Wil je op de hoogte blijven?
Abonneer je op onze nieuwsbrief en ontvang elke maand een overzicht met de belangrijkste nieuwsberichten.
Dé manier om te ontsnappen aan de waan van de dag? Virtual reality (VR), zeggen liefhebbers van de digitale applicatie die onze zintuigen onderdompelt in een bijna realistische schijnwereld. Een onwaarschijnlijke ervaring, noemt VR Base uit Mechelen het zelf, maar is dat ook zo? Onze reporter — een eersteklas nitwit die dacht dat VR voor ‘volksrepubliek’ stond — deed de test.
Elke maand neemt onze reporter een atypische, spannende of relaxerende activiteit onder de loep. Kritisch, maar met een kwinkslag rapporteert hij zijn wedervaren. Deze maand: VR Base.
Pac-Man, op een oude console in het zwembad van Heist o/d Berg, veertig jaar geleden. Tot daar de ervaring die ik heb met computerspellen. Grand Theft Auto? Call of Duty? Nooit van gehoord. Eén keer heb ik me gewaagd aan Grand Slam Tennis van Nintendo Wii, tot de controller (voor de leken: de afstandsbediening) tegen het tv-scherm knalde. Niemand had me gezegd dat je dat ding aan je pols moet vastmaken. Om maar te zeggen: ik ben een digibeet, en geen klein beetje. Het is dus met zero verwachtingen dat ik aanklop bij VR Base in Mechelen. Het plan om een zeskoppig team samen te stellen dat uitsluitend bestaat uit computerleken, is mislukt. Je vindt ze simpelweg niet meer, zij die nog nooit een interactief computerspel hebben gespeeld. “Het feit dat je geen ervaring hebt met VR gaat het grote verschil niet maken”, stelt Sem Van Dam (VR Base) me gerust. “Had je die ervaring wel, door spelletjes te spelen in de eigen huiskamer, dan zou jou die hier niet per se meer punten opleveren. In onze arena heb je namelijk een free roaming, wat betekent dat je over een grote afstand vrij kan rondwandelen. Dat is thuis zo goed als onmogelijk.” Van een ruimtelijke beperking is inderdaad geen sprake. VR Base heeft de grootste speelzone van ons land. “Bezoekers kunnen kiezen uit verschillende spellen: Antenna, Blackwood, Transport, Underground en Extraction. Verder hebben we formules waarbij verschillende teams het tegen elkaar moeten opnemen, zoals The Pit, Team Deathmatch, Warehouse, Red Canyon en Cargo, dat zich afspeelt in de Antwerpse haven.”
RAMBO
Het is met een telescopische bril dat spelers in een virtuele wereld worden geprojecteerd. Feit is wel dat je fysiek aanwezig blijft in de échte wereld, waar muren, palen en andere obstakels geen vin verroeren. “Er kan weinig fout lopen”, vertelt Sem. “Hoewel? Op onze vroegere locatie in Lint speelde een groep het spel Underground. Daarin nemen deelnemers de metro. Eén vrouw verliet het toestel aan de verkeerde kant. Ze schrok, draaide zich om en zag dat de metro alweer vertrokken was. In paniek rende ze de verkeerde kant op, door de veiligheidsmarge en dwars door een nooddeur. Van het ene op het andere moment stond ze weer in het daglicht van de echte wereld. Dat was even schrikken. De verbazing in haar ogen, die zal ik nooit vergeten.” De zombies van Underground zijn voor later, eerst maken we kennis met de Antenna. “Jullie komen terecht in het vijandige kamp waar data gestolen moeten worden”, legt Sem uit. “De vijand vindt dat uiteraard niet leuk. Hij zal proberen de Antenna zo lang mogelijk te beschermen. Iedereen kan zich verweren met twee wapens: het automatische geweer of de sniper, waarmee elke kogel afzonderlijk geschoten moet worden. Een tip: schiet niet op elkaar, want dan zet je jouw teamgenoot tien seconden buitenspel. Dat is nergens voor nodig. Eerste stap: het kiezen van een nickname.” Mijn teamgenoten houden het op hun echte naam, ik ga voor Rambo. Het geweer herladen is gratis, en dus ben ik van plan de hele virtuele wereld met een recordaantal munitie naar de filistijnen te schieten. In de huid van Rambo krijgt die vernielingsoperatie nog een extra cachet. Bovendien heeft het pseudoniem iets intimiderends. Oog in oog met de vijand kan ik er alleen maar mijn voordeel mee doen. Ik ben dan wel een digibeet, maar geen idioot. U merkt: hier is over nagedacht.
ANTENNA
De rugzak, bril en hoofdtelefoon mogen op. De realiteit verandert in een virtueel landschap, de andere spelers in creepy avatars. “Voor we beginnen gaan we onze wapens testen”, instrueert een elektronische stem, waarna een digitaal schietkraam opduikt. Mijn oog-handcoördinatie doet het uitstekend, ik schiet alsof mijn leven ervan afhangt. Dat er in deze fase nog geen punten te verdienen vallen, is hoegenaamd geen domper op mijn moordzucht. In een volgende scène voert een perfect nagebootste lift de groep naar de Antenna en wordt het menens. “Je kan jezelf verschuilen voor de vijand of, zoals het een Rambo betaamt, vooraan op het platform gaan staan en van daaruit schieten”, geeft Sem nog mee. Dat laatste wordt mijn plan, maar na het startschot kleurt mijn uitrusting meteen rood. Een ploegmaat heeft er niets beter op gevonden dan zijn sniper op mij uit te testen. “Niets persoonlijk”, giert hij. Het zal wel. Ik voel voor het eerst dat ook ik vatbaar ben voor de genadeloze zegedrang die met VR gepaard gaat, en scheld hem bijna de virtuele huid vol. Voor wie vanop de zijlijn toekijkt, moet het een belachelijk zicht zijn: spelers die zich verschuilen achter obstakels die er niet zijn en met een verbeten ernst schieten op een doelwit dat er niet is. In de digitale wereld zijn die barrières er wel en telt elke seconde. Ik schiet op alles wat beweegt, ook op de ploegmaat die mij daarstraks te grazen heeft genomen. Met Rambo moet je niet dollen. Na afloop van het spel zou ik gezworen hebben dat de computer mij als winnaar zou uitroepen. Dat valt ferm tegen: ik eindig op de vierde plaats. “Je haalt een gemiddelde score”, rekent Sem. “Je maakte 33 doden en bent zelf maar 2 keer gedood, wat betekent dat je dynamisch bent geweest. Je scoort een nauwkeurigheid van 27%. Meer dan één op vier kogels heeft zijn doel geraakt. Niet slecht, maar of je de naam Rambo eer hebt aangedaan? Tja.”
HERKANSING
Bij Underground zal het niet waar zijn. Dan zal Rambo, neem ik me voor, zijn ware gelaat tonen. “Jullie komen in een verlaten metrostation terecht. Daar vallen zombies jullie aan. Ook nu weer hebben jullie twee wapens. Gebruik vooral het shotgun. Daarmee kan je jezelf degelijk beschermen.” De zombies hebben het geweten. Stuk voor stuk krijgen ze de volle laag. Plots valt het me op dat ik bij elk schot luidkeels roep, alsof het niet pijn genoeg kan doen. Aan de overkant van het station zie ik hoe ook mijn teamgenoot, die mij eerder op een kogel trakteerde, zich uit de naad staat te schieten. Sympathiek als ik ben, gun ik hem tien seconden rusttijd. Knal. Ik zei het al: met Rambo valt niet te spotten. Hoe langer het spel duurt, hoe meer zin ik erin krijg. De vijand gaat tegen de vlakte dat het een lieve lust is. Als in de slotfase een metershoog exemplaar op mij komt afgestormd, aarzel ik geen seconde en pomp ik hem vol lood. Geen medelijden. Ineens dringt het tot me door: ik heb me in geen jaren zo goed geamuseerd. Dat amusement vertaalt zich niet naar mijn puntensaldo. Ik eindig als laatste, godbetert. “Zo beschamend is dat niet”, grinnikt Sem. “Je bent vijf keer geveld, wat wil zeggen dat je jezelf hebt opgeofferd om het team te beschermen. Je bent een altruïstisch mens.” Toch iemand die mijn strategie begrepen heeft.
MEER INFO
VR Base, Molenweide 2, Mechelen. www.vrbase.be
Abonneer je op onze nieuwsbrief en ontvang elke maand een overzicht met de belangrijkste nieuwsberichten.