Wil je op de hoogte blijven?
Abonneer je op onze nieuwsbrief en ontvang elke maand een overzicht met de belangrijkste nieuwsberichten.
MOL — Onlangs kwam de thriller ‘De jongen die niet sliep’ op de markt, de derde thriller van de Molse schrijfster Chris Delaet. Het is meteen het derde verhaal waarin commissaris Jessie De Roover de hoofdrol opeist, een personage waaraan de schrijfster heel wat elementen van zichzelf toeëigent.
Wanneer is de microbe voor het schrijven ontstaan?
Chris Delaet: “Ik ben niet iemand die als kind altijd de droom had om een boek te schrijven. Ik heb altijd wel graag gelezen en opstelletjes schrijven op school was mijn ding wel. Maar veel verder ging het niet. Tot in 2016 de kinderen het huis uit waren en er plots heel wat tijd vrijkwam. Ik besloot wat meer voor mezelf te doen en deed dat door een cursus creatief schrijven te volgen. Dat was een meevaller en de feedback op mijn opdrachten was vaak heel goed. Het begon toen al wel te kriebelen en aangezien ik zelf fan ben van thrillers wist ik toen al duidelijk dat ik die richting uit zou gaan. Niet veel later kreeg ik onverwacht de diagnose borstkanker, die kwam wel binnen. Het herstel verliep gunstig, maar ik wilde mijn verhaal toch kwijt zonder een boek over kanker te schrijven. Tijdens een vakantie op een cruiseschip vielen de puzzelstukjes in elkaar, de vakantie was de ideale research voor ‘Het verloren meisje’. Het verhaal speelde zich deels af op de Middellandse Zee en deels in Antwerpen. Uiteraard heb ik de cruise nogmaals gedaan om te controleren of alles wel was zoals ik het verwoord had. Ik ben nog altijd onder de indruk van die eerste cruisevakantie, het was een overweldigende ervaring.”
Hoe komen de elementen uit je eigen leven dan aan bod in je boek?
“Het hoofdpersonage uit mijn drie boeken, commissaris Jessie De Roover, werd ook geconfronteerd met borstkanker maar bleef haar zware job combineren met haar eigen gezin. Net zoals ik terug voltijds aan de slag ben als leidinggevende van een team dat werkzoekenden op weg helpt naar een job. Ik ben dagelijks op pad en dat wil ik blijven doen. Ook tijdens mijn behandeling bleef ik halftijds werken. Het was voor mij een stimulans, iets om me aan op te trekken. Want ook nadat je hersteld bent van kanker volgt een leven. En door je te laten hangen, maak je het niet beter. Ik kon me zo dus perfect inleven in mijn hoofdpersonage, dat ook in de overige boeken als commissaris aan bod komt. Het blijft echter een fictief verhaal, het is immers een thriller, maar het staat wel heel dicht bij mezelf. En dankzij commissaris Jessie De Roover kan ik kanker bespreekbaar maken in het boek.”
Je verhalen spelen zich af op verschillende locaties en ook in je woonplaats Mol.
“Dat klopt. De roots van de commissaris die de hoofdrol opeist liggen in Mol, ook al speelt het eerste verhaal zich af op een cruiseschip en voor de rest in Antwerpen. Mijn tweede boek ‘Een dodelijk geschenk uit de hemel’ speelt zich wel af hier in Mol en omgeving. Maar dat was zeker niet de gemakkelijkste oplossing, want mensen gingen op zoek naar locaties uit het boek, reden er met de fiets of auto naartoe om te checken of het zo daadwerkelijk was. Ik kreeg er heel wat reacties op maar dat was wel leuk. Je wil als schrijver dat de mensen zich herkennen in een boek en in dat opzicht was dat wel geslaagd. Ook in mijn nieuwste boek is er de link met Mol, al speelt het verhaal zich vooral af in Antwerpen en Italië.”
Met drie boeken in evenveel jaar gaat het echt wel snel. Hoe kan je aan dit tempo blijven schrijven?
“Over mijn eerste boek ging een periode van drie jaar heen. Het verhaal zat al een tijdje in mijn hoofd en het schrijven verliep redelijk vlot. Maar het gaat om een thriller en dan moet elk detail kloppen. Dat gaat niet enkel om de feiten die zich afspelen in het boek, maar ook de locaties moeten realistisch zijn. Daarnaast komen een aantal elementen van mezelf aan bod, dus stel ik me wel kwetsbaar op. Die herkenbaarheid in combinatie met de fictie maakt het soms wel grappig, het is aan de lezer om uit te maken wat de realiteit is en wat niet. Maar het moet vooral geloofwaardig zijn. Uiteraard heb ik het dan nog niet over nalezen en de tijd dat het boek nog in handen van de uitgeverij is tot het daadwerkelijk verschijnt. Aanvankelijk dacht ik dat het bij één boek zou blijven, maar vooraleer het in de rekken lag had ik al van alle kanten nieuwe inspiratie opgedaan voor een vervolg. Elk hoofdstuk liet ik telkens nalezen door enkele proeflezers en gelukkig kwamen er niet te veel negatieve reacties. In al mijn boeken is er een verwijzing naar de kinderen van de buren die met een ongeneeslijke ziekte te maken kregen en het helaas niet overleefden. De verkoop van ‘Het verloren meisje’ bracht ook duizend euro op voor een vzw die zich bekommert over deze ziekte. Het was wel een extra drijfveer. Ook het verhaal voor een vierde boek in de reeks rond Jessie De Roover zit in mijn hoofd. In een recensie las ik dat het voor de lezers moeilijk afscheid nemen is van Jessie en verhaallijnen zijn er nog wel voldoende. Alleen wil ik ook telkens wat van mezelf in het boek verwerken en dat is niet onuitputbaar. Maar we zien wel waar het eindigt, momenteel geniet ik er nog met volle teugen van.”
Foto's: Eddy Leysen
MEER INFO
‘De jongen die niet sliep’ telt 255 pagina’s en is uitgegeven bij Zors Books. Het boek is verkrijgbaar in de boekhandels in de buurt.
Abonneer je op onze nieuwsbrief en ontvang elke maand een overzicht met de belangrijkste nieuwsberichten.