Wil je op de hoogte blijven?
Abonneer je op onze nieuwsbrief en ontvang elke maand een overzicht met de belangrijkste nieuwsberichten.
LICHTAART — Op de zomervakantie blijft het nog wachten, maar in de Vlaamse pretparken is het intussen al business as usual. Ook weer van de partij: de parkmascottes, bij wijze van mobiele attractie. “Als straks het kwik gaat stijgen, valt onze taak niet te onderschatten”, klapt een acteur uit de biecht. Hoe moeilijk kan het zijn? Onze reporter deed de test.
Elke maand neemt onze reporter een atypische, spannende of relaxerende activiteit onder de loep. Kritisch, maar met een kwinkslag rapporteert hij zijn wedervaren. Deze maand: mascotte in een pretpark.
Wie mij een beetje kent, weet: ik heb een broertje dood aan toneelspelen. Alleen al bij de gedachte aan acteren ga ik door de grond van schaamte. Dat komt niet zomaar, daar gaat een jeugdtrauma aan vooraf. In de aanloop naar het jaarlijkse toneelspel van mijn vroegere basisschool kreeg ik een bijrol toegewezen. Eén pagina tekst, naar kindernormen een hele kluif. Als ezelsbruggetje had ik die tekst samengevat in twintig lijnen, vervolgens in tien lijnen en tenslotte in één woord. En je zal het altijd zien: op de avond van de voorstelling was ik dat woord vergeten. Zenuwen, u weet hoe dat gaat. Ik heb sindsdien nooit meer op de bühne gestaan.
Met de eenmalige rol van mascotte speel ik op veilig: ik zit in een pak en ben onherkenbaar. Gaat het goed, dan kan ik later breed uitpakken met foto’s van mijn prestatie. Bak ik er niets van, dan zijn er geen potten gebroken. Geen kat die mij heeft herkend. Bedoeling is dat ik als Bobbie, de hoofdmascotte van Bobbejaanland, tijdens twee ‘meet & greet-momenten’ handjes schudt en op de foto ga met iedereen die het beleefd vraagt. Piece of cake, denk ik, als ik bij wijze van voorbereiding mijn collega’s-voor-één-dag vanop een afstand observeer. Beetje wuiven, beetje poseren, een kind kan de was doen. Spoiler: daar denk ik twee uur later wel even anders over.
In Bobbejaanland maken de mascottes deel uit van het Legacyteam. Naast een cactus en een paard zijn de ogen vooral gericht op de twee andere personages, Bobbie en Jody. “Voor het park is dat duo van onschatbare waarde”, zegt Cliff Hooge, Manager Entertainment. “Daarom beschouwen we ze ook als iconen. Bobbie gaat intussen al een poos mee, denk maar aan de stickers die lang geleden op de achterruit van alle wagens op de parking werden gekleefd.”
“Niet iedereen komt in aanmerking voor de rol van mascotte”, waarschuwt Cliff. “Of je gekozen wordt of niet heeft onder meer te maken met lengte en maturiteit, maar ook met de lichaamsbouw. De kandidaten moeten zich ook bewust zijn van de belangrijke rol die ze spelen. Als de mascottes door omstandigheden niet in het park aanwezig kunnen zijn, dan worden ze door onze bezoekers écht gemist. Wat de leeftijd betreft is er alvast geen beperking. Onze jongste Bobbie is zeventien, de oudste inmiddels al een prille dertiger.”
ANONIEM
Ik ben een prille vijftiger, ik ben gezegend met de ideale maten en bezig beroepshalve al meer dan drie decennia de taal van de kleinsten, het doelpubliek van de mascottes. De ultieme Bobbie, zou je denken. “Eén ding is wel cruciaal”, gaat Cliff verder. “Onze mascottes spreken nooit. Dat zou de magie kunnen wegnemen. Elke acteur heeft een andere stem, waardoor ze snel ontmaskerd zouden kunnen worden. Daarom: mondje toe, te allen tijde.”
Gavin Meyen en Jana Bundervoet — aka Bobbie en Jody — hebben de knepen van het vak al langer onder de knie. “Ik ben gestart als Halloween-acteur, maar kreeg later de kans om toe te treden tot het Legacyteam”, vertelt Gavin. “Ik heb een passie voor kostuums en acteren. En wat het helemaal leuk maakt: als wij wuiven naar kinderen, kan dat hun dag effectief máken.” Ook voor Jana is de impact groot. “In het dagelijkse leven ben ik erg verlegen, maar als Jody blijf ik lekker anoniem en durf ik meer. Iedereen is blij om mij te ontmoeten, dat is een geweldig gevoel.”
Anonimiteit: voor mascotte-acteurs is het dagelijkse kost. “Na elke sessie als Bobbie vraag ik het me toch af: zouden mensen mij kunnen herkennen aan de manier waarop ik loop, aan dezelfde jeansbroek die ik nog altijd draag?” Gavin moet er zelf om lachen. “Het antwoord is neen. Maar dan nog blijf ik het jammer vinden als mijn shift er op zit. Ik hou van deze job.”
AAN HET HANDJE
Tijd voor de grote vuurdoop. Of er nog wat tips te rapen vallen, vraag ik Jana en Gavin, in de stiekeme veronderstelling dat ik het ook zonder hun extra richtlijnen wel zal redden. “Zwaai de mensen met grote bewegingen toe en wijs nu en dan naar bepaalde bezoekers. Wijzen creëert een persoonlijke band. En stijgt straks de temperatuur, geef dan een teken als het te warm wordt en je toe bent aan een pauze. Daar is niks mis mee.” Een pauze? Overbodig. Ik ben geen watje.
Tot zover de korte opleiding. Denk ik, maar de tips blijven komen. “Wandel niet te traag, want mensen willen vaak onderweg al een foto nemen en we kunnen niet altijd halt houden. Zorg er tenslotte ook voor dat je geen kinderen omver loopt. Kijk via de mond naar de grond, dan kan je iedereen zien. Hef de voeten goed op, want hier en daar passeren we kleine trapjes en je wil vooral niet vallen.”
De transformatie loopt gesmeerd. In geen tijd ben ik Bobbie. In vol ornaat, met cowboyshirt, lederen chaps en boots. Het masker weegt meer dan verwacht, maar zit als gegoten. In de spiegel ziet het er piekfijn uit. Bobbie is er klaar voor. Let’s go wild.
Pas op het domein kruis ik al meteen een eerste hindernis: een lichte afdaling naar de boulevard richting westerndorp. Ik wankel en ga bijna tegen de vlakte. Mijn begeleidster kan nog net een complete afgang voorkomen. “Heb je een polleke nodig?”, vraagt ze op fluistertoon. “Doe maar”, antwoord ik beschaamd. Een handje voor Bobbie: ik ben er niet goed van, mijn ego evenmin.
Onderweg wuif en zwaai ik alsof mijn leven ervan afhangt, maar scheer ik soms gevaarlijk dicht langs kleuters en peuters die onder mijn gezichtsveld lopen. De ogen op het masker staan opvallend ver uit elkaar. Hoe zat dat ook alweer met Bobbies mond als extra vizier? Had ik misschien toch wat beter naar die tips moeten luisteren?
SPAANS BENAUWD
Op de Meet & Greet-locatie kan mijn pret niet op. Iedereen is de mascottes gunstig gezind: van baby’s over stoere tieners tot mama’s — én oma’s — die opgewonden geraken als ze Bobbie in de ogen kijken. De acteur in mij wordt er instant gelukkig van. Eén minpunt: het is warmer dan voorspeld en na een tien minuten krijg ik het Spaans benauwd. Het zweet gutst alle kanten uit. Straks ben ik minstens een kilogram kwijt, schat ik. Hoe de andere acteurs het bij deze hitte een half uur of langer kunnen uithouden, is mij een raadsel. De hydratatie — Bobbie drinkt uitsluitend water, zo luidt de regel — komt geen minuut te vroeg.
Na de tweede sessie, die zo goed als foutloos verloopt, trekt de hele stoet weer richting kleedkamer. Bobbie opnieuw aan het handje — dat ego van mij valt toch niet meer te redden — Jody vrolijk ernaast, zónder assistentie. En ik die dacht dat deze uitdaging kinderspel zou zijn. Vergeet het. Mascottes mogen voor mijn part op de overheidslijst van zware beroepen.
De vraag is gewaagd, maar ik kan het niet laten. Of ik in aanmerking zou komen voor een vaste rol als Bobbie? Qua carrièrewending zou het kunnen tellen. “Het is vooral een kwestie van ervaring opdoen”, klinkt het diplomatisch. “Je zal het zien: kom je straks nog een tweede keer, dan gaat het vast beter.” En dan zonder polleke, mag ik hopen.
MEER INFO
www.bobbejaanland.be
Foto’s: Gavin Meyen
Abonneer je op onze nieuwsbrief en ontvang elke maand een overzicht met de belangrijkste nieuwsberichten.