Opvallende bezigheden

Anja Meeusen: porselein voor alle zintuigen

Gepubliceerd: 24 februari 2022  |  Door: Suzanne Antonis  |  Onderox editie: 217

MALLE — Kopjes en schoteltjes, een soepbord of desserten schaal … We zetten het toch zo snel weg in onze serviezenkast. Maar niet het Limogesporselein dat Anja Meeusen (50) in Malle maakt want dat vraagt tijd en voorzichtigheid. Drie dagen voor de tweede lockdown in oktober 2020 opende ze haar galerie. Voor haar eerste boek over PTZE Porcelain had ze de derde lockdown nodig. Maar de porseleindraaister geeft niet op. Voor Onderox Magazine zet ze, midden in de vierde coronagolf, de dans met de klei weer in.

In de galerie is de tafel netjes gedekt maar in het atelier van Anja stapelen de schalen, kopjes, kommetjes, botervlootjes en theelichthouders zich op in meterslange rekken. We kunnen niet vatten wanneer Anja dit allemaal maakt. “Ik begon op mijn 29ste met dit atelier en wat was ik toen naïef”, lacht ze. “Na een werkstage van drie jaar in Zuid-Frankrijk, rekende ik uit dat ik met een verkoop van 500 euro per maand er wel zou komen. Intussen weet ik dat als je echt de kost wil verdienen met porselein draaien, je weken van 80 uren maakt. Maar voor geen geld van de wereld zou ik iets anders willen of kunnen doen.”

Herinner je je nog je eerste kennismaking met klei?
Anja Meeusen: “Dat moet in een knutselatelier in een oude steenbakkerij in Malle geweest zijn. Ik was tien jaar oud en we mochten een figuurtje kleien uit een boek van Linda Van Mieghem. De klik om met natuurlijke materialen te werken was er toen nog niet maar ik voelde al wel het plezier van creatief bezig zijn. Tijdens een vakantie bij vrienden in Wales maakte ik voor het eerst kennis met het potten bakken. Wat ik op hun draaitafel maakte, mislukte gigantisch maar ik wist meteen: dit wil ik voor de rest van mijn leven doen.”

Waar ben je dan aan een opleiding tot keramiste begonnen?
“In Zuid-Frankrijk kon ik gedurende drie jaar in een pottenbakkerij leren en werken tegen kost en inwoon. Ik maakte er voor het eerst kennis met de Limogesklei uit de streek en was meteen verkocht. Het is de zuiverste klei die er bestaat, zonder toevoeging van andere en vaak ijzerhoudende aardlagen. De Engelsen hebben hun Bone China, een witte steengoedklei waar beenderas aan wordt toegevoegd. België heeft helaas geen porseleinklei. Af en toe werk ik met de Duitse Westerwald-klei, omdat dit porselein sterker is en in de oven kan worden gebruikt. Limogesklei zit op het hoogste van zijn spanning en kan het plotse verschil tussen warm en koud niet aan.”

Hoe moeilijk is het om Limogesklei naar je hand te zetten?
“Het is eerder omgekeerd, de klei is sterker dan mijn wil. Ik bewerk hem zo weinig mogelijk om de langwerpige moleculen die dicht bij elkaar liggen niet uit elkaar te trekken. Porseleinklei heeft een geheugen waarbij de moleculen in de tweede oven op 1.300°C elkaar opnieuw gaan opzoeken. Liggen ze te ver, dan is de kans groot dat het potje breekt of vervormt. En dat wil je niet meemaken, na een proces van een maand draaien, drogen, assembleren, afwerken, schuren, glazuren en bakken. Al is de belangrijkste les die ik moest leren dat je van elke oven 20% afgeeft.”

Blijf je bij het wit voor tafelporselein of kunnen andere kleuren je ook bekoren?
“Wit is en blijft de hoofdzaak, ik heb moeite met voedsel op een gekleurd bord. Ik heb al voor enkele restaurants serviezen mogen maken, zowel in binnen- als buitenland. In Parijs eten al twee families uit mijn borden. Een sterrenrestaurant in Nederland zette me wel voor een erg grote uitdaging. Zij wilden voor hun achtgangenmenu plus de amuses en het kaasdessert Limoges porselein en dat voor 28 couverts. Ik heb er meer dan drie maanden aan gewerkt. Sinds kort werk ik voor o.a. de theelichthouders ook met een goudkleur. Daar moet ik zuinig mee omspringen want een potje van vijf gram puur vloeibaar goud kost al gauw 90 euro. Bovendien, als er toch een druppel niet op z’n plaats valt, moet je helemaal opnieuw beginnen want je krijgt het goedje met geen mogelijkheid van je potje verwijderd.”

Hoe heb je naast al dat porselein maken nog tijd gevonden om aan je eerste boek te beginnen?
“Ook dat is een werk van lange adem geweest want ik wilde dat het een juist beeld gaf van hoe ik met porselein omga. Wat ik maak, leent zich tot rust. Een ontbijt met een porseleinen servies handel je niet af in vijf minuten want dan ligt alles aan diggelen. Het boek moest ook alle zintuigen aanspreken, daarom kan je via een QR-code naar muziekfragmenten gaan uit bv. de Notenkraker of naar een liedje van The Beatles. Hiervoor kreeg ik de deskundige hulp van muziekjournalist Bernard Lefèvre. De teksten bij de foto’s zijn uitgekozen door literatuurjournaliste Christina Ruyssen. Er is ook veel witruimte op de pagina’s voorzien, waar de lezer zijn eigen ervaring kan noteren. Voor de foto’s zocht ik naar unieke locaties die je niet dadelijk met een porseleinen servies verbindt. Dat was een fantastische zoektocht, ik ben op mooie plekken geweest. In de foto’s zijn ze echter niet altijd herkenbaar. Ik wilde vooral een sfeer oproepen, van een gedekte tafel in een kasteelkamer tot een picknick in de natuur.”

Smaakt het naar meer? Je porselein in verbinding brengen met een unieke omgeving?
“Oh ja, zeker! In de Kempen zijn er fantastische natuurplekken. Het Zilvermeer heb ik al ontdekt maar met dat hagelwitte zand valt nog veel meer te doen. En er zijn zeker ook verlaten industriële sites die met mijn werk kunnen matchen. Onderox-lezers mogen me altijd tips geven! Verder van mijn bed, ben ik een keer in de grotten van Ajanta in India geweest. Ik kwam er terecht achter een waterval waar arbeiders uit de steen een tafel en twee zitblokken hadden gehakt. Die combinatie van luid stromend water, het ruwe van de steen en de intimiteit van een maaltijd nuttigen, was een fantastische zintuiglijke ervaring. Had ik toen mijn porselein maar meegebracht!”

Denk je er niet aan om deel te nemen aan wedstrijden voor design?
“Dat is al gebeurd. Mijn werk werd geselecteerd voor ‘Talente München’ en het ‘Concours International de Céramique de Carouge’ in Zwitserland. Eerder was de ‘Kiss’ collectie opgenomen in de UNESCO-wedstrijd Design 21. De opdracht was om met het materiaal waarmee je werkt de connectie tussen twee mensen uit te beelden. Alle disciplines mochten meedoen, van meubelmakers tot modeontwerpers. Ik heb toen deelgenomen met twee kommetjes waarvan de ene een deuk heeft en de andere een teut zodat ze naadloos in elkaar passen. De kommetjes zijn toen in New York, Parijs en Japan tentoongesteld. Ik maak ze nog altijd, ze zijn trouwens een prima geschenk om aan je geliefde te geven.”

In het hele parcours dat je hebt afgelegd, wat zou je nog graag leren?
“Ik heb zeker niet het gevoel dat ik alles al kan, dat moment zal ook nooit komen, denk ik. Al mijn tijd zit in mijn atelier en ook mijn sociaal leven speelt zich grotendeels hier af. Ik was nog jong toen ik met keramiek begon en ik weet dat aan de draaitafel zitten en porselein maken altijd zal blijven. In de utilitaire voorwerpen zoek ik momenteel meer de uitersten op: grotere schalen en kommen bijvoorbeeld, of net kleiner en fijner werken. En ook de liefde voor het tekenen en figuren maken uit klei, dat ik vroeger geleerd heb, komt stilaan terug. Ik geloof er echt in dat we ons geluk moeten zoeken in de kleine dingen, dat hebben we in de voorbije pandemiejaren wel geleerd. En vooral de tijd nemen om tijd voor elkaar te hebben. Ik denk dat ik met mijn porselein daartoe mijn steentje wel kan bijdragen.” 

MEER INFO
www.ptzeporcelain.com of via Facebook.

Meer lezen van Suzanne Antonis
Meer lezen over
kunst

Meer Opvallende bezigheden

Wil je op de hoogte blijven?

Abonneer je op onze nieuwsbrief en ontvang elke maand een overzicht met de belangrijkste nieuwsberichten.