Wil je op de hoogte blijven?
Abonneer je op onze nieuwsbrief en ontvang elke maand een overzicht met de belangrijkste nieuwsberichten.
In 2025 zal het twintig jaar geleden zijn dat De Banier het kubben in ons land introduceerde, na een tip van een man die het spel had gespot tijdens een vakantie in Zweden. Intussen rondde de speciaalzaak de kaap van 30.000 verkochte speelsets. Of de hype daarmee achter de rug is? Vergeet het! “Het aantal Vlaamse ploegen blijft pieken. In 2019 won een landgenoot zelfs het WK”, weet Jo Sels. Kubbkampioen worden, hoe moeilijk kan het zijn? Onze reporter zocht het uit.
Elke maand neemt onze reporter een atypische, spannende of relaxerende activiteit onder de loep. Kritisch, maar met een kwinkslag rapporteert hij zijn wedervaren. Deze maand: kubben (deel 1).
Ik heb iets met trofeeën. Altijd al gehad. Vraag me niet waarom, het is gewoon zo. Niet dat ik er in het verleden zoveel op zak heb gestoken. Dat plan bestond nochtans wel, toen ik zo’n jaar of zes was. Een handige oom ontwierp er destijds speciaal een glazen kast voor. Die zou ik — volgens dat plan dus — vullen met trofeeën voor gewonnen wedstrijden, tornooien en kampioenschappen. Binnen welke sporttak, vraagt u zich wellicht af. Wel, geen flauw idee. Het plan hing, bij nader inzien, met haken en ogen aan elkaar. Wat wil je ook voor een kind van zes? Eén keer ben ik er wél in geslaagd om een trofee in de wacht te slepen. De meester van het eerste leerjaar had een tornooi veters strikken georganiseerd en dat heb ik toen met de vingers in de neus gewonnen. Spreekwoordelijk, want veters binden met de vingers in de neus, doe het maar eens. Enfin, mijn eerste trofee was een feit. Een dik jaar heeft dat ding staan blinken in die veel te grote kast, tot hij op een dag niet meer te vinden was. Foetsie. Weg. Gestolen? Wie zal het zeggen? Of het moet zijn dat mijn moeder hem toen stiekem heeft weggegooid. Toegegeven, het was een klein gedrocht. Die trofee, bedoel ik dan, niet mijn moeder. Om een lang verhaal kort te houden (of het niet nóg langer te maken dan het al is): kubben zou mij zomaar eens een tweede trofee kunnen opleveren. Een partijtje onder vrienden liep onlangs immers zo lekker dat zowel medespelers als tegenstanders mij plots aardig begonnen te vinden én deel wilden uitmaken van mijn team. Kubben appelleert duidelijk aan een talent waarvan ik voordien niet wist dat ik het heb. Komt er van die trofeeënkast straks misschien toch nog iets in huis.
VIKINGSPEL
“Het spel kubb — Zweeds voor houten blok — werd aanvankelijk gespeeld met afvalhout. Sommige bronnen beweren dat ‘Vikingspel’ de originele naam zou zijn, maar wellicht is dat een geromantiseerde versie van de werkelijkheid”, zegt expert Jo Sels, verantwoordelijk voor inkoop en logistiek bij De Banier. “Het was een ex-Chiroleider die het volksspel op het spoor kwam in Zweden, in 2005. Daar was het toen al razend populair, vergelijkbaar met wat petanque en jeu de boules voor Frankrijk betekenen, of teppeschiet in ons land.” “Na zijn bezoek aan Zweden klopte de man aan bij ons kantoor in Antwerpen, met zijn speldoos onder de arm. Hij was laaiend enthousiast en betreurde dat het spel in ons land niet verkrijgbaar was. Het internet en online shoppen waren nog niet wat ze vandaag zijn. Niet veel later hebben we aan de Zweedse fabrikant Bex gevraagd of wij hun kubbsets in België mochten verdelen.” “We zijn altijd in het spel blijven geloven en kregen meteen in de gaten dat wie het ook uittestte, het nadien meteen opnieuw wilde spelen. Mannen én vrouwen. Het grote voordeel is dat je als speler niet sportief hoeft te zijn en dat een klein grasveld volstaat om aan de slag te gaan.” De samenwerking met Bex heeft De Banier geen windeieren gelegd, bewijzen de cijfers. “Tussen 2005 en 2024 hebben we meer dan 30.000 sets verkocht. In alle bescheidenheid: zonder De Banier zou het veel langer geduurd hebben vooraleer het kubben hier ingeburgerd zou zijn geraakt.” Na de lancering in ons land was er al snel geen houden meer aan, herinnert Sels zich. “Het eerste Belgische kubbkampioenschap vond al plaats in 2007. Er bestaat nu ook een officiële competitie, de Kubb Leaguen, en een WK kubben. In het begin was dat een open tornooi op het Zweedse eiland Gotland, met lokale ploegen, maar gaandeweg hebben ook Belgische teams zich aangemeld. In 2019 schopte de eerste Belg het zelfs tot wereldkampioen. Wat opvalt is dat er veel actieve ploegen zijn in steden als Antwerpen en Gent, maar dat het spel ook erg geliefd is in de Kempen.”
KUBBARM
Tijdens de eerste oefensessies in het kader van mijn poging om het tot kubbkampioen te schoppen, is de dynamiek anders dan die tijdens mijn eerdere duels. Het vriendschappelijke karakter van de matchen wordt enigszins overschaduwd door het competitieve aspect van mijn uitdaging. Als ik mij straks wil meten aan de groten der kubbaarde, kan het niet de bedoeling zijn dat ik wat loop te knoeien. “Kubben vereist een combinatie van behendigheid en denkwerk”, weet Jo. “Wat is de beste tactische zet? Die vraag houdt een spel vaak lang spannend. Een partijtje kan anderzijds ook al na een half uur afgelopen zijn. Dat maakt dat je meerdere partijen kan spelen op een avond.” Drie weken lang oefen ik alsof mijn leven ervan afhangt. Lange en korte afstanden, met stokken en met blokjes: de hele rimram. Het scheelt geen haar of ik houd er een kubbarm aan over. “Train vooral op jouw worp, zowel bij het gooien van de stok als op het opnieuw in het spel brengen van gevallen blokjes. Goed kunnen gooien heeft veel met talent te maken, maar je kan dat talent ook aanscherpen door elke dag te oefenen. En de factor geluk? Wel, die speelt altijd mee. Maar hoe beter je wordt, hoe minder dat geluk een cruciale rol zal spelen. Of moet spelen.” Moederziel alleen oefenen heeft voor- en nadelen. Er is geen kat die commentaar geeft op de speelstijl, maar anderzijds ook niemand die mij kan wijzen op foute bewegingen. “Vandaar: speel veel wedstrijden in ploegverband om jouw tactiek te verbeteren”, vult Sels aan. “Speel je in team, verdeel dan de taken. Sommigen kunnen zich bekwamen in korte, anderen in langere afstanden. Zorg ook zeker voor één linkshandige speler in het team. Het kan handig zijn om met de linkerhand naar blokjes te gooien, om op die manier extra lichaamsbreedte te creëren. Elke centimeter telt.”
CONFRONTATIE
Pas tijdens de twee laatste oefenweken durf ik het duel aan te gaan met spelers waarvan ik weet dat die meer behendigheid aan de dag kunnen leggen en een pak sterker zijn op het vlak van tactisch inzicht. Alleen lijken die er vaak andere regels op na te houden. Torens maken van gevallen blokjes, bijvoorbeeld. “Sommigen zetten de regels inderdaad naar hun hand”, heeft Jo ook al gemerkt. “Dat lijkt vooral een streekgebonden fenomeen. Waarom ook niet? Elke speelset wordt geleverd met de officiële regels, maar zoals dat wel vaker het geval is met populaire volksspellen, doen verschillende versies en interpretaties de ronde.” In de laatste rechte lijn naar dé ultieme confrontatie — een duel met spelers die eerder al succesvol hebben deelgenomen aan relevante kubbtornooien — komt het er nu eerst op aan om het juiste team samen te stellen. Van mijn familie moet ik het niet hebben en onder mijn intimi zitten ook niet meteen spelers om u tegen te zeggen. En dus mogen kandidaten met ervaring zich vanaf nu spontaan melden. Twee afspraken wel: de verhoopte trofee gaat meteen in mijn glazen kast en sollicitanten met eerdere kampioenstitels hebben een stapje voor. Let wel: veters strikken telt niet.
MEER INFO
Potentiële teamgenoten mogen zich melden via redactie@onderox.be.
www.debanier.be
Abonneer je op onze nieuwsbrief en ontvang elke maand een overzicht met de belangrijkste nieuwsberichten.