zijn. In de plaats van naar televisie te kijken, leerde ik mijn dochter naaien en breien. Ooit haakte ik een kleurrijke boord met lussen aan de broekspijpen van de jeansbroek van het buurmeisje nadat die te kort geworden was. Dat was toen in de mode. Zo kon ze weer eventjes verder. (lacht) Ook mijn kleinkinderen en achterkleinkinderen weten dat hier altijd iets leuks te beleven valt. Wanneer ze op bezoek komen, zet ik de wasco’s en penselen klaar zodat ze zich naar hartelust kunnen uitleven. Dat vinden zij, maar ook ik, heel plezierig. Het is fijn om te zien hoe die creativiteit toch een beetje van generatie op generatie overgaat.”
De focus lijkt me nu even te liggen op het breien van sjaals en mutsen. Ik neem aan dat je niet alles zelf zal dragen?
“Ik leef een beetje volgens de seizoenen. In de warmere maanden werk ik graag in mijn tuin, maar nu het kouder en snel donker wordt, ben ik het liefst binnen creatief bezig. Elk jaar maak ik met mezelf de afspraak om een nieuwe lading sjaals en mutsen te breien voor dak- en thuislozen in Oud-Turnhout. Ik vind het fijn om me op die manier te kunnen inzetten voor wie het moeilijk heeft. Zo kan ik hen op mijn manier voorzien van wat extra warmte tijdens deze koude periode.”
Hoe ben je ertoe gekomen om dit brei-initiatief op te starten?
“Een aantal jaar geleden ontmoette ik een jongeman in het koffiehuis hier in het dorp die begeleid zelfstandig woonde. We zagen elkaar iedere week en konden over heel veel zaken babbelen. Over de jaren heen ontwikkelden we een hechte vriendschap. Op een bepaald moment nodigde hij me uit om met Kerstmis bij hem thuis te komen eten. Als bedankje nam ik een zelfgebreide sjaal mee. De blijdschap en dankbaarheid die hij toen uitte, werkte voor mij erg aanstekelijk. Wanneer mijn kleindochter destijds stage deed in ’t Poortje in Turnhout en me vertelde over de mensen die daar over de vloer kwamen, wakkerde de motivatie om iets te ondernemen voor mensen met een kwetsbare achtergrond verder aan. Ik besloot om kerstpakketjes te maken voor mensen die het minder breed hebben. Die gaf ik dan met mijn kleindochter mee waarna ze die tijdens het kerstfeest aan de mensen daar cadeau gaf. Onderling kon er dan gewisseld worden totdat iedereen een sjaal en muts had die mooi bij hen paste. Ik ontvang als bedankje regelmatig een postkaartje. Dat doet me veel deugd.”
Hoe geraak je aan zoveel wol?
“Vriendinnen van mij weten dat ik ieder jaar opnieuw brei. Wanneer ze dan wol over hebben van eigen breiprojecten, geven ze die aan mij. Doorheen het jaar verzamel ik dus volop restjes om in de herfst aan de slag te gaan. Soms is dat nog niet voldoende. Dan haal ik nog wat extra wol in de breiwinkels in de buurt om mooie kleurencombinaties en patronen te maken. Hier gaat dus nooit wol verloren.”
Hoe lang doe je dit al?
“Een tiental jaar. In de herfstperiode begin ik de voorbereidingen te treffen en maak ik al zoveel mogelijk sjaals en mutsen. Tegen de week voor Kerstmis kan ik mijn verzameling naar het OCMW van Oud-Turnhout brengen. En dan begin ik al aan het volgende jaar. Soms is het een race tegen de klok om alles op tijd af te krijgen. Gelukkig ben ik er tot nu toe ieder jaar in geslaagd. De medewerkers staan dan klaar om hier mooie pakketten mee te maken. Ze zien me graag komen met mijn grote verzameling aan breiwerk.” (lacht)
Je bent duidelijk erg gemotiveerd om dit vol te houden. Hoe lang plan je hier nog mee door te gaan?
“Zolang ik nog kan. Ik haal er veel plezier uit. Het gevoel dat ik me op deze manier nuttig kan maken en mensen kan verderhelpen die het moeilijk hebben, geeft me een warm gevoel van samenhorigheid. Ik heb mijn sjaals nog niet afgegeven of ik ben alweer op zoek naar mooie kleuren of unieke patronen. Als je nog restjes wol zou over hebben, weet je nu dus waar je ze kwijt kan!” (lacht)
Foto: Marthe Sledsens
Abonneer je op onze nieuwsbrief en ontvang elke maand een overzicht met de belangrijkste nieuwsberichten.