Bijzondere trends

Onze reporter maakt een slippertje

Gepubliceerd: 28 april 2021  |  Door: Peter Briers  |  Onderox editie: 208

Het winterseizoen is voorbij, maar ook late aprilse grillen kunnen zorgen voor een nat wegdek. De rijvaardigheid scursus van de Jesco Auto Training School uit Puurs garandeert geen happy end bij een slippartij, maar verhoogt wel de kans dat de chauffeur het kan navertellen. “ We try to get and to stay in your mind”, zegt in structeur Thomas Rummens. Onze reporter nam het stuur.

Elke maand neemt onze reporter een atypische, spannende of relaxerende activiteit onder de loep. Kritisch, maar met een kwinkslag rapporteert hij zijn wedervaren. Deze maand: de slipcursus.

Net voor ik het domein van de Jesco Auto Training School opdraai, denk ik plots terug aan een penibele situatie waarin ik ooit verzeild ben geraakt. Door een stootje van een achterligger tegen de bumper van mijn voertuig raakte ik de controle over het stuur kwijt, ramde ik drie tegenliggers en reed ik vervolgens frontaal in op een obstakel dat vlak voor mij kwam opdoemen. Ik weet nog hoe omstaanders opgelucht toekeken hoe ik na de klap heelhuids uit het vehikel stapte, de armen triomfantelijk in de lucht. Akkoord, de kans dat je een rit in een botsauto op de kermis niét overleeft is klein, maar heel even had het er op die attractie toch benauwd uitgezien. Fast forward naar vandaag. Dat ik Jesco heb uitgekozen om mijn rijskills bij te schaven, is geen toeval. Het opleidingscentrum is ’s lands oudste rijvaardigheidsschool. Hier passeren zowel chauffeurs die vrijwillig hun competenties komen aanscherpen als jongeren die zes maanden na het behalen van hun rijbewijs intekenen voor een verplichte terugkomdag. “Op die dagen vraag ik iedereen om zichzelf als bestuurder te quoteren”, vertelt Thomas Rummens. “Velen gaan voor 8, 9 of 10/10. Sommigen hebben al een ongeval doorstaan of veroorzaakt, maar kiezen alsnog voor een 9. Vreemd, mijn gedacht.” Zelf houd ik het op een bescheiden 8/10. Een zware overschatting, zal later blijken.

HOUD AFSTAND
Het doel van mijn deelname aan deze slipcursus is voor de hand liggend: leren wat ik moet doen als ik op een nat wegdek aan het glijden ga. “Wij focussen daarbij op de roadsense én de carsense, of het vakkundig kunnen omgaan met de wagen in een noodsituatie, zoals een slippartij of een noodstop. Roadsense is alles wat je preventief kan doen om zo’n situatie te vermijden.” “Op het circuit zullen we straks de zitpositie en de stuurwielhandeling beoordelen, vervolgens leren we het onderscheid tussen onderstuur en overstuur. Ook de noodrem en de noodontwijking staan op het programma. We gebruiken voor die oefeningen enkel wagens uit de stal van Mercedes.” Openen doen we met YouTube-beelden van chauffeurs die hun beste dag niet hebben en hun vierwieler met veel zin voor drama in de vernieling rijden. Stuk voor stuk begaan ze dezelfde fout: ze focussen op het obstakel, niet op de uitweg. “Denk vooruit, houd afstand en pas de snelheid aan. Maar bovenal: stuur altijd naar de oplossing.” Om het ijs te breken heb ik verteld dat ik een fervent motorrijder ben. Op het circuit zal dat in mijn voordeel spelen, maar bij de beoordeling van mijn prestaties kan die bekentenis mij parten spelen. “Als motard moet je veel anticiperen, precies daarom verwacht ik straks veel van jouw praktijktest. Ik zal streng zijn.” Ik heb al spijt dat ik het gezegd heb, appelwijf dat ik ben.

GEEN SINECURE
In een nagebootst klaslokaal maak ik eerst uitgebreid kennis met de do’s en don’ts op de openbare weg. Die theorie heeft vooral een sensibiliserend effect. “Veel chauffeurs ontdekken hier dat veilig rijden geen sinecure is. Zo hoort het ook. We try to get in your mind and stay in your mind.” Hamvraag is hoe ik zal reageren als ik ooit in een noodsituatie terecht zou komen. “Plots moeten remmen of uitwijken, het kan iedereen overkomen. Jammer genoeg weet niet iedereen hoe te reageren. En dan nog. Weten wat je moet doen, is één ding. Het in de praktijk effectief doen, is een ander paar mouwen.” Hoog tijd voor de praktijk. Of ik vooraf nog even naar het toilet wil gaan, vraagt Thomas. Ik bedank smalend voor het sanitaire aanbod en volg hem naar het circuit dat uitkijkt op het op dat moment stilstaande verkeer op de A12. Ongewenste toeschouwers, besef ik ineens. Gelukkig is de afstand groot genoeg en is elke vorm van gêne overbodig. Geen kat die mij hier kent. Statistisch gezien is de kans dat het tijdens de manoeuvres écht fout zal gaan klein, zegt Thomas me. Hoewel. “Ooit kwam een cursist met de wagen in de plastic afsluiting terecht. Een andere gaf dan weer volle gas wanneer hij moest remmen. Dan wordt het toch even spannend.”

GEBUISD
De start is laagdrempelig: de instructeur rijdt een parcours dat ik nadien moet kopiëren. Een koud kunstje, lijkt het. Wat volgt is een koude douche. “Jouw stoel staat te hoog en te ver weg van het stuur. De handpositie is slecht en het bochtenwerk te hoekig. Voor dit onderdeel ben je gebuisd.” Volgende oefening dan maar: de noodontwijking, waarin overstuur en onderstuur elkaar afwisselen. “Als de maximale grip van de achterbanden wordt overschreden, spreken we van overstuur. Gebeurt dat bij de voorste banden, dan spreken we over onderstuur.” Na een snelle wagenwissel — het gaat van A- naar C-Klasse — demonstreert Thomas beide situaties in twee omstandigheden: eerst als een chauffeur die zich laat verrassen en blundert, dan vanuit zijn eigen positie: die van lesgever die wél weet wat hij moet doen. “Ziezo. En nu is het weer aan jou.” Het resultaat is adembenemend en hilarisch tegelijk: ik glijd bij elke poging van hot naar her en krijg alle hoeken van het circuit te zien. Pas bij de vijfde poging slaag ik erin de wagen in de droge zone te loodsen. Tegen die tijd vind ik het schuiven en tollen al zo prettig dat ik niet meer kijk op een slipper meer of minder. Het lijkt Bobbejaanland wel, met dat verschil dat ik niet hoef aan te schuiven. Als Thomas dat in de gaten krijgt, schakelt hij naar de laatste horde: de noodstop. Snelheid maken om vervolgens alle remmen dicht te gooien, op een spekglad wegdek. “Ofwel stop je voor de kegels, vijf meter verder, ofwel wijk je uit en rijd je door. Ik toon hoe dat moet”, zegt hij, waarop hij de EQC voluit op zijn staart trapt. De scheidingsmuur van het circuit komt met een rotvaart dichterbij. Rummens zit erbij met een brede glimlach, ik met dichtgeknepen billen. Mijn maag krijgt kuren en ik doe het net niet in mijn broek. Waar is dat toilet als je het nodig hebt?

STILSTAND
In de praktijk valt het allemaal nog mee. Tamelijk snel — al zeg ik het zelf — dirigeer ik het karretje vakkundig naast de kegels. Niet veel later breng ik diezelfde EQC zelfs volledig tot stilstand. Geen kegel overboord. “Vanaf nu is de kans groter dat je de juiste reflex zal hebben als het jou ooit écht zou overkomen, al blijft er qua handelen tijdens het slippen nog veel werk aan de winkel.” Ter afronding heeft Thomas nog een rekenopdracht. Een complexe, zegt hij samenzweerderig. “Ik rijd aan 50 km/u en zie een voetganger. Gelukkig kan ik tijdig stoppen. In tweede instantie rijd ik 60 km/u. Ik heb meer remafstand nodig en rijd de voetganger aan. Welke snelheid heb ik nog op het moment van de impact?” Ik denk, reken en cijfer. “Veertig”, zeg ik. Het klopt nog ook. “Juist geantwoord. Eerlijk? Dat kom ik niet veel tegen.” Tja. Wat we vandaag geleerd hebben? Je moet goed zot zijn om als een gek te rijden en wiskunde gaat me beter af dan slippen. En ook: passeer voor het racen best even langs het toilet.

MEER INFO
Een dagcursus slip- en remcontrole kost 295 euro. Onderox-lezers krijgen 10% korting bij gebruik van de volgende code: OnderDeLoep2021. Meer info op www.jesco.be.

Meer lezen van Peter Briers
Meer lezen over
autoonder de loep

Meer Bijzondere trends

Wil je op de hoogte blijven?

Abonneer je op onze nieuwsbrief en ontvang elke maand een overzicht met de belangrijkste nieuwsberichten.