Talent van eigen bodem

Eva Vermeeren: een leven gevuld met vioolmuziek

Gepubliceerd: 14 december 2023  |  Door: Eddy Leysen  |  Onderox editie: 237

VLIMMEREN/TURNHOUT – Nog voor ze in de wieg werd gelegd kreeg de Turnhoutse Eva Vermeeren, momenteel woonachtig in Vlimmeren, de vioolmicrobe mee. Ze studeerde in de conservatoria van Antwerpen en Brussel en trok zelfs enkele jaren de Grote Plas over om in het Amerikaanse Baltimore te studeren en te werken. Ook na haar terugkeer bleef de viool haar leven bepalen.

Eva, je hebt met je viool intussen zowat de hele wereld gezien, maar hoe is het destijds allemaal begonnen?
Eva Vermeeren: “Het echte begin dateert al van voor mijn geboorte. Ik stond namelijk al op de lijst voor vioollessen vooraleer ik op de wereld was gekomen. (glimlacht) Mijn ouders wilden mijn drie jaar oudere zus — ook een goede violiste — eerder al inschrijven voor lessen volgens de Suzukimethode, maar alles was volzet en ze moest even wachten. Dat risico wilden ze geen tweede keer lopen, dus werd ik goed op tijd aangemeld. Toen ik twee was, ging ik van start. Enkele jaren later maakte ik de overstap van Geel naar de muziekacademie van Turnhout. Ik was echt wel gebeten door de viool en ook notenleer vond ik heel boeiend, toch iets waar veel jonge muzikanten op afhaken. Als kind kreeg ik te horen dat ik een heel goede viool had. Ook ik vond wel dat ze een mooie klank had, maar dat is natuurlijk een voorkeur die voor iedereen anders is. Ik hou wel van een zachte vioolklank, maar het is uiteraard ook wat je met je instrument doet. Op mijn vijftiende ging ik dan in de leer bij Dejan Mijajev aan de Rijksmuziekacademie en later ook aan het Koninklijk Conservatorium in Antwerpen. Mijn middelbare studies waren dan weer niet muziekgerelateerd. Ik was ook geboeid door wetenschappen en als kind was ik er al van overtuigd dat ik of dierenarts of violiste zou worden. Het werd uiteindelijk dat laatste, ik denk dat het bekijken van de film ‘Fame’ daar zeker voor iets tussen zit. Dat heeft me ongetwijfeld nog meer in de richting van de muziek geduwd, ook al hou ik nog ontzettend veel van dieren.”

Aan het conservatorium in Antwerpen behaalde je de Eerste Prijs Viool en Kamermuziek met grote onderscheiding, maar toch besloot je om nog verder te studeren.
“Klopt. Na mijn studies in Antwerpen trok ik naar het Koninklijk Conservatorium van Brussel waar ik onder de Sovjet-violist Philippe Hirschhorn mijn Meester-diploma in viool behaalde. Om me te perfectionaliseren trok ik uiteindelijk nog enkele jaren naar de Verenigde Staten en wat me daar vooral opviel was de manier van lesgeven. Mijn vorige docenten Mijajev en Hirschhorn kwamen respectievelijk uit het voormalige Joegoslavië en de vroegere Sovjet-Unie en hun strakke, strenge manier van lesgeven stond in schril contrast met wat Violaine Melancon me daar in Baltimore bijbracht. Zij legde meer de focus op wat goed was en van haar heb ik ontzettend veel geleerd. Die positieve methode van lesgeven heb ik zeker meegenomen. Ik trad er na mijn studies op als soliste of in duo met de pianist Jésus Gomez, met wie ik er ook mijn ingangsexamen deed. Verder was ik actief bij zowel het kamerorkest, de opera als een strijkkwartet in Philadelphia. Ik heb ontzettend veel opgestoken van mijn Amerikaanse periode en voelde me er heel vrij in mijn werk.”

En in het dagelijkse leven daar?
“Dat was toch wel even wat anders. In Baltimore zijn de criminaliteitscijfers heel hoog en dat heb ik mogen ondervinden. Ik werd er één keer bijna aangevallen door een man en het lukte maar net om hem af te schudden. Dat boezemde me als jonge twintiger wel wat angst in, maar voor het overige was het wel een fijne tijd. De werkervaring die ik opdeed kon zeker tellen, al deed ik voordien ook wel eens opdrachten, denk maar aan Night Of The Proms. Maar dat was dan meer een studentenjob.”

Met een rugzak vol ervaring kwam je terug naar België, waar je bij de grote orkesten terechtkon.
“Sinds ik in 2000 terug naar België keerde, speelde ik onder meer in de Filharmonie van Antwerpen, het Vlaams Radio Orkest, de Vlaamse Opera en het kamerorkest van de Beethoven Academie. Mijn grote liefde was kamermuziek, dus dat laatste was me wel op het lijf geschreven. Het was wel hard werken met soms tot acht uur per dag repeteren, het was vaak bijna een voltijdse job naast mijn andere muzikale bezigheden. Ik was nog niet zo heel lang in het land toen me gevraagd werd of ik een strijkorkest met een kleine twintig muzikanten uit Turnhout en directe omgeving, dat even voordien gestopt was, mee nieuw leven wou inblazen en zo nam ik de artistieke leiding in handen van de Turnhoutse Snaar. Met dat ensemble treden we nog regelmatig op, voornamelijk in kerken. Daar is vaak ook een heel goede akoestiek. Maar de mooiste zaal om op te treden, volgens mijn moeder toch, is de oude raadzaal van het stadhuis van Turnhout. Helaas vinden daar geen optredens meer plaats. We brengen klassieke muziek, maar het gaat veel breder. Werken uit de jazzmuziek, soms al eens een tango en steevast ook filmmuziek staan op ons repertoire. Dat geldt trouwens ook voor het Donnacorda Strijkkwartet dat in 2008 uit het gelijknamige ensemble ontstond. Door een juiste mix te brengen hou je de focus van de toehoorders en genieten ze des te meer van het concert. Je staat niet op een podium voor jezelf, maar je wil de mensen in de zaal raken met je viool. En vaak kan dat best met iets dat ze herkennen. Ik steek ook steeds de nodige tijd in mijn bindteksten en probeer een verhaal te vertellen. Ook dat is wellicht iets dat ik heb meegekregen van mijn moeder.”

Je houdt het niet enkel bij klassieke orkesten, er staan al heel wat grote namen op het lijstje waarmee je samenwerkte.
“Zoals ik al aanhaalde zat ik in het orkest bij Night Of The Proms, maar ik stond bijvoorbeeld ook samen op het podium bij Rod Stewart en Kanye West, al is er met hen nooit een echte klik geweest. Bij hen dien je meer als attribuut op het podium. Anders is het bijvoorbeeld wanneer Miguel Wiels op ons beroep doet. Wanneer hij strijkers nodig heeft weet hij me wel te vinden. Ook met de heren van Clouseau klikt het goed. We gaan hen volgend jaar ook mee begeleiden tijdens hun concerten in het Sportpaleis. Ik had al het genoegen om op het podium te staan in Werchter, Marktrock, de Ancienne Belgique, in shows voor Studio 100 en noem maar op. Daarnaast heb ik het redelijk druk met cd-opnames voor gekende artiesten, maar ook doe ik heel wat filmmuziek.”

Heeft al dat werk invloed op je privéleven?
“Als freelancer heb ik de handen vol en in combinatie met een gezin met twee tieners is en vooral was dat niet altijd even evident. Nu zijn de kinderen op een leeftijd gekomen dat ze zelfstandiger zijn, maar dat was ooit anders. Het voordeel toen was dat ik overdag wel thuis was, maar ‘s avonds vaak op het podium stond. In de periode dat Covid de wereld beheerste, was het moeilijker, zeker voor iemand die in de cultuursector werkte. Maar samen met pianiste Fleur Claesen, met wie ik sinds 2017 ClaverDuo vormde, maakten we voorstellingen rond Einstein, met muziek die hij leuk vond en die hij haatte, gestaafd door vier wetenschappers uit binnenen buitenland. We weten dat Einstein naast een geniaal wetenschapper ook een steengoed violist was. De vraag is nu of hij zo slim geworden is door de muziek of hij een goed muzikant werd door zijn intelligentie. Het is wel zeker dat muziek de twee hersenhelften verbindt, dus de link is er ongetwijfeld. Nu combineer ik mijn freelance job als muzikant, componist en maker van arrangementen met een opdracht als leerkracht viool op de Kunsthumaniora stArt in het Heilig Graf in Turnhout. Het aantal leerlingen dat ik daar heb, is momenteel aan de lage kant, maar ik merk wel dat er opnieuw meer interesse is. Ook dat zie ik positief in.”

Meer lezen van Eddy Leysen
Meer lezen over
muziek

Meer Talent van eigen bodem

Wil je op de hoogte blijven?

Abonneer je op onze nieuwsbrief en ontvang elke maand een overzicht met de belangrijkste nieuwsberichten.