De pen van...

Monumenten van Stilte - Meanderen

Gepubliceerd: 27 mei 2021  |  Door: Suzanne Antonis  |  Onderox editie: 209

In lawaai zoeken we het: een plek waar het stil is. Journaliste Suzanne strijkt neer in een landschap, een onbekende hoek of tussen vier muren. Ze luistert er naar wat de stem van de stilte haar vertelt. Deze maand: het Derde Sas in Bouwel.

Ik zit aan de zomerkant van de Kleine Nete. Tussen een getuige van het natuurlijke verleden van de rivier en wat de mens er bijna twee eeuwen geleden van heeft gemaakt. Uit de Kleine Nete tussen Lier en Herentals haalden ze toen elke kronkel weg zodat ze bevaarbaar werd voor het grotere scheepsgeweld. In 1839 kwam koning Leopold I deze verminking van de natuur nog in hoogsteigen persoon inhuldigen. Lakenfabrikanten, leerlooiers en boeren uit de wijde omgeving waren de koning te rijk. Normaal kruipt water waar het niet gaan kan maar hier aan het Derde Sas werd het brutaal gestopt. Met de voltooiing van het Albertkanaal werd echter op haar beurt dit deel van de gekanaliseerde rivier buiten dienst gesteld. Werkeloos ligt de stroom nu te blinken in de zon, met aan de zijlijn de als erfgoed beschermde oude sluis die volledig in natuursteen was gebouwd. De streepjes die de waterstand aangaven zijn nog duidelijk te zien. Het gestopte water is een donkere poel. Mijn gedachten meanderen tussen wat ze vandaag waarnemen en wat er vroeger was. In de sluiswachterswoning vlakbij had Lia, de dochter van Felix Timmermans, nog een tijdje haar thuis. Zou ze aan de afgebroken stroom voor haar deur hebben gedacht, toen ze in 1949 haar sprookjesbundel ‘Vertelsekens van ons Land’ schreef? Nadien vertaalde ze de sprookjes van koningin Fabiola. Dat leverde haar de titel van eerste hofdame op. Op de nu kaarsrechte Kleine Nete kwam een brugstuw. Het kasseistrookje ernaartoe en de smeedijzeren brugleuningen zijn nog origineel. Fietsers zoeven erover om van het ene jaagpad naar het andere te geraken.

En wordt de zomerkant van de Kleine Nete een verre herinnering. Ik zit op het bankje tussen de gestopte Kleine Nete en de werkeloze Kleine Nete. Aan mijn voeten ligt het jaagpad. Om de haverklap scheren glimmende fietswielen voorbij want deze plek moet nu duidelijk gedeeld. Onder andere met een peloton aan nylontruitjes in alle regenboogkleuren. De opzichtige belettering moet te allen tijde duidelijk maken wie dit favoriete tijdverdrijf mee mogelijk heeft gemaakt. Ik vang woorden op als strava, super- en flanellen benen, koffiemolentjes draaien en uit welke powerbargelletjes de meeste energie te halen is. Ze razen genadeloos voorbij knooppuntverzamelaars, kantoorpendelaars en meanderende zondagsrijders die op weekdagen tijd hebben… Ei zo na kukelt er eentje in het water. De vaart der fietsende volkeren, ze passeren door mijn blikveld dat steeds rustelozer wordt. Waar is het tempo van de boottrekkers die met slepende tred de mosselschuiten naar hun bestemming brachten? Van de gemoedelijke visser die half verscholen in het riet pas zijn denken versnelt als de dobber op het water in beweging komt? Je kon hem achter elke bocht vinden.

Meer lezen van Suzanne Antonis

Meer De pen van...

Wil je op de hoogte blijven?

Abonneer je op onze nieuwsbrief en ontvang elke maand een overzicht met de belangrijkste nieuwsberichten.