Wil je op de hoogte blijven?
Abonneer je op onze nieuwsbrief en ontvang elke maand een overzicht met de belangrijkste nieuwsberichten.
ARENDONK — Al tientallen jaren vormt Arendonkenaar Leo Peeters blokken marmer om tot sprekende beelden. Met zagen, beitelen, schuren en polieren haalt de beeldend kunstenaar vormen uit blokken Carrara-marmer die hij steeds zelf ter plaatse in Italië en Griekenland gaat uitkiezen. Naast marmer zit in de werken vooral veel tijd en geduld, want marmer laat zich niet snel-snel bewerken.
In zijn eigen gemeente is Leo maar weinig bekend. Maar buiten zijn dorpsgrenzen is de appreciatie voor zijn werk hoog. In Turnhout staat een metershoog werk in de tuin van zorgcentrum De Wending, maar ook in het stedelijk museum van de Chinese hoofdstad Beijing kan je werken van deze Kempenaar vinden. “Mijn Italiaanse leermeester gaf me een bordje met daarop de woorden ‘tempo e luce’, tijd en licht”, vertelt Leo. “Dat bordje hangt al jaren in mijn atelier, want het geeft aan wat een beeldhouwer nodig heeft om goed te kunnen werken: veel geduld en voldoende licht, anders maak je brokken.”
Een indrukwekkend atelier vol marmerwerken. Hoe lang ben je al bezig met beeldhouwen, Leo?
Leo Peeters: “Al heel lang. Ik ben ermee begonnen rond mijn twintigste en ondertussen ben ik de tachtig al gepasseerd. (lacht) Er is dus al wel heel wat marmer door mijn handen gegaan. Maar ik heb niet altijd met marmer gewerkt. Toen ik jaren geleden begon met beeldhouwen, gebruikte ik vooral leisteen. Dat is minder hard en laat zich gemakkelijker verwerken. Maar al gauw is de liefde voor Carrara-marmer gekomen, een marmersoort die ik vooral in Advenza, een dorp in het noordwesten van Toscane ga ophalen.”
Daar trek je dan zelf voor richting Italië?
“Ja, want ik wil de blokken zelf gezien hebben om er vooraf de mogelijkheden van te zien. Twee tot drie keer per jaar ga ik naar Italië. Voor die trips heb ik mijn mobilhome waarmee ik voor een drietal weken naar ginder trek om in de lokale studio’s lessen te volgen en marmer te kopen. Dankzij een zwaardere achteras kan ik dan een aantal blokken mee terug naar België brengen.”
Kreeg je in de tijden toen er nog grenscontroles waren dan soms geen vreemde blikken aan de douaneposten?
(Glimlacht) “Ja, dat is al wel eens gebeurd. De douanecontroles aan de Europese grenzen zijn er al een hele tijd niet meer. Maar tussen Italië en Zwitserland is het nog niet zo lang geleden dat de kofferbakken open moesten voor inspectie. Daar heb ik het dan ook wel eens voorgehad dat ik met mijn marmer niet zomaar Zwitserland in mocht. Dan ben ik teruggekeerd om via een omweg door Frankrijk binnen de Europese Unie te blijven en zo mijn blokken mee naar mijn atelier te krijgen.”
Hoe ga je dan aan de slag om van je marmerblok het gewenste beeld te maken?
“Voor ik aan een beeld in marmer begin, heb ik vooraf al schetsen en tekeningen gemaakt. Daarna maak ik het beeld in Ytong, een zacht materiaal dat gemakkelijk te bewerken is. En als ik de bedoeling heb om een groot beeld te maken, dan maak ik het vooraf ook al wel eens in het klein in marmer om een gevoel te krijgen waar de uitdagingen zitten. Een tekening maken is immers iets helemaal anders dan een driedimensionaal beeld. Wanneer ik ga beeldhouwen, zit de gewenste vorm eigenlijk al in de blok waarmee ik aan de slag ga. Ik moet het er uithalen. Als beeldhouwer zie ik niet zozeer het beeld dat ik voor ogen heb, maar vooral wat er van die blok allemaal weg moet om het gewenste beeld over te houden.”
Hoe kom je dan tot die ideeën voor je beelden?
“Dat kan vanalles zijn, maar ik heb wel iets met taal, spreekwoorden en gezegdes. Als ik iemand iets hoor zeggen wat me opvalt, begin ik daar over na te denken en vraag ik me af hoe ik dat in een beeld kan visualiseren. Toen het concept van ritsen opkwam in het verkeer, heb ik zo een beeld gemaakt dat ik ‘ritsend invoegen’ genoemd heb. Andere werken heten ‘door het oog van de naald’, ‘een blok aan het been’ en ‘zij is dik van hem en hij is dun van haar’. En het beeld aan zorgcentrum De Wending in Turnhout is geïnspireerd op de bijnaam van de Turnhouters, suzziepikkers, naar de uitspraak: den beste Turnhauwter hee nog altaai een suzzie gepikt. Maar soms kom ik ook wel helemaal los van die gezegdes om abstractere werken te maken.”
Is het dan bij het beeld van de ‘suzziepikkers’ dat de Chinezen je gevraagd hebben om een beeld te komen maken in Xiamen?
“Neen, die link liep via Herentals. Daar had ik een eerste prijs gewonnen op een tentoonstelling en dat was opgepikt door een Chinese delegatie in Antwerpen. Die nodigden me uit op een symposium in China, waarna ik gevraagd werd om een beeld te maken in Xiamen. Dat beeld staat nu in het stedelijk museum van Peking.”
Erkenning uit China én Turnhout, heb je daarmee alles bereikt wat je als beeldhouwer wou bereiken?
“Elke blijk van waardering is leuk, en het is natuurlijk fijn om een metershoog beeld in het straatbeeld te mogen plaatsen of een internationale opdracht te krijgen. Maar mijn belangrijkste drijfveer is nog altijd om mezelf als beeldhouwer te blijven uitdagen. Zo maakte ik ooit een beeld waarin een ketting met meerdere schakels verwerkt was. Toen dat gelukt was, vroeg ik me af of het ook mogelijk zou zijn om een ketting te beeldhouwen waarvan de schakels volledig los en beweegbaar zouden zijn. Een uitdaging die ik dan ben aangegaan in een volgend werk waarin het me dan gelukt is om dit te klaren. Zoiets geeft echt voldoening.”
MEER INFO
Leo exposeert met vijf beelden tijdens de beeldenroute ‘Beelden in het Witte Dorp’ van 14 juni tot 22 september 2024 in Lissewege bij Brugge. www.beeldenroute.be.
Abonneer je op onze nieuwsbrief en ontvang elke maand een overzicht met de belangrijkste nieuwsberichten.