De pen van...

Mooie liedjes duren niet lang

Gepubliceerd: 29 juni 2023  |  Door: Peter Briers  |  Onderox editie: 232

‘Mooie liedjes duren niet lang.’ Als ik een euro had gekregen voor elke keer dat ze me dat hebben wijsgemaakt, lag ik al lang te rentenieren in een hangmat op de Seychellen. Niet, dus. (Erger nog: ik heb zelfs geen hangmat.) Ik heb het trouwens altijd al een twijfelachtige zegswijze gevonden. Luister maar eens naar Apparente Liberta van Giancarlo Ferrari. Zevenenzeventig minuten duurt dat lied. Zo mooi maken ze ze vandaag niet meer. Prik nadien meteen door naar Nee’s Niks, dat Bob Fosko ooit schreef. Amper zes seconden lang, maar wat een draak van een nummer. God hebbe Fosko’s ziel, en hopelijk ook al zijn platen. Mooie liedjes duren niet lang? Ik weet het nog zo niet.

Waarom ik net nu met dat spreekwoord kom aanzetten? Omdat er vandaag afscheid moet worden genomen. Deze column is namelijk de laatste in een lange rij. Aanvankelijk was het de bedoeling dat ik de lezer maar één seizoen zou jennen, maar het zijn er veel meer geworden. Voor zij die er elke maand het maagzuur van kregen: mijn excuses. Voor hen is er goed nieuws: het einde is in zicht. Gedaan met spotten met Jan en alleman. En met mezelf, want laten we eerlijk zijn, als er al iemand te kakken werd gezet, was het vaker ik dan anderen. En zo hebben we samen toch wat afgelachen, niet? Enfin, van u weet ik het niet met zekerheid.

Hoewel, af en toe heeft u van zich laten horen, vooral als u een bijdrage goed vond. Zoals die man die op het perron in Bouwel lachend vroeg of ik de Lotto al had gewonnen, een week nadat ik in dit blad had gesuggereerd dat de Nationale Loterij de zes ballen eindelijk maar eens in mijn voordeel moest laten vallen. Wat ik u trouwens nooit heb verteld: drie weken later was het zover. Zes juiste getallen! In twee verschillende vakjes, helaas. Daar heb je zelfs geen hangmat van de Action voor. Een andere keer werd ik gefêteerd door een vrouw die mij herkende op een terras in Olen en luid liet weten dat ze tot dan toe nog geen enkele van mijn columns had gemist. Heel even heb ik mij toen een BV gewaand. Heel even dacht ik ook dat de mooie dienster, die had staan toekijken en mij vol bewondering had aangestaard, een handtekening kwam vragen toen ze plots met een briefje kwam aanlopen. Je weet hoe dat gaat met BV’s. Maar niks daarvan, het was de rekening. Afgaand op uw reacties vond u mijn tweede ontmoeting met Eddy Wally nog het meest geestig. Wally kwam mij na zijn concert spontaan de hand schudden. “Ik herken u, maar ik kan u niet thuisbrengen”, sprak hij. Waarop ik hem antwoordde dat ik dat niet erg vond, omdat ik zelf met de wagen was. Dan vertel ik al eens iets dat écht gebeurd is, gaat iedereen erom zitten lachen. Soms was u het ook niet eens met wat ik schreef. Zo vonden een paar lezers dat ik te vaak heb gespot met het vrouwelijke geslacht. Dat vind ik enigszins vergezocht, daar zou ik mij immers nooit toe verlagen. Nooit. Mijn pen was bij momenten scherp, akkoord, maar nooit insolent. (Voor de vrouwen onder u: insolent betekent astrant, beledigend.) De meest gestelde vraag, na een paar tientallen stukjes? Of mijn columns gebaseerd waren op waargebeurde feiten? Of ik al die onzin écht heb meegemaakt? Ik heb daar onder het mom van beroepsgeheim nooit op willen antwoorden. Bij deze alsnog een tipje van de sluier, omdat u elke maand trouw van de partij bent geweest: negentig procent was waarheid, tien procent lichtjes geromantiseerd. Of was het omgekeerd, dat wil ik kwijt zijn.

Soit, merci om het zo lang uit te houden, om al die nonsens zomaar te slikken. U liever dan ik. De columnist in mij gaat nu met rust. Over en uit. Bloemen noch kransen. Gulle giften om het afscheid te verzachten daarentegen, kunnen wél worden overwogen. Komt er van die hangmat op de Seychellen misschien toch nog wat in huis.

Meer lezen van Peter Briers
Meer lezen over
column

Meer De pen van...

Wil je op de hoogte blijven?

Abonneer je op onze nieuwsbrief en ontvang elke maand een overzicht met de belangrijkste nieuwsberichten.