De pen van...

Monumenten van Stilte - Transformatie

Gepubliceerd: 5 oktober 2020  |  Door: Suzanne Antonis  |  Onderox editie: 202

In lawaai zoeken we het: een plek waar het stil is. Journaliste Suzanne strijkt neer in een landschap, een onbekende hoek of tussen vier muren. Ze luistert er naar wat de stem van de stilte haar vertelt.
Deze maand: de Sas 4-Toren in Dessel

Na 216 treden cirkelen, tuur ik op 37 meter hoogte over een landschap dat nog weinig te maken heeft met ‘land’. Waar zijn de woeste heidevlakten, de zandduinruggen en veengronden? Waar zijn de oude verhalen van deze streek? Met de aanleg van de Kempense kanalen halfweg de 19de eeuw, gingen ze letterlijk op de schop. Via een systeem van grachtjes en irrigatiekanalen veranderde de purperen zee in uitgestrekte landbouwbedrijven, meestal in handen van grootgrondbezitters uit de stad. Zelfs het koningshuis liet haar oog vallen op grote lappen Kempense grond. En toen moest de zandwinning nog beginnen. Met dank aan een schipper die over datzelfde kanaal voer en langs de oevers het witte goud zag glinsteren. Sindsdien is er steeds vaker land in water veranderd. Op de plassen zie ik vanaf mijn uitkijktoren op dat water vooral vertier en plezier. Maar ook de stilte van een zinkende rimpeling die in de duisternis een onderstroom verraadt. Een immense zuigconstructie zet zijn tandeloze mond in een nieuw veroverd gebied. Her en der ligt op het water een zandbank, als luchthaven voor watervogels. Aan de rand van mijn blikveld glooien de terrils van wat eerder de Limburgse Steenkoolmijnen waren. Er groeien windmolens uit de struiken, als vervanging voor datgene waarmee de Kempen tot ver buiten de landsgrenzen eer en roem  heeft vergaard.

De oprichters van een nucleair onderzoekscentrum zochten in 1953 een terrein dat ver van de dichtbevolkte steden en vervuilende industrie lag. De ondergrond moest stabiel zijn én er moest voldoende water voorhanden zijn. De windrichting mocht niet in de richting van bewoond gebied gaan en in de omgeving moesten voldoende werkkrachten en geschoold personeel te vinden zijn. En oh ja, er waren ook communautaire criteria: de taalgrens mocht niet te ver weg liggen. Kwestie van de lusten op korte afstand te kunnen verdelen want zo’n internationale uitstraling, dat schuift. Over de lasten werd amper gesproken. Angst voor het onbekende, reëel gevaar bij een nucleair ongeluk, hoe het radioactief afval veilig te bewaren… Want wie wil het meemaken dat over tweeduizend jaar een wetenschapper voor die afvalput staat en zegt, zoals met de piramiden in Egypte is gebeurd: “zullen we dit eens openmaken en kijken wat erin zit?” In de Kempen maalden ze er niet om. Dat was één van de laatste voorwaarden om het onderzoekscentrum hier neer te poten: de site moet zich in een regio bevinden waar de psychologische reacties van de bevolking niet te fel zouden zijn. Ik kijk de andere kant op, naar een nog bosrijk gebied waar tussen de bomen het Romaanse kerktorentje van de abdij van Postel priemt. In mijn verbeelding hoor ik een stormklokje kleppen. Er is me enkele jaren geleden verteld dat de zandwinningsindustrie de terreinen tussen de Sas 4-Toren en Postel heeft gekocht. Geen transformatie van land naar water zal groter zijn dan dat voorspelbare toekomstbeeld. En zullen we dan weer zwijgen?

Meer lezen van Suzanne Antonis
Meer lezen over
column

Meer De pen van...

Wil je op de hoogte blijven?

Abonneer je op onze nieuwsbrief en ontvang elke maand een overzicht met de belangrijkste nieuwsberichten.