Wil je op de hoogte blijven?
Abonneer je op onze nieuwsbrief en ontvang elke maand een overzicht met de belangrijkste nieuwsberichten.
Het is met die corona altijd wat, en toch: het virus heeft ook voordelen. Neem nu de verplichte mondmaskers. Zelden zo ongegeneerd en wijdmonds zitten geeuwen tijdens slaapverwekkende conversaties en vergaderingen als in het voorbije jaar. Vroeger moest ik mezelf in bochten wringen om het te onderdrukken, maar nu kan het zonder dat iemand er ook maar erg in heeft. En maar geeuwen.
Alleen mijn chef op het werk lijkt er een zesde zintuig voor ontwikkeld te hebben. Onlangs zat ze een uur lang te leuteren over de werkdruk op de schouders van het onderwijzend personeel, als gevolg van corona. “Die paaspauze komt geen dag te vroeg”, besloot ze haar ellenlange exposé. Waarop ik eens uitgebreid geeuwde, wat wel vaker gebeurt als vrouwen honderd zinnen gebruiken voor iets wat eigenlijk maar één zin nodig heeft. “Zat jij nu net te geeuwen?” vroeg ze licht gedegouteerd. Dat ik de nacht voordien weinig had geslapen, excuseerde ik me. “Wakker gelegen van al die werkdruk, zoals u daarnet terecht kwam te zeggen, chef.” Ze geloofde het nog ook, het arm schaap.
Nog een coronavoordeel: je hoeft bij een begroeting niet langer te knuffelen of te kussen. Het virus bespaart mij de gêne die daar altijd mee gepaard gaat. Doe mij dan maar een stevige handdruk. Hoewel, sinds de Nederlandse bioloog Midas Dekkers heeft uitgelegd (en ik citeer) “dat handen schudden bacterieel gezien altijd al zo vies is geweest als twee honden die met volle tong aan elkaars gat likken”, heb ik besloten om ook dat ritueel voorgoed achterwege te laten. Ik heb het nooit gehad voor honden, en al helemaal niet als ze aan elkaars gat likken.
Ik wil de waarheid geen geweld aandoen: Covid-19 heeft ook negatieve gevolgen. Luiheid is er daar één van. Vóór corona vond ik dat overdag Netflixen alleen maar kon als beloning voor het uitvoeren van een huishoudelijke klus. Ik was daar nota bene behoorlijk streng in. Het huis kuisen, de kasten uitmesten of alle ramen lappen: alleen na een omvangrijk project trakteerde ik mezelf op extra schermtijd. Een half uur, hooguit, en dan ging de kijkkast weer op zwart. Op naar de volgende karwei.
Tijdens corona zijn de voorwaarden die ik mezelf destijds heb opgelegd, drastisch versoepeld. Ik heb het stelselmatig zien slabakken. Op de duur was een bord in de vaatwasser zetten al genoeg om opnieuw de zetel in te duiken. De kijkduur wordt ook almaar langer. De laatste weken is het zelfs zo erg gesteld dat ik mezelf al beloon als ik nog maar aan een klus heb gedacht. Kan je nagaan.
Nog een pak erger dan al het voorgaande is dat corona ook mijn ijdelheid heeft aangetast. Vroeger ging ik het huis nooit uit zonder glimmende schoenen, een nette jeans en een gestreken hemd, een gladgeschoren gezicht en het haar perfect in de plooi. De laatste tijd laat ik me regelmatig spotten met een Boris Johnson-coupe, een verkleurde spijkerbroek, een stoppelbaard, oude lederen sloffen en een T-shirt dat nauwelijks moeite doet om mijn ouderdomsbuikje te verbergen. Het is geen gezicht. Eenmaal die schroom — en de leeftijdsgrens van 50 — voorbij zou het wel eens razendsnel van kwaad naar erger kunnen gaan, beweerde een modemagazine vorige week. “Tot het dragen van sandalen en witte kousen toe, als je niet uitkijkt”, waarschuwde de auteur van het stuk. Wie me daar ooit mee betrapt in het openbaar, mag me ogenblikkelijk colloqueren. Laten we dat afspreken.
Abonneer je op onze nieuwsbrief en ontvang elke maand een overzicht met de belangrijkste nieuwsberichten.