De pen van...

De grove borstel

Gepubliceerd: 27 oktober 2020  |  Door: Peter Briers  |  Onderox editie: 203

Of ik in het onderwijs ben gestapt omwille van de verlofdagen? Kort en bondig: neen. En trouwens, die zomervakantie waar iedereen het altijd maar over heeft, dat zíjn geen twee volle maanden. Tijdens de laatste week van augustus wordt dat onderwijzersvolk al in de school verwacht voor een zogeheten klusjesdag, een dag waarop — moet ik het echt uitleggen? — allerhande klussen staan gepland. Bijkletsen? Nope. Keihard werken? ja!

Stelt u zich de impact van zo’n klusjesdag eens voor: dan bent u als leerkracht nog volop in vakantiemodus — geheel terecht trouwens — en wordt u plots opgetrommeld. Ik moet daar geen tekening bij maken: mentaal voelt zo’n dag aan als vijf zware dagen, want nadien eerst weer in vakantiestemming geraken om een week later het werk écht te moeten hervatten, dat is geen kattenpis. Zeg dus nooit dat een onderwijzer twee maanden zomervakantie heeft, in werkelijkheid is het een dag minder. Of vijf dagen, als je ’t mentaal bekijkt.

Ook qua inspanning valt met zo’n klusdag niet te lachen. Een mens (en dan vooral een onderwijzer) wordt daar flink moe van. Nu kom, zelf heb ik geen klagen. De laatste tien jaar ben ik erin geslaagd om mijn collega’s om de tuin te leiden en heb ik de godganse dag rondgelopen met niets meer dan een borstel in mijn hand, de indruk wekkend dat ik druk in de weer was met vegen her en der. Niet één keer heeft iemand mij daarop aangesproken. Telkens een collega nog maar in mijn buurt kwam, deed ik alsof ik zó geconcentreerd in die taak opging dat het mij zelfs zou ontgaan als er naast mij een bekende Vlaming met zijn flieter zou staan spelen. (Sorry, Stan, ik kon het niet laten.)

Twee jaar geleden heb ik er — bij wijze van afwisseling — een blik en een handveger bijgehaald. Om het allemaal nog wat echter te doen lijken, weet je wel. Dat plan heb ik het jaar nadien weer laten varen. Daar werd ik namelijk écht moe van. Probeert u dat thuis zelf maar eens, rondlopen met een borstel, een handveger én een blik. In één beweging. Heel vermoeiend allemaal. En dus ben ik het jaar daarop weer gewoon overgeschakeld op een borstel. Waarom moeilijk als het makkelijk ook kan?

Tien jaar heeft dat feestje dus geduurd, tot deze zomer. Toen werd ik op heterdaad betrapt door een vrouwelijke collega die kwam te zeggen “dat ze mij al jaren in de gaten had gehouden” en “maar al te goed wist waarmee ik bezig was”. De feeks. De directie werd erbij gehaald, met als gevolg dat ik voor de rest van de dag onder haar supervisie kwam te staan. Als bonustaak moest ik de zolder onder handen nemen, die al jaren staat volgestouwd met loodzware dozen, vol met oude eindtoetsen. Hoog tijd, dicteerde de directie, om die te rangschikken en uit te dunnen. En marche.

Zoveel boeiende lectuur, daar moest ik — vond ik — toch even bij gaan zitten. Onvoorstelbaar trouwens wat studenten uit hun nek kramen als ze het juiste antwoord niet kennen. Gevraagd waar de Amerikaanse Onafhankelijkheidsverklaring werd getekend, schreef er eentje: ‘Onderaan.’ Op de vraag wat een altaar is, antwoordde een andere ‘God mag het weten’. Bijna juist, maar toch fout.

De klusdag was al ver gevorderd toen ik in de gaten kreeg dat ik langer dan twee uur had zitten lezen. Om niet weer bestempeld te worden als een onverbeterlijke luiaard, besloot ik — in het zicht van iedereen die het zien moest, de indruk wekkend dat het verdomd zwaar werk was — nog snel wat af en aan te lopen. Met lege dozen, weliswaar, maar het blijft het gebaar dat telt.

Meer lezen van Peter Briers
Meer lezen over
column

Meer De pen van...

Wil je op de hoogte blijven?

Abonneer je op onze nieuwsbrief en ontvang elke maand een overzicht met de belangrijkste nieuwsberichten.