Wil je op de hoogte blijven?
Abonneer je op onze nieuwsbrief en ontvang elke maand een overzicht met de belangrijkste nieuwsberichten.
WESTERLO – 22 oude Vlaamse films werden door de Vlaamse overheid recent erkend als Vlaamse topstukken. Die zijn allemaal in het bezit van Jos Hoeyberghs (88) uit Westerlo. Al van kleins af aan verzamelt hij ze. Quasi zijn hele huis staat er intussen vol mee. Het is als het ware een museum van de oude Vlaamse film geworden.
Wanneer je het huis van Jos Hoeyberghs in Westerlo binnenwandelt, zie je al meteen enkele filmaffiches aan de muren prijken, waaronder twee van de Vlaamse klassieker ‘De Witte’ uit 1934. “Eén van de eerste Vlaamse films met klank”, aldus Jos. Verder in het huis zijn verschillende kamers gevuld met zijn collectie. Dat gaat van de klassieke Vlaamse films en series naar oorlogsfilms, een collectie propagandafilms van Hitler, video’s over koningen, en fragmenten uit journaals van na de oorlog. In zijn werkkamer is hij van ’s morgens vroeg tot ’s avonds laat bezig met het verhuren en verkopen van oude Vlaamse films op DVD, het digitaliseren van films en het overbrengen op onder andere video, DVD of een externe harde schijf. Het is dus meer dan een uit de hand gelopen hobby, die passie voor film.
Maar hoe is die passie eigenlijk ontstaan?
Jos Hoeyberghs: “Als kleine jongen ging ik al met een projector aan de slag in de kelder. De eerste film die ik in handen kreeg, kwam van de kerk in Borsbeek, het dorp waarvan ik afkomstig ben. Daar stond iemand met een groot tapijt en zeil, waarop allemaal postuurtjes stonden. Die kon je dan kopen, maar niet met geld. Je moest die kopen met vodden. Die films interesseerden mij natuurlijk en dus moesten ze thuis oppassen dat de kleerkasten niet volledig leeggeroofd werden. (lacht) Het waren de eerste films die ik zelf draaide. Tegelijkertijd draaide de onderpastoor van die kerk ook elk weekend films in een zaal. Hij had een projector overgesmokkeld vanuit Frankrijk na de oorlog. Ik kroop al eens mee in de cabine om de film te helpen draaien. Ik zag dan alles door dat kleine gaatje. Na een zekere tijd raakte ik al wat meer gevorderd en ging ik met de onderpastoor ook mee de films huren en terugbrengen in Brussel. Hij was daarnaast een heel goede muzikant en leerde mij ook daarin veel bij. Want mijn eerste liefde was toch wel muziek. Geen vrouw, al kan je muziek misschien wel als een vrouw beschouwen. (lacht) Ik heb ook enkele oude platenspelers vanuit de jaren ’40. Toen ik vijf jaar was, speelde ik al op een trompet. Mijn liefde voor muziek is later doorgesijpeld in mijn liefde voor films en de muziek in die films.”
Wanneer begon je met het verzamelen van Vlaamse films?
“Als filmliefhebber die al eens graag een film kijkt, ben ik tot deze verzameling gekomen. Ik verkies ook een film uit mijn collectie ten opzichte van hetgeen ze tegenwoordig op televisie uitzenden. Ik hou enorm veel van Vlaamse films en series, zoals ‘De Witte’, ‘Leentje van de zee’ maar ook ‘Witse’. ‘De Witte’ zag ik zelf voor het eerst na de oorlog, wellicht op school. Later raakte ik gefascineerd door de affiches, nu maak ik er zelf ook. Mijn vader was ook een filmliefhebber, hij keek graag naar films van Chaplin en speelde zelf enkele kluchtige rollen. Hij deed dat graag. Mijn twee eigen zonen hebben ook de passie overgenomen, elk op hun eigen manier.”
Daarnaast hou je je onder de naam ‘Retrofilms’ bezig met het digitaliseren van films. Hoeveel tijd neemt dat in beslag?
“Concreet kan het digitaliseren van een film of het overzetten op DVD, bijvoorbeeld, twee uur in beslag nemen. Zelf ben ik van ’s morgens vroeg tot ’s avonds laat bezig met alles. Twintig jaar geleden begon ik hiermee, ik weet niet meer juist hoe. Wel heb ik de hele evolutie, van de eerste films met geluid na de oorlog tot de huidige streamingdiensten meegemaakt. De meeste mensen kennen de oude rollen films niet meer. Dat is jammer. Die films zijn zo oud als ikzelf.”
Nu zijn er 22 van die oude Vlaamse films erkend als Vlaams topstuk. Is die erkenning belangrijk?
“Het zijn stukken van onze geschiedenis. Er was niets anders in die tijd, je kan het met niets anders vergelijken. De mensen waren gewend om naar stille films te kijken. Dan zagen ze wel iemand pianospelen maar hoorden ze niets. Ineens zagen ze dan mensen op het scherm die ze konden horen spreken. Dat was voor hen iets enorms. Hier en daar kwamen er ook al gesproken films uit Amerika. In 1934 was er de eerste Vlaams gesproken film. Met de middelen die ze hadden, bleven ze films maken in dat genre. En de mensen bleven komen omdat ze dat plezante films vonden. Eerder werden er al vijf Vlaamse films erkend, waaronder ‘De Witte’. In totaal zijn dus 27 Vlaamse films Vlaamse topstukken. En er is nog een reeks van voor de oorlog die ik graag erkend zou zien. Zo kunnen ze bewaard blijven.”
Foto: Delia Filippone
Abonneer je op onze nieuwsbrief en ontvang elke maand een overzicht met de belangrijkste nieuwsberichten.