Bijzondere trends

Onze reporter leert goochelen

Gepubliceerd: 24 november 2022  |  Door: Peter Briers  |  Onderox editie: 225

Copperfield, Cardini of Houdini. Lang geleden kon je met illusionisten nog de straten plaveien, vandaag lijken ze — hocus pocus — allemaal met de noorderzon verdwenen. Tijdens corona steeg het aantal online cursussen, maar op die nieuwe goochelgeneratie is het wellicht nog jaren wachten. “Je wordt het namelijk niet in één-twee-drie”, verklaart Danny Luyten, alias Magic Danny. Hoe moeilijk kan het zijn, goochelaar worden? Onze reporter — een rasechte entertainer — deed de test.

Elke maand neemt onze reporter een atypische, spannende of relaxerende activiteit onder de loep. Kritisch, maar met een kwinkslag rapporteert hij zijn wedervaren. Deze maand: goochelen.

Mijn vroegste herinnering aan het illusionisme? Hans Kazàn. Ik was zeven toen ik hem voor het eerst aan het werk zag. Niet alleen kon de man een aardig stukje goochelen, zijn trucs sloten inhoudelijk naadloos aan bij mijn leefwereld en verlangens. Kazàn toverde konijnen uit zijn hoed (als kind had ik altijd al een konijn gewild), zaagde mensen in drie (ik kende een aantal potentiële kandidaten) en maakte van één gekooide vrouw er zomaar twee (ook daarin zag ik — zelfs als snotneus al — opportuniteiten voor later). Het verlangen om het tot goochelaar te schoppen is nooit verdwenen. Op familiefeesten heb ik jarenlang aandacht gescoord met trucs die ik van Kazàn had gestolen, al denk ik nog altijd dat het applaus van weleer eerder beleefdheid was dan wel appreciatie voor mijn uitzonderlijke talent. “Je bent nooit te oud om het te proberen”, merkte goochelaar Nicolas Arnst onlangs op in een tv-interview. Als iemand het kan weten, dan hij wel. Hallo Google? De zoekmachine voert me zonder veel omwegen naar de website van Danny Luyten, die doceert aan de Molse goochelschool en als Magic Danny zelf al meer dan dertig jaar zalen met verstomming slaat. “Ook ik heb het geleerd van Kazàn”, vertelt Danny. “Aan het eind van zijn tv-programma legde hij telkens één truc uit. Daarmee heb ik op een bepaald moment een eigen show in elkaar gestoken.” “Tegenwoordig kan je ook op het internet alle trucs vinden. Jongeren zijn benieuwd naar het achterliggende geheim, maar zijn niet langer geneigd om er nadien intensief op te oefenen. Voor bepaalde technieken moet nu eenmaal maandenlang getraind worden.”

SPIEGEL
Goochelaars beschikken doorgaans over een arsenaal aan materiaal waaruit ze voor de opbouw van hun voorstelling kunnen putten. Ik niet. Ik heb spelkaarten en muntstukken, maar kom al snel tot het besef dat ik daar niet ver mee zal lopen. Ook de trukendoos die ik op mijn 12de heb gekregen, en die later op de zolder is beland, blijkt geen garantie op een succesvolle carrière als illusionist. “In een goochelschool kunnen docenten en medeleerlingen jou op eventuele fouten wijzen. Daar word je gaandeweg beter van.” Zelf is hij ook niet gespaard gebleven van kritiek. “Ik heb lang gedacht dat ik goed was, tot ik door anderen werd geëvalueerd en zij ook nog fouten detecteerden”, herinnert Danny zich. “Toen wist ik: er is werk aan de winkel. In de goochelschool heb ik technieken geleerd die mij naar een hoger niveau hebben getild. Kies je toch voor een thuisstudie, oefen dan veel voor een spiegel.” Drie- of vierhonderd uur oefenen op één enkele techniek: volgens Luyten is het geen uitzondering. “Er zijn leerlingen die het snel opgeven, ook al hebben ze veel potentieel. Op de drempel van de hogeschool dreigde ook de eerste Belgische kampioen bij de junioren er de brui aan te geven. Gelukkig heeft hij volhard, met de felbegeerde titel tot gevolg.” “Wil je het echt ver schoppen, dan moet je bereid zijn veel tijd op te offeren. Zelf heb ik een act met muntstukken, het heeft me bijna driehonderd uur gekost om die onder de knie te krijgen. In die oefenfase moet je constant aandacht hebben voor suggesties. En ook belangrijk: wat je brengt moet uniek zijn. Als je een truc kopieert, zal je niet veel punten halen op een kampioenschap.”

EEN LEUKE BLONDE MEID SCOREN
Ik waan me niet beter dan welke andere goochelaar ook, maar als debutant wil ik straks maar één ding: schitteren. Met mijn vingervlugheid zal ik het publiek doen duizelen van verbazing. Mijn populariteit zal pieken, lijfwachten zullen moeten toekijken op mijn verdere doen en laten en al snel zullen ook impresario’s uit Las Vegas aan mijn bel hangen. ‘MGM Grand in zee met Kempenzoon’, zal te lezen staan op de cover van binnen- en buitenlandse magazines. Schromelijk overdreven, denkt u? We zullen binnenkort nog eens praten. Kom dan vooral niet zeuren voor een gratis inkomkaart. Omdat ik ergens moet beginnen, klop ik aan bij de Nederlandse Magicshop, waar Ron Timmer trucs en toebehoren aan de man brengt. Via de webwinkel ontvang ik een starterspakket en een link naar een masterclass met zes modules: van een verhelderende inleiding en relevante do’s en don’ts tot concrete trucs met kaarten en muntstukken. De start van de masterclass is veelbelovend. “Ik ga jou uitleggen hoe het moet, goochelaar worden”, zweert Timmer. “Als je voldoende oefent, kan je straks vrienden en collega’s verbazen. Misschien kan je wel een telefoonnummer van een leuke blonde meid scoren of een aantal gratis drankjes.” Typisch. Het blijft tenslotte een Nederlander. Dat goochelen vooral met misleiding te maken heeft, geeft Timmer toe. “Terwijl alle ogen gericht zijn op de ene hand van de goochelaar, is het de andere hand die wat laat verdwijnen of doet opduiken. Hoe beter de misleiding, hoe meer het zal lijken dat jij echt kan goochelen.” Waarop de Nederlander een hele resem kaartschudmethodes uit zijn mouw — euh — schudt, de ene al wat moeilijker dan de andere. “Doe het zo dat het naturel lijkt, al weet jij zelf wel beter.”

ONGEWILD SPECTACULAIR
Dat Timmer inzoomt op zoveel verschillende methodieken, verbaast Luyten niet. “De juiste manier van schudden is nodig om te weten welke kaart voorafging aan of volgt op de kaart waarmee je iets wil doen. Ook als je kaarten wil forceren, hangt alles af van de wijze waarop je ze schudt. Je moet ze schudden zonder écht te schudden, begrijp je?” Ik knik, maar begrijp er geen snars van. Eén ding is wel helder: lukt deze eerste stap mij niet, dan kan ik het als goochelaar wel — komt ie weer — schudden. Oefening baart kunst, maar in mijn geval wordt er bitter weinig gebaard, ook al oefen ik urenlang voor de spiegel. De kaarten vliegen alle kanten uit of vallen domweg uit mijn handen. Bij momenten oogt het ongewild spectaculair, maar tegelijk ook weinig hoopvol met het oog op mijn nieuwe carrière. “In deze fase is het vooral een kwestie van doorzetten”, moedigt Danny me aan. “Eenmaal je het schudden onder de knie hebt, kan je het een eerste keer uittesten voor een klein publiek.” Na een maand van intensief trainen zijn mijn vorderingen miniem. Ik kan een kaart ‘forceren’, zij het met veel moeite en alleen als de toeschouwer er niet met zijn volle aandacht naar zit te kijken. Bij het uitvoeren van de Kermistruc, waarbij ik een eerder getrokken kaart weer uit het spel moet zien te halen, word ik meteen ontmaskerd met de quote die bij elke goochelaar de nekharen overeind doet komen: ik heb jou door! Zoiets wil je niet hebben als je ooit voor een volle zaal staat. Een eerste minishow voor twee zorgvuldig geselecteerde vrienden scoort weinig bijval. Ze kijken geanimeerd toe, maar zijn niet onder de indruk. Erger: ze kijken de ganse tijd toe met een blik van is-het-dit-maar? Mijn ego loopt deuken op, mijn ambities ook. Las Vegas zal nog even moeten wachten. 

MEER INFO
www.magicdanny.eu en www.magicshop.nl

Meer lezen van Peter Briers
Meer lezen over
onder de loep

Meer Bijzondere trends

Wil je op de hoogte blijven?

Abonneer je op onze nieuwsbrief en ontvang elke maand een overzicht met de belangrijkste nieuwsberichten.