Talent van eigen bodem

G.U.S.T.: Rockband schippert tussen energie en melancholie

Gepubliceerd: 31 oktober 2024  |  Door: Rune Smets  |  Onderox editie: 246

TURNHOUT/OUD-TURNHOUT/VOSSELAAR — In de bruisende rockscene van de Kempen maakt G.U.S.T. snel naam met hun rauwe, ongepolijste sound en energieke optredens. Deze jonge band, bestaande uit leadzanger en basgitarist Guus Van den Heuvel (25), gitarist Jarne Vreys (24) en drummer Glenn Pelckmans (28), brengt een verfrissende mix van hardrock en garagerock onder het motto ‘hoe vettiger, hoe prettiger’. Wat ooit begon als coverband, is nu uitgegroeid tot een volwaardige rockgroep met eigen nummers. Met hun debuut-EP ‘Gust Of Wind’ als eerste hoogtepunt.

Hoe zouden jullie jullie muziek zelf omschrijven?
Glenn Pelckmans: “Het is altijd moeilijk om ons binnen één genre te plaatsen. We merken vaak dat mensen ons categoriseren onder ‘garagerock’, maar dat dekt de lading niet volledig. Voor mensen die minder met rock bezig zijn, klinken we soms zwaarder dan we eigenlijk zijn. Onze muziek heeft vooral veel melancholische invloeden. Soms denken we wel eens dat we misschien wat positievere nummers moeten schrijven, maar uiteindelijk blijft die melancholie toch onze rode draad.”
Guus Van den Heuvel: “We zijn niet vastgepind op één stijl, we proberen echt alle kanten uit te gaan. Tijdens onze schrijfprocessen beginnen we vaak met een jamsessie die we opnemen. Van daaruit werken we dan verder aan onze muziek. Zo ontstaat er iets dat altijd dezelfde vibe heeft, met onze typische sound: een beetje rauw, energiek, en vooral ook met ruimte voor improvisatie. Uiteindelijk gebruiken we altijd dezelfde ingrediënten: mijn bas met veel distorsie, Glenns harde drumspel en Jarnes uitmuntende gitaartalent, maar dan telkens anders verwerkt.”

Wat betekent energie voor jullie in de context van een liveoptreden?
Guus: “We willen dat iedereen na een show compleet ‘gesloopt’ is, alsof ze samen met ons een hele set lang het beste van zichzelf hebben gegeven. Vroeger ging dat soms wat te ver. Dan gooiden we onze gitarist Jarne tegen de grond en stonden we vaak nat in het zweet. Tegenwoordig focussen we op het vinden van de juiste balans. De kunst is om dat energieke, die chaos, gecontroleerd over te brengen, zodat het publiek voelt dat we alles geven, zonder dat we de muziek uit het oog verliezen.”
Glenn: “We zetten onze gedachten op nul, smijten ons volledig in de muziek en zorgen er in eerste instantie voor dat we veel plezier maken. Zolang we er zelf plezier uit halen en dat ook kunnen overbrengen op ons publiek, is onze missie geslaagd.”

Welk nummer van jullie debuut-EP ‘Gust Of Wind’ representeert jullie het beste als band?
Guus: “Voor mij is en blijft dat voor altijd onze debuutsingle: ‘Hey, I Wanna Know Your Name’. De release van dat nummer was een moment waar alles samenkwam. We begonnen in 2019, repeteerden op de zolder bij Glenn thuis, en later, toen de lockdown kwam, verhuisden we naar het tuinhuis van mijn ouders om daar verder te spelen en opnames te maken. We hebben alles zelf gedaan, van inspelen tot opnemen en masteren, en daar zijn we trots op. De single kreeg meteen aandacht van onder andere Marcel Vanthilt en radiozender Willy, wat enorm bemoedigend was voor ons als beginnende band. Die eerste single heeft de toon voor de rest van onze muziek gezet en mee bepaald wat de algemene sound van onze band ging zijn. Alle typische G.U.S.T.-elementen zijn aanwezig in dat nummer.”

Jouw tuinhuis dient dus eigenlijk als jullie uitvalsbasis?
Guus: “Lange tijd is het dat wel geweest, ja. In het begin was dat vooral praktisch, omdat we geen andere ruimte hadden om te repeteren en te experimenteren. Mijn ouders waren heel tolerant. Onze repetities zijn niet in stilte aan hen voorbij gegaan, in tegendeel zelfs. Het is ook daar dat we de eerste stappen zetten in het zelf produceren van onze muziek. In het begin was dat met vallen en opstaan. Ik had toen gewoon geluk als ik de juiste knopjes per ongeluk goed had ingesteld. Tegenwoordig zijn we al een stuk vaardiger en hebben we de nodige kennis opgedaan over bepaalde opnamesoftware.”
Glenn: “Hoewel we nu in een grotere ruimte werken en sommige dingen in professionele studio’s doen, nemen we nog steeds veel zelf op, zoals gitaren en zang. Het proces is voor ons altijd budgetvriendelijk gebleven, en dat was vanaf het begin de bedoeling.”

Hoe benaderen jullie het opnameproces in jullie thuisstudio? Proberen jullie de live-energie te capteren of kiezen jullie voor een andere aanpak?
Guus: “Het was voor mij wel even wennen om studio-opnames te maken. De energie die je live hebt, moet je dubbel zo hard proberen over te brengen in een opname. Je hebt natuurlijk niet dat visuele aspect dat je tijdens optredens hebt, dus het moet bij een opname echt via de muziek komen. Opnemen en live spelen zijn voor mij twee totaal verschillende werelden. In de studio heb je veel meer ruimte om dingen toe te voegen, zoals extra gitaarlagen, maar live speel je met wat je hebt. Ik vind het daarom ook niet erg als een band live anders klinkt dan op een plaat, zolang de muziek op beide vlakken iets overbrengt. Voor ons is de studio vooral een plek om te experimenteren, en live vertalen we dat dan weer naar een energieke show.”

Ik kan me voorstellen dat er bij een driekoppige band als jullie wel eens creatieve meningsverschillen de kop op steken?
Glenn: “Het komt niet vaak voor dat er écht grote discussies ontstaan. Af en toe valt er wel eens een steek, maar dat is nooit serieus. Soms moet iemand zijn ego even aan de kant zetten en accepteren dat niet altijd iedereen zijn zin kan krijgen. Het draait vooral om compromissen sluiten en goed communiceren.”
Guus: “Als ik iets in mijn hoofd heb wat voor mij goed voelt, maar de rest niet overtuigd is, dan sta ik altijd open voor alternatieven. Meestal brengt dat ons zelfs verder, en geeft het ons ruimte om nieuwe dingen te proberen. Uiteindelijk leidt dat soort gesprekken vaak tot betere nummers. Dat proces hoort er gewoon bij, en we zien het als een manier om samen te groeien.”

Hoe zien jullie de toekomst van de hardrock- en garagerockscene in België, en wat is jullie plaats daarin?
Glenn: “Die toekomst in België is moeilijk te voorspellen, maar ik hoop vooral dat we op coole plekken kunnen blijven spelen. Het zou geweldig zijn als de muziek die we nu aan het schrijven zijn bij mensen terechtkomt die er echt van genieten. We hoeven voor mij als band niet ‘op te blazen’, zolang we maar kunnen blijven optreden.”
Guus: “Ik zou in de toekomst graag meer zaalshows doen. Dat is waar die scene voor mij leeft, in kleinere zalen en via persoonlijke netwerken. Zo traden we ooit op in Café Cabron, een zaaltje in Antwerpen. We begonnen te spelen in een lege zaal met amper vijftien man voor ons, maar eindigden onze set met een volwaardig publiek dat tot in de deuropening stond te luisteren. Heerlijk, zo’n momenten als band. Ik droom er al lang van om op te treden in de Kuub in Turnhout of Trix in Antwerpen. Twee zalen waar ik ons ooit heel graag op het podium zou zien staan.”

Wat is het volgende hoofdstuk in jullie muzikaal verhaal?
Guus: “We werken momenteel keihard aan nieuwe muziek. Als alles volgens plan verloopt, kunnen we komende zomer een volledig nieuwe plaat lanceren en daarna hopelijk weer volop spelen. We nemen deze tijd om ons volledig te focussen op het schrijven van nieuw materiaal. Het creatieve proces krijgt nu alle ruimte, zonder de constante onderbrekingen van optredens. Het voelt goed om aan iets fris en nieuw te werken. Het vooruitzicht om met nieuw materiaal op te treden werkt motiverend voor ons.”

Foto’s: Carpe Rockt’em en Bjorn Borgers

MEER INFO
Instagram: gustbandbe

Meer lezen van Rune Smets
Meer lezen over
muziek

Meer Talent van eigen bodem

Wil je op de hoogte blijven?

Abonneer je op onze nieuwsbrief en ontvang elke maand een overzicht met de belangrijkste nieuwsberichten.