De pen van...

Beetje bang van de slang!

Gepubliceerd: 25 maart 2020  |  Door: Peter Briers  |  Onderox editie: 198

Niet dat het u ook maar een moer kan interesseren, maar áls u me al zou vragen hoe het op dit ogenblik met mij gaat, dan zou het antwoord iets zijn van ‘Goed, m-a-a-r…’. Nu moet u weten: ik heb een hekel aan mensen die eerst positief antwoorden, en er vervolgens een ‘maar’ tegenaan gooien. Maar soit, daar gaat het nu niet over.

In mijn geval slaat die ‘maar’ op wat mij binnenkort te wachten staat. Ik zal in het ziekenhuis van Lier namelijk een gastroscopie ondergaan. Voor de tweede keer al, trouwens. Tijdens dat onderzoek wringt een specialist een meterslange buis mét camera via de keel, de luchtpijp en de maagholte tot in de twaalfvingerige darm. Neem gerust even de tijd om dat akelige beeld tot u te laten doordringen. “Ach, ‘t is allemaal voor het goed van de gezondheid”, suste mijn huisdokter. Allemaal goed en wel, maar ik zit er behoorlijk mee in de maag.

Twee redenen waarom die trip naar Lier geen prettig vooruitzicht is. Eén: ik slaag er in ziekenhuizen altijd in om een modderfiguur te slaan. Neem nu twee jaar geleden, toen ik in allerijl naar de spoedafdeling van het UZA in Edegem werd gebracht. Oorzaak: een slechte mix van een paar glazen wijn en een springkasteel op een feestje dat nochtans leuk was begonnen. Om een lang verhaal kort te houden: één keer gesprongen, knie uit de kom. En geloof me, dat staat allesbehalve stoer als ze op de spoed vragen wat er gebeurd is.

“Als ik mijn jeansbroek zou uittrekken zou de dokter wel eens een kijkje nemen”, zei de assistent. Je zal het zien dat je uitgerekend op de ochtend van zo’n dag besloten hebt om een oude, ordinaire boxershort aan te trekken. Geen kat die het merkt, denk je dan. De dokter dus wel, en helaas zo eentje die je alleen in ziekenhuisseries ziet: slank, blond en zo knap dat het geen naam mag hebben. En daar sta je dan, in een rotversleten loddershort met de stars en stripes van de Amerikaanse vlag.

Tweede reden: ik heb nare herinneringen aan mijn eerste gastroscopie. Vooraf hadden ervaringsdeskundigen me verteld dat je als patiënt mag kiezen: een onderzoek zonder verdoving, zodat je alles vanop de eerste rij kan meemaken, of mét verdoving, zodat je buiten westen bent als ze met die lange buis komen aanzetten.

Mét verdoving, had ik me voorgenomen. Tot ik in de operatieruimte werd onthaald door een dokteres en twee vrouwelijke stagiaires zoals je ze alleen in ziekenhuisseries ziet: slank, blond en zo knap dat het geen naam mag hebben. Alle drie, moet u weten. Geen verdoving dus. Ik zou me niet laten kennen in zoveel vrouwelijk gezelschap. Kom hier met die slang.

Geen vijf seconden later had ik daar al dik spijt van. Het enige wat je lichaam doet terwijl die slang centimeter na centimeter door je strot wordt geduwd, is kokhalzen. En laat u niets wijsmaken: die reflex laat zich niet bedwingen, zelfs niet als er drie moordgrieten op staan te kijken. Halfweg de ingreep kwam daar nog een lichamelijke reactie bovenop: boeren. Ik heb zelden zo veel en zo luid geboerd als tijdens dat ellendige kwartier. Net op het ogenblik dat het kokhalzen leek af te nemen, dacht ik plots aan de woorden van een vriend, die ’s ochtends met enig leedvermaak had verteld dat ze diezelfde slang wellicht ook bij rectale onderzoeken gebruiken. Van die gedachte ging ik prompt weer kokhalzen. En boeren. En weer kokhalzen.

De volgende keer zal het mét verdoving zijn, dat kan ik u verzekeren, ook al blijkt de dokteres van dienst er eentje te zijn zoals je ze alleen in ziekenhuisseries ziet.

Meer lezen van Peter Briers
Meer lezen over
Column

Meer De pen van...

Wil je op de hoogte blijven?

Abonneer je op onze nieuwsbrief en ontvang elke maand een overzicht met de belangrijkste nieuwsberichten.