De pen van...

Monumenten van Stilte - Tussentijd

Gepubliceerd: 29 april 2021  |  Door: Suzanne Antonis  |  Onderox editie: 208

In lawaai zoeken we het: een plek waar het stil is. Journaliste Suzanne strijkt neer in een landschap, een onbekende hoek of tussen vier muren. Ze luistert er naar wat de stem van de stilte haar vertelt. Deze maand: Boulevardpark in Mol.

Ik zit op een bizarre plek en weet niet goed of ik naar het verleden of de toekomst kijk. In de tijdspanne van dit uur vallen ze samen, in het leven kunnen ze niet ver genoeg uit elkaar liggen. Er zijn veel kamers, met elk een raam naar elkaar. In de toekomst zie ik spelende kinderen. Ze huppelen binnenskamers en storen zich niet aan wat er aan de andere kant van het raam is en dat het ook hen ooit te wachten staat. Dat is hoe een kind hoort te zijn. Onbezorgd en vrij van gedachten. In het verleden zie ik namen die ooit kind zijn geweest, hun rust wordt nu niet meer verstoord. Beide kamers verdragen elkaar, verbonden door heuvels en paden die zonder begin of einde lijken. Ik kom altijd op hetzelfde kruispunt terug, als een scharniermoment waar de toekomst kleiner is geworden dan het verleden. Maar op zomerdagen zullen de heuvels veranderen in bloemenweides. Zal dat ook in de stenen kamers zijn, als het herfst wordt?

Om deze plek te begrijpen, schraap ik haar kleine geschiedenis bij elkaar. In 1812 werd hier een begraafplaats aangelegd, op de roggevelden van het Molsveld. Zoals het edict van Keizer Jozef II het in 1784 voorschreef. Omwille van hygiënische redenen mochten dorpelingen niet meer in de buurt van de kerk begraven worden maar werden ze buiten het centrum te ruste gelegd. Vanaf dan is een begraving niet langer een zaak van de religieuze gemeenschap maar van de burgerlijke overheid. Naast eenvoudige houten kruisjes verschenen er imposante grafzerken. Het zijn de spiegels van een verdwenen tijd en ook in de dood is niemand gelijk. Hier zijn ze allebei zichtbaar, om ons eraan te herinneren dat het vroeger niet anders of beter was. In 1969 werd de begraafplaats gesloten en viel het einde van het leven hier voorgoed stil. Grafstenen zonken scheef, de tijd groeide er als traag gras tussen de spleten. Enkele jaren geleden werd er beslist dat de dood moest plaatsmaken voor de levenden en werd deze begraafplaats omgevormd tot een wandelpark. Met respect voor wat hier vroeger was en met enkele getuigen van een oude cultuur. Wie naar elders werd gedragen, wordt hier herinnerd in een monument. Wie bleef, was historisch van belang. Hun tijd ligt gebeiteld in steen, tussen twee dagen. Ergens lees ik de bevlogen woorden van een kapitein-vliegenier. Ik leen hem even van de eeuwigheid: ‘In het heelal schuil ik mijn vleugels’. Hoeveel vertrouwen ligt er in deze ene zin om elke keer de grond onder de voeten te verlaten. Vertrouwen dat uiteindelijk toch beschaamd werd. Het kan elkeen overkomen. Is het dan niet zo dat in de troebele uren van dit besef, we verdomd goed weten dat we onze tijd te snel lopen? Geef ons wat tussentijd. Om te reflecteren, onze toekomst tegenover het verleden af te wegen en rust te vinden in het uur waarin we de waarheid leren accepteren.

Meer lezen van Suzanne Antonis

Meer De pen van...

Wil je op de hoogte blijven?

Abonneer je op onze nieuwsbrief en ontvang elke maand een overzicht met de belangrijkste nieuwsberichten.